Horizon College
Word de beste versie van jezelf

Inversie les 1

woordvolgorde - inversie
Begrijp jij er iets van?
??
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

woordvolgorde - inversie
Begrijp jij er iets van?
??

Slide 1 - Slide

Doel

  • Ik kan zinnen maken die beginnen met een tijd of een plaats.
  • Ik weet wat inversie is.


Slide 2 - Slide

De gewone zin (1-2-3)
              Inversie (3-2-1)
 
De man           loopt             in het bos. 
De gewone zin verandert als de zin niet met het onderwerp begint, maar met een ander deel van de zin:

> In het bos loopt de man.
> Loopt de man in het bos?


1
onderwerp                werkwoord                  tijd / plaats
3
2

Slide 3 - Slide

Wat gebeurt er?
Het onderwerp en het eerste werkwoord (persoonsvorm) wisselen:
Ik ga elke dag naar school.
Elke dag ga ik naar school.
Naar school ga ik elke dag. 
Ga ik elke dag naar school?


Slide 4 - Slide

Wanneer doe je inversie?

Als een ander deel van de zin vooraan staat, bijvoorbeeld de tijd, de plaats of wat:
- Morgen ga ik naar de dokter.
- Een brood koop ik bij de bakker.



Bij een vraag:
-  Kan jij morgen afspreken?
- Mag ik maandag naar jou komen?

Slide 5 - Slide

Morgen gaat hij naar Limburg.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Morgen hij gaat feest vieren.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Gaat hij dan 's zondags wel naar de kerk?
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Dat ik denk niet.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Maak jij morgen de opdracht af?
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

Thuis hij is altijd rustig.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quiz

Om 10:25 is het pauze.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

Zet de volgende zinnen in de goede volgorde.

Begin met het dikgedrukte woord.

Slide 13 - Slide

vanavond
hij
de
leest
krant

Slide 14 - Drag question

 Afrika
olifanten
de
leven
in

Slide 15 - Drag question

mei
eieren
vogels
leggen
in

Slide 16 - Drag question

tafel
krant
de
ligt
op

Slide 17 - Drag question

jaar
weg
ze
gaat
volgend

Slide 18 - Drag question

om 3 uur
les

ik
heb
maandag

Slide 19 - Drag question

Egypte
ouders
mijn
wonen
in

Slide 20 - Drag question

school
les
hij
heeft
op

Slide 21 - Drag question