Commerciele Calculaties WK4

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

Welke berekening klopt niet?

1. Omzet - BW = IWO
2. IWO + Omzet = BW
3. BW + IWO = Omzet
4. Omzet - IWO = BW

Evie ontvangt een factuur met bedrag van €6.250 excl btw. BTW = 21, betalingstermijn 30 dagen, betaling binnen 14 dagen is contante korting 2,5%

Marko verkoopt 50 producten met een verkoopprijs van €87,95. De klant krijgt een korting van 2,5%. Bereken de bruto en netto omzet.

Een fabrikant verkoopt 5000 paar sportschoenen a €25,-. Rabat 7,5%.
Bereken de factuurprijs

Trobel heeft een omzet behaald van €64.700 en een brutowinst van €29.700. Bereken de IWO

Maarten heeft een omzet incl btw van €81.269,55. BW = €35.515. Btw = 21%. Bereken de IWO

De omzet van Youpie is €475.275. BW = 38% van de IWO. Bereken de IWO

De omzet van Youpie is nu €875.275. BW = 41% van de IWO. Bereken de BW

Beginvoorraad: €14.589,74 inkopen: 785.698,36, eindvoorraad: 24.589,36
Bereken de IWO

Verzekeringskosten zijn voorbeelden van...

1. Kosten van belastingen
2. Kosten van vermogen
3. Kosten van diensten van derden
4. Kosten van menselijke arbeid

Kosten van vermogen

1. Rente
2. Loonkosten
3. Huur van een pand
4. Afschrijvingskosten

Kosten van duurzame bedrijfsmiddelen

1. Huur van een pand
2. Inkoopprijzen
3. Invoerrechten
4. Afschrijvingskosten

BTW behoort tot kostprijsverhogende belastingen.. motiveer je antwoord