Horizon College
Word de beste versie van jezelf

2023-05-15 Immuunsysteem & infectieziekten

2023-05-15 Immuunsysteem & infectieziekten
Immuunsysteem & infectieziekten
1 / 60
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 60 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 240 min

Items in this lesson

2023-05-15 Immuunsysteem & infectieziekten
Immuunsysteem & infectieziekten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma & Lesdoelen
- Vragen van jullie
- Uitleg immuunsysteem (Fp 20)
- Uitleg Infectieziekten (FP 21)
- Casus uit de praktijk 

Lesdoelen:
- Je weet op welke manier het lichaam zich beschermt tegen indringers
- Je kent de werking van het immuunsysteem
- Je kent het verschil tussen passieve en actieve immunisatie
- Je kent de verschillende groepen antibiotica
- Je kent de behandeling van verschillende infectieziekten


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lichaamsvreemde stoffen worden ook wel     .....       genoemd
Een lichaamsvreemde stof die een allergische reactie veroorzaakt worden ook wel  ....   genoemd
Het is een soort leukocyt en bevat histamine              
Een allergische reactie ontstaat pas na herhaaldelijk contact met een allergeen                           
De stof die vrij komt bij een allergische reactie heet...
Iemand met hooikoorts adviseer je om .... te gebruiken    
allergenen
antigenen
antihistaminica
histamine
mestcel
waar

Slide 3 - Drag question

Hoe zat het ook alweer? 
Immuunsysteem ook aan bod geweest bij allergie
Antigeen= lichaamsvreemde stof
Antilichaam: maakt antigeen onschadelijk
Allergeen: stof die allergische reacties oproept bij mensen die daarvoor gevoelig zijn, bijv. inhalatieallergenen of voedselallergenen.
Wat is een antilichaam

Slide 4 - Open question

Antilichaam wordt door het lichaam aangemaakt tegen een specifiek antigeen, het maakt antigeen onschadelijk (IgE)
Ook wel antigeen- antilichaam reactie genoemd.

Slide 5 - Video

This item has no instructions

reactie van immuunsysteem
veroorzaakt door te kort aan enzym
ongewenste werking van gnm
reactie door allergenen
veroorzaakt door triggers
absolute CI
diaree bij antibiotica
Intolerantie
Bijwerking
Overgevoeligheid

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Stelling:
Het verplichte vaccinatiebeleid ten tijde van corona, was een succes.

Slide 7 - Poll

Immuniteit duidt aan dat iemand door het aanmaken van antilichamen beschermd is tegen een bepaald ziekmakend lichaamsvreemde stof (bacteriën en virussen) 
Groepsimmuniteit: hoe meer mensen immuun zijn voor een bepaalde ziekte, hoe kleiner de kans op verspreiding

Slide 8 - Slide

Bij natuurlijk actieve immunisatie komt het lichaam in contact met een antigeen en gaat daarop zelf leren om antistoffen te maken, je kunt dus ziek worden.
Pasgeborenen krijgen de antistoffen via bloed en de borstvoeding aangeboden. Deze moedermelk heet colostrium. → hierin zitten veel antistoffen die de baby direct beschermen. Het vermogen om zelf antistoffen te maken, moet bij baby's namelijk nog worden ontwikkeld.

Slide 9 - Slide

Kunstmatig actieve immunisatie= vaccinatie→ profylactische maatregel→ kom je dan echt met het antigeen in contact, dan wordt je niet ziek. Het lichaam kan immers direct grote hoeveelheden antistof aanmaken. Het nadeel van vaccinatie is dat je niet direct ongevoelig bent voor het antigeen. 

Slide 10 - Slide

Het nadeel van vaccinatie is dat je niet direct ongevoelig bent voor het antigeen. Als je echter ongevoelig geworden bent, dan duurt deze bescherming ook lang (voordeel).
Bij kunstmatig passieve immunisatie breng je het lichaam direct in contact met de antistoffen. Het lichaam is hierdoor meteen tegen de aandoening beschermd. Het voordeel van het toedienen van antistoffen (immunoglobulinen) is dat je direct ongevoelig bent voor het antigeen. Het nadeel is dat deze bescherming korter duurt dan vaccineren (het lichaam leert immers niet om zelf antistoffen te maken).

