keuzedeel Internationaal week 1, dagdeel 3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Keuzedeel Internationaal les 3

1. Check: heeft iedereen onderdeel 1 (blz. 6) bij zich? Is het af? 

2. Herhaling en toepassing theorie.

3. Uitleg pagina 11, tips en adviezen

4. Uitleg onderdeel 2 (blz 7)

5. Speeddate

6. Maken: onderdeel 2 

7. Afspraak inleveren Voorwaardelijke opdracht 1. 

Check

Heeft iedereen opdracht 1 (blz.6) afgemaakt en meegenomen?

Theorie 

Herhaling theorie en toepassingsvragen

Geef de definitie van het woord Cultuur

Een samenhangend geheel van opvattingen, voorstellingen, uitdrukkingsvormen waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving verworven hebben.

Cultuurverschillen 

Veel verschillen tussen culturen zijn volgens David Pinto te verklaren als je kijkt naar de manier waarop mensen omgaan met regels. 

Schaal:
Beginschaal:   F-cultuur 

Midden:  M- cultuur 

Eindschaal:  G-cultuur

F-cultuur

• Fijnmazig
• veel, strakke en gedetailleerde (gedrags)regels
• centraal: groep 
• kenmerken: veel respect en aanzien voor  ouderen, samen eten is belangrijk, afspraken zijn flexibel en de eer van de familie is heel belangrijk.

G-cultuur 

• Grofmazig
• weinig, losse en globale regels
• centraal: individu
• kenmerken: leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden, afspraak is afspraak en onverwachte gasten zijn vaak minder welkom en krijgen geen maaltijd aangeboden
• Er gelden algemene regels maar iedereen interpreteert op eigen manier.
  
• Eigen mening is belangrijk

M-cultuur 

Dit is een mixvorm tussen de F- en G-cultuur. Dit komt vaak voor bij de tweede generatie van migranten waar ook ter wereld.

Onder welke cultuur valt Nederland en onder welke cultuur vind jij jezelf vallen?

Wat zijn de dimensies van Hofstede?

1. Manieren om te kijken naar de samenleving.
2. Bepalen welke kenmerken een cultuur wel of niet bezit, zodat je de cultuur kan beschrijven.
3. De verschillende lagen in een cultuur

Is er in de Nederlandse cultuur sprake van een grote of kleine machtsafstand? Geef een voorbeeld.

De Nederlandse cultuur is vrij individualistisch. Geef een voorbeeld.

Wat past bij een Feminiene samenleving?

1. Mensen zijn prestatiegericht.
2. Er is aandacht voor het gevoel dat leeft binnen de samenleving.
3. Mannen en vrouwen hebben gelijke kansen op de arbeidsmarkt.
4. Je moet opkomen voor je rechten en van je afbijten!

Het pensioenstelsel in Nederland is een goed voorbeeld van Hofstedes dimensie:

1. Toegeeflijkheid/ terughoudendheid
2. Lange termijn/korte termijn oriëntatie
3. Machtsafstand
4. Onzekerheidsvermijding

Beoordelingsmodel blz. 11

Voldoet jouw verslag aan de eisen? 

Als iemand jouw verslag leest, is het dan duidelijk wat jouw eigen culturele achtergrond is? 

Advies: maak gebruik van begrippen die je in de les geleerd hebt. 

Uitleg onderdeel 2 (blz. 7)

Doel van de opdracht: Jouw eigen culturele achtergrond  vergelijken met die van een klasgenoot. 

Middel: Gesprekken in speeddate-vorm. (10 minuten per ronde) Ga hierin op zoek naar overeenkomsten en verschillen, zonder dat je hierover een oordeel hebt. Maak aantekeningen! 

Afronden opdracht week 1 

Maak het verslag aan de hand van blz. 7.

Afspraak: lever de eerste voorwaardelijke opdracht (blz. 6 en 7) in op vrijdag 12 november, via Teams. (je wordt toegevoegd)