Ingezonden brief: week 20 les 1/ 2

Leerdoelen 
  • Ik weet wat een ingezonden brief is;  
  • Ik begrijp hoe een ingezonden brief is opgebouwd;  
  • Ik kan op basis van een bouwplan een betogende brief schrijven;  
  • Ik kan argumenten bedenken en deze in een betogende tekst (de brief) uitwerken;  
  • Ik kan de juiste signaalwoorden gebruiken in een ingezonden brief; 
  • Ik kan mijn geschreven tekst kritisch nakijken op spelling en zinsbouw. 

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen 
  • Ik weet wat een ingezonden brief is;  
  • Ik begrijp hoe een ingezonden brief is opgebouwd;  
  • Ik kan op basis van een bouwplan een betogende brief schrijven;  
  • Ik kan argumenten bedenken en deze in een betogende tekst (de brief) uitwerken;  
  • Ik kan de juiste signaalwoorden gebruiken in een ingezonden brief; 
  • Ik kan mijn geschreven tekst kritisch nakijken op spelling en zinsbouw. 

Slide 1 - Slide

Lesprogramma week 20 en 21 
les 1: theorie + opdrachtjes (quizzen)
les 2: theorie toepassen op een artikel + bouwplan bekijken 
les 3: artikel 'Slaaptekort leidt tot slechte schoolprestaties' lezen + opdrachten.
Les 4: ingezonden brief schrijven m.b.v. artikel
Les 5: eventueel afmaken + bespreken beoordelingsrubric en brief


Slide 2 - Slide

Lesprogramma 13 mei 
les 1: 
  • toets herkansen
  • start met theorie over ingezonden brief: maak aantekeningen!



Slide 3 - Slide

1. theorie m.b.t. de ingezonden brief 

Slide 4 - Slide

1. Wat is een ingezonden brief?
2. Waarom schrijf je deze?
3. Voor wie bedoeld?
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Tekstdoel (= schrijfdoel): overtuigen
--> betogende mini-tekst
--> mening van de schrijver + argumenten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

In een ingezonden brief kom voornamelijk .... tegen
A
Feiten en mening
B
Feiten en argumenten
C
Mening en argumenten
D
Feiten, mening en argumenten

Slide 9 - Quiz

In een ingezonden brief reageer je op..
A
Iets dat je hebt meegemaakt
B
Iets dat je hebt gelezen
C
Iets dat iemand anders heeft verteld
D
Alles wat je wilt

Slide 10 - Quiz

De opbouw van een ingezonden brief is:
A
Inleiding, kern slot
B
Titel, inleiding, slot
C
Titel, inleiding, kern, slotzin
D
Titel, inleiding, kern, slot

Slide 11 - Quiz

Een bron moet betrouwbaar zijn. Dit kun je controleren door te kijken naar..
A
Deskundigheid en of het echt lijkt
B
Het doel van de tekst
C
De tekst zelf
D
Deskundigheid, doel en auteur vd tekst.

Slide 12 - Quiz

Wat staat er in de inleiding van een overtuigende tekst?
A
argumenten
B
conclusie
C
mening/standpunt van de schrijver

Slide 13 - Quiz

Wat staat er in de kern van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 14 - Quiz

Wat staat er in het slot van een overtuigende tekst?
A
de argumenten
B
de conclusie
C
de mening van de schrijver

Slide 15 - Quiz

Wat heb je nodig om je lezers te overtuigen?
  • Argumenten

  • 'Bewijsmiddel' om je mening mee te onderbouwen.

Slide 16 - Slide

Opbouw ingezonden brief 
1) Titel

2) Inleiding 
- Waarop reageer je?
- Aanleiding noemen
- Naam krant, datum

3) Kern
- Mening
- Argument voor de mening


4) Slot
- Conclusie
- Uitsmijter

5) Naam, plaats


Belangrijk: 
> taalgebruik is helder/netjes
> spelling is correct

Slide 17 - Slide

Hoe wordt de mening van de schrijver ook wel genoemd?
A
het argument
B
het standpunt

Slide 18 - Quiz

In de conclusie herhaalt de schrijver zijn standpunt of mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Wat is het argument in de volgende zin?

Junkfood moet duurder worden, want het is slecht voor je gezondheid.
A
Junkfood moet duurder worden
B
het is slecht voor je gezondheid.

Slide 20 - Quiz

Bij het schrijven van een ingezonden brief mag je spreektaal gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Ingezonden brief: even zelf lezen 
Lees de tekst op de volgende sheet.  
1. Waar reageert de schrijfster van deze brief op?
2. Wat is haar mening?
Noteer het antwoord in je schrift. 

Slide 22 - Slide

Noteer je antwoorden en zet er het nummer voor (1, 2)

Slide 23 - Open question

Ingezonden brief 
Welke argumenten gebruikt 
de brievenschrijfster?
Noteer de gevonden argumenten in je schrift.

Slide 24 - Slide

Je leert nu hoe een ingezonden brief is opgebouwd.

Nodig: Je bouwplan 
2. De opbouw van een ingezonden brief

Slide 25 - Slide


Inleiding:

  • artikel waarop je reageert: bron (krant) + titel van artikel + datum
  • samenvatting artikel (max. 3 zinnen)
  • jouw mening


Kern:

  • argumenten (minimaal twee)
  • één alinea per argument

Slot:

  • samenvatting/conclusie 
  • herhalen mening  + eventueel advies/uitsmijter






Indeling van de ingezonden brief: I K S

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Opdracht 
Vul je bouwplan in m.b.v. de inhoud van de tekst over 'Slaaptekort leidt tot slechte schoolprestaties'.

Slide 28 - Slide