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

Deze site goed uitleg te vinden waar de vaccinaties voor dienen. 
Gevaccineerd tegen..
  • Baarmoeder-halskanker → HPV (Humaan Papillomavirus) → ontstekingen met dit virus kunnen afwijkingen veroorzaken in aan het slijmvlies wat kan leiden tot verschillende vormen van kanker. 
    Bijv. baarmoederhalskanker, kanker van de anus, penis, en de mond- en keelholte.
  • Bof → BMR → virale kinderziekte, gekenmerkt door zwelling van de speekselklieren. Kan leiden tot ernstige complicaties van hersenvlies- en hersenontsteking. Teelbalonsteking wat kan leiden tot onvruchtbaarheid komt zelden voor. 
  • Difterie  DKT(P) → acute infectieziekte door een bacterie. In de keel worden vliezen gevormd met gevaar op verstikking. 
  • Geelzucht (hepatitis A) → leveraandoening, dit is zichtbaar in de huid en ogen (gelig). Komt vooral voor bij jonge mensen. De infectie wordt overgebracht via hoesten, lichamelijk contact en drinkwater. Genezing komt na 6-8 weken, klachten kunnen langer aanhouden. Immunoglobuline genezen reeds bestaan infectie niet, uitzieken. Immunoglobuline worden preventief ingezet bij naasten van besmette persoon. Bij ouderen kan geelzuchtinfectie langdurig zijn, daarom advies bij reizen naar bepaalde gebieden. 
  • Geelzucht (hepatitis B) → HepB → virale infectie die overgebracht wordt door bloed-bloedcontacten. Heeft lange incubatietijd, voordat ziekteverschijnselen zich manifesteren. Ziektebeloop ernstiger, daarom advies vaccinatie bij risicoberoepen. 

Slide 13 - Slide

DKTP = difterie, kinkhoest, tetanus en polio
Voor de behandeling van difterie is er een dierlijk immunoglobuline beschikbaar. 
Gevaccineerd tegen..
  • Griep = influenza → Griepprik → verzamelnaam voor allerlei infectieziekten. De virale infectieziekten die gepaard gaan met acute onsteking van de bovenste luchtwegen, spierpijn en koorts. Advies om patiënten met (chronische) longziekten, hartaandoeningen, diabetes melitus te laten vaccineren.  Influenxa verzwakt mensen waardoor andere aandoening ernstig kan opspelen, zelf tot de dood. 2
  • Hersenvliesontsteking  → Hib → veroorzaakt door bacterie of virus. Belangrijkste verwekker bij voor zeer jonge kinderen is de bacterie Haemophilus influenzae type B= Hib. Deze bacterie kan ook leiden tot meningitis (=hersenvliesontsteking). Naast kans op overlijden kan het ernstige restverschijnselen als doofheid, epilepsie, verlamming en verstandelijke beperking geven. Daarom opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma (tot 5 jaar).
    MenACWY → Meningokokken zijn ook verwekker en worden onderverdeeld in verschillende typen. Type B        komt in Nederland het meest voor.  
    Pneu → Pneumokokken bacterie kan leiden tot verschillende ziekte als neus-bijholte-ontsteking,        
    oorontsteking en longontsteking. Bij kinderen jonger dan vijf jaar met invasieve pneumokokkenziekte kan        het leiden tot bloedvergiftiging of hersenvliesontsteking.
  • Kinderverlamming = Poliomyelitis → DKTP → veroorzaakt door een virus dat een ontsteking van de zenuwcellen in het ruggemerg geef, met als gevolg verlamming
  • Kinkhoest → DKTP → bacteriële infectie die gepaard gaat met ernstige hoestbuien. Is vooral gevaarlijk op jonge leeftijd. Ook zwangere vrouwen worden met 22 weken gevaccineerd, zodat baby's vanaf de geboorte beschermd zijn.

