Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Signaalwoorden

Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden

Slide 1 - Slide

Doel
Je herkent signaalwoorden en de bijbehorende verbanden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden 
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s.
•"Verkeersborden" in een tekst.
• Ze laten je weten wat er gaat gebeuren en waar je op moet letten.

Slide 4 - Slide

Tijdsvolgorde
Chronologie

Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 5 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin?

[........] ik kan gaan koken, moet ik eerst nog boodschappen doen.
A
Nadat
B
Voordat
C
Eerst
D
Want

Slide 6 - Quiz

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, daarnaast, bovendien

Slide 7 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin?

Ik kan niet naar het feest, omdat ik een sportafspraak heb. [.......] heb ik nog huiswerk te doen.
A
en
B
Daarnaast
C
Bovendien
D
want

Slide 8 - Quiz

Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), maar, echter, daarentegen

Slide 9 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin?
Pizza met tonijn vind ik vreselijk. Een pizza met ham vind ik [.......] heerlijk.
A
in tegenstelling tot
B
ondanks
C
echter
D
behalve

Slide 10 - Quiz

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor

Slide 11 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin?

De PVV heeft hele extreme standpunten, .... willen veel partijen niet met deze partij samenwerken.
A
omdat
B
dus
C
aangezien
D
daarom

Slide 12 - Quiz

Doel – middel
Om (te), daarmee, waarmee, door middel van

Slide 13 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:

De taalvaardigheid van jongeren zal verbeteren, [......] ze fictie lezen.
A
waarmee
B
Als
C
door middel van
D
vandaar dat

Slide 14 - Quiz


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals
zo , namelijk

Slide 15 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
Iedere partij heeft een eigen standpunt t.o.v. het onderwijs : De leraren moeten ....meer salaris krijgen.
A
aangezien
B
omdat
C
want
D
bijvoorbeeld

Slide 16 - Quiz

Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers, kennelijk

Slide 17 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin?

Mensen stemmen in een hokje achter een gordijn, ... hun privacy.
A
omdat
B
vanwege
C
want
D
immers

Slide 18 - Quiz

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat, mits

Slide 19 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
... iemand zich niet kan legitimeren, mag hij/zij ook niet gaan stemmen.
A
Als
B
Tenzij
C
Bijvoorbeeld
D
Want

Slide 20 - Quiz

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 21 - Slide

Welk signaalwoord past in de zin:
..... hoop ik dat jullie nu begrijpen wat signaalwoorden zijn.
A
Al met al
B
Vandaar dat
C
Aan het eind
D
Tenzij

Slide 22 - Quiz

Ik beheers de signaalwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Ik kan de verbanden herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Schrijf nu over een situatie tijdens je stage, een opdracht bijvoorbeeld, waarbij het niet helemaal goed
verliep.
Wat gebeurde er en wat heb je gedaan om het op te lossen?
timer
2:00

Slide 25 - Open question