Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Geld lenen kost geld

1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lenen
Geld lenen:
aflossen (terugbetalen van de lening )
rente betalen

Slide 2 - Slide

Wat wordt er bedoelt met: "Het geld groeit me niet op de rug"
A
geld is te moeilijk om te hebben
B
Ik heb te weinig geld
C
Altijd te weinig geld hebben
D
Voor geld moet je werken.

Slide 3 - Quiz

Wat betekent: "Eieren voor je geld kiezen"
A
Veel eten kopen van je geld
B
Beter eieren dan geld hebben
C
Met minder genoegen nemen
D
Veel sparen

Slide 4 - Quiz

Bij wie kun je lenen?
Bij je ouders: Je kunt bijvoorbeeld om een voorschot op je zakgeld of kleedgeld vragen. 
Bij vrienden: Veel scholieren lenen van elkaar. Kleine bedragen voor een blikje cola, maar ook grotere bedragen. Spreek af wanneer je terugbetaalt en houd je daaraan. 
Van de bank: Onder de 18 kun je in Nederland niet zelf geld lenen bij de bank. het kan soms alleen als je ouders voor je tekenen. Dit betekent ook dat wanneer je niet in staat bent de lening af te betalen, je ouders dat moeten doen.

Van alle scholieren leent 23% weleens geld.

Slide 5 - Slide

John leent 110 euro bij zijn vriend Alberto. Hij spreekt af het bedrag in 2 maanden terug te betalen. Hoeveel euro betaalt hij de eerste maand terug.
A
45 euro
B
55 euro
C
50 euro
D
40 euro

Slide 6 - Quiz

Anjo is 17 jaar en wil geld lenen voor een nieuwe scooter. Bij wie kan ze terecht?
A
Bij vrienden
B
Bij de bank
C
Bij haar ouders
D
Bij de school

Slide 7 - Quiz

Leah leent 1.500 euro bij leninkje.nl. Ze betaalt 10% rente over de lening. Hoeveel rente betaalt ze.
A
15 euro
B
1,50 euro
C
150 euro
D
1.500 euro

Slide 8 - Quiz

Majid leent 15.000 euro bij een bank. Hij betaalt 4% rente. Hoeveel rente betaalt hij per jaar?
A
60 euro
B
600 euro
C
6 euro
D
6.000 euro

Slide 9 - Quiz

Maijid betaalt de 15.000 euro in 48 maanden terug. Hoeveel euro lost hij per maand af?
A
312,50
B
325 euro
C
362,50 euro
D
310,50

Slide 10 - Quiz

Suzanne en Freek sluiten een hypotheeklening af. Waarvoor lenen zij?
A
Voor de aankoop van een auto.
B
Voor de aankoop van een boot.
C
Voor de aankoop van een huis.
D
Voor de aankoop van vakantie.

Slide 11 - Quiz

Erna heeft een studieschuld. Hoe komt dit?
A
Ze kan niet goed met geld omgaan.
B
Ze heeft moeten lenen om de studie te betalen.

Slide 12 - Quiz

Waar zou jij geld voor lenen?

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video