Slide 14 - Slide

Elk jaar, in oktober, kunnen mensen met chronische ziekten (longziekten, hart- en vaatziekten, suikerziekte, ziekten waarbij de afweer verminderd is) en – sinds 1996 – alle ouderen (65+) zich laten vaccineren. Onderzoek heeft aangetoond dat de gezondheidswinst groter is dan de kosten van de vaccinatie. De kosten worden gedragen door de overheid.
Het influenzavirus – te onderscheiden in type A en B – verandert jaar op jaar. Afhankelijk van het voorkomen van de nieuwe soort virus (type A en B) wordt het vaccin samengesteld. Vaccins van het jaar daarvoor worden niet meer gebruikt.
Gevaccineerd tegen..
  • Mazelen → BMR → virale kinderziekte gekenmerkt door oogontstekingen, longaandoening en typische huisuitslag. Ziekte verloopt in twee koortsfasen, huiduitslag onstaat in de tweede fasez. Incubatietijd 8-12 dagen. Meeste complicaties veroorzaken geen blijvend letsel.
  • Rodehond = rubella → BMR → virale infectie die gepaard gaat met typerende huiduitslag en zwelling van de lymfeklieren. De ziekte verloopt in het algemeen zonder probleem. Het is in het rijksvaccinatieprogramma opgenomen omdat het bij een zwangere vrouw zonder antilichamen kan leiden tot ernstige ontwikkelingsstoornissen van de foetus (hartgebreken, zenuwstelselafwijkingen, oogafwijkingen en gehoorstoornissen).
  • Tetanus = stijve kramp → D(K)TP → wordt veroorzaakt door de tetanusbacterie. Deze geeft een giftige stof af die pijnlijke spierkrampen veroorzaakt. De tetanusbacterie komt vooral voor in straatvuil. Een slecht bloedende straatvuilverwonding (schaafwond) of een hondenbeet vraagt om behandeling.
  • Pneumokokken → Pneu → 

Slide 15 - Slide

Nooit een prik tegen tetanus gehad? Dan is het belangrijk dat u een prik krijgt met antistoffen tegen tetanus. U krijgt meteen ook nog een andere prik. Die zorgt ervoor dat u zelf antistoffen maakt tegen tetanus.
Het is het beste als u deze prikken zo snel mogelijk krijgt, maar in ieder geval binnen 3 weken na de bijtwond.
Na 1 maand en na 6 maanden moet u weer een prik krijgen.
Is uw laatste prik tegen tetanus langer dan 10 jaar geleden? Dan heeft u maar 1 nieuwe prik nodig.
Corticosteroïden

Slide 16 - Mind map

Corticosteroïden= hormonen gemaakt in de bijnieren. 
Corticosteroïden worden verder gebruikt bij reumatische aandoeningen, om allergische reacties te onderdrukken, bij aandoeningen van de luchtwegen en bij kwaadaardige aandoeningen. In al die gevallen is er sprake van ontstekingsreacties die bestreden moeten worden.
budesonide

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Corticosteroïden
Kortdurend gebruik: een korte stootkuur om plotseling optredende ziekteverschijnselen, zoals een plotselinge en heftige uitbraak van astma of een andere heftige allergische reactie, te onderdrukken. Afbouwen is niet nodig

Chronisch gebruik: langdurig gebruik waarbij de dosering afhankelijk is van de indicatie en de ernst van de verschijnselen. Afbouwen noodzakelijk om bijnierfunctie weer op gang te laten komen= uitsluipen.

Bijwerkingen: sterk werkzaam en niet selectief. Verhoogde gevoeligheid voor infecties, osteoporose, vollemaansgezicht, groeivertraging bij kinderen, kans op maagbloeding vergroot.

Slide 18 - Slide

In de praktijk zie je dat mensen die chronisch (langer dan drie maanden) meer dan 7,5 mg prednisolon per dag gebruiken, er een middel tegen botontkalking bij gebruiken. Bovendien wordt veelal een maagzuurremmer gebruikt om de maagklachten te verminderen.
Prednison = prodrug, wordt omgezet in de lever tot het werkzame prednisolon.

Slide 19 - Link

Deze naam dien je te leren

Slide 20 - Slide

Op een infectie volgt een ontstekingsreactie.
Bacteriën over het algemeen nuttig. Weefsels, bloed en urine bevatten normaal gesproken geen bacteriën.
Je kunt besmet raken door het inademen van lucht, via het eten van voedsel, via bloed.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Welke parasieten kun jij noemen?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort behandeling is het gebruik van antibiotica?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

1-remming celwandsynthese van de bacterie, zonder celwand knapt bacterie uit elkaar (osmotische druk).
2-remming van de nucleïnezuursynthese (dat deel dat bacteriespecifiek is), grijpen in op replicatieproces van DNA/RNA.
3-aangrijpen op de specifieke bacteriestofwisseling, foliumzuur essentieel voor aanmaak DNA/RNA
4-beschadigen van de buitenste celmembraan (bij gramnegatieve bacteriën)
5-remming eiwitsynthese (dat deel wat bacteriespecifiek is)(gebeurt in de ribosomen)
Penicillines hebben een bèta lactam, deze ring klapt open en koppelt zich aan de celwand van de bacterie. De celwand wordt daardoor poreus. De bacterie loopt leeg en sterft. Sommige bacteriën (bijv staphylococcus aureus →steenpuisten) hebben geleerd een enzym (=bèta lactamase) te maken die de ring openbreekt voordat het antibiotica kan werken.
Antibiotica ontwikkeld →Flucloxacilline (Floxapen) en amoxicilline + clavulaanzuur (Augmentin) die ongevoelig zijn voor beta lactamase.
Antibiotica die alleen op de celwand werken, zijn alleen te gebruiken bij Grampositieve bacteriën.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Welke informatie vertel jij aan een patiënt bij antibiotica?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Welke bijwekingen ken je?
Kun je de bijwerking verklaren?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

Afgesproken qua afronding:
tot 1 ml op 2 decimalen nauwkeurig
tot 3 ml op 1 decimaal nauwkeurig
> 3ml afronden op een hele of halve ml, naar boven.
Bij een range nooit onder de range uitkomen! 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

VD
ND
Max
conclusie 
pk
fr
pe
Doseringscontrole
R\Amoxicilline drank (50mg/ml)
voor 7 dagen.
s. 3x3 ml 
 

Werk de doseringscontrole uit.

Slide 40 - Slide

eerst normdosering 
VD
ND
Max
conclusie 
pk
150 mg
-
-
-
fr
3x
3x 
-
volgens norm
pe
450
1000 mg

1,5 g
onder de norm
Doseringscontrole
R\Amoxicilline drank (50mg/ml)
voor 7 dagen.
s. 3x3 ml 
 

Werk de doseringscontrole uit.

Slide 41 - Slide

eerst normdosering 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Wat adviseer je bij een kindje van 5 vijf jaar oud dat buikpijn heeft?
Welke vragen ga je stellen?

Slide 57 - Open question

This item has no instructions

VD
ND
Max
conclusie 
pk
fr
pe
Doseringscontrole
R\Methotrexaat 2.5mg tablet
da 180st VU
S: 1w8t
Werk de doseringscontrole uit.

Slide 58 - Slide

eerst normdosering 
Heeft er iemand een casus vanuit de praktijk? 
Maak een korte presentatie over een casus/recept. 
Achtergrond informatie gnm + patiënt

Slide 59 - Slide

Wie oh wie bijt de spits af? 
Maak een planning zodat iedereen aan de beurt komt. Afgestemd op Nederlands. 

Wat vind je van deze les?

Slide 60 - Poll

This item has no instructions