Horizon College
Word de beste versie van jezelf

zorgleefplan

1 / 87
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 87 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zorgleefplan wat komt aan bod;
Wat versta je onder het zorgleefplan?
Waar is het zorgleefplan op gebaseerd?
Wat is het doel van een zorgleefplan?
Hoe werk je met het zorgleefplan?
Hoe is het zorgleefplan opgebouwd?



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Visie op zorg
Wat is jouw mensvisie?
Wat is jouw visie op zorg?
Hoe staan deze tot elkaar?
Hoe vertaal je jouw visie op zorg naar hoe je  werkt?
Hoe krijgt deze vorm?
Wat vind jij belangrijk?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

jouw persoonlijke visie op zorg bepaalt:
- de keuzes die je maakt in het verlenen van je zorg op korte en lange termijn

- de verantwoordelijkheid die de zorgvrager neemt en die jij (over) neemt.

- op welke wijze jij je deskundigheid inzet
- samenwerking met collegae

-media ter ondersteuning van je zorgverlening

-instrueren, begeleiden, ondersteunen, voorlichting, geestelijk en sociaal bijstaan

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat versta je onder kwaliteit van leven

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Kwaliteit van leven 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Methodisch werken
Methodisch werken of werken volgens een methodiek is een soort kapstok waar je al je werkzaamheden als verzorgende kunt ophangen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Intuïtief handelen
vs
Methodisch handelen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Het zorgproces
Methodisch werken is het begin van een zorgproces;


Begint met het vaststellen van een hulpvraag of gezondheidsbehoefte en 
eindigt als de zorgvrager geen ondersteuning meer nodig heeft.
(ontslag, overplaatsing of overlijden)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het zorgproces
Het systematisch verzamelen van gegevens
Het in beeld brengen van de behoefte aan verzorging en ondersteuning
Het formuleren van de zorgresultaten of doelstellingen van de zorgvrager
Het kiezen van zorgactiviteiten
Het uitvoeren van de zorg
Het evalueren van de zorg

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Vier kenmerken van methodisch handelen 
  • Systematisch :logische volgorde, niet alles tegelijk
  • Doelgericht :naar een vooraf bepaald doel toewerken
  • Procesmatig : volgens het verpleegkundig proces, de ene stap moet afgerond voor je de volgende stap zet
  • Bewust : je weet wat je doet en waarom, je stelt een plan op

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uit welke 6 stappen bestaat het methodisch zorgproces?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

methodisch werken cycles

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat versta je onder methodisch handelen in de zorg?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Observeren


   Is de belangrijkste vaardigheid van de hulpverlener
Verandering in gezondheidstoestand herkennen
Hoe is de situatie daarvoor, patiënt dus goed kennen
Methodisch inventariseren van de zorgbehoefte, zorgvraag vertalen naar behoefte van de patiënt

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maar zeker ook;
horen, zien, ruiken, proeven
intuïtie
voelen, denken, interpreteren en doen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Observeren
Hoe observeer jij?
oefening.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Observatie
Is de belangrijkste vaardigheid van de verzorgende/verpleegkundige;
Verandering in gezondheidstoestand herkennen
Hoe is de situatie daarvoor, patiënt dus goed kennen
Methodisch inventariseren van de zorgbehoefte, zorgvraag vertalen naar behoefte van de patiënt

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Observatie
 Als je observeer, zie je dan altijd wat je moet zien?

Of zie je wat je wilt zien?
Hoe is het met je waarneming?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je?

Slide 22 - Slide

drie vrouwen twee in een witte jas en een in bed

Slide 23 - Link

This item has no instructions

Verandering in verzorgingsbehoefte
gebeurt door
Observatie!!!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Observatie
Verandering in verzorgingsbehoefte
gebeurt door
Observatie!!!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Observatie
Als je observeer, zie je dan altijd wat je moet zien?

Of zie je wat je wilt zien?
Hoe is het met je waarneming


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Smoezen met je buurvrouw
        Is je observatie altijd goed?
Bespreek met je buur of je fouten kunt maken tijdens observatie?
Wanneer wel?
Wanneer niet?
Wat is belangrijk bij observatie?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is er aan de hand?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

objectief zonder oordeel

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Methodisch handelen
- Het woord ‘methode’ is afgeleid van het Griekse ‘meta hodos’, dat ‘de weg waarlangs’ betekent.
- Een methode geeft de weg aan, waarlangs je je doel kunt bereiken. 
- Het kenmerkende van een methode is, dat je er van tevoren over nadenkt hoe je in een bepaalde situatie je doel het beste kunt bereiken. 
- Daarbij hou je rekening met allerlei factoren, zoals tijd, plaats, beschikbare middelen en kosten.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van methodisch werken
  • Doelgericht: Wat is het doel? Waar werk je naartoe? Wat wil je bereiken?
  • Planmatig: Elke stap die gezet wordt, staat in een plan. Elke stap heeft te maken met de vorige en met de volgende stap. Alle stappen zijn logisch met elkaar verbonden.
  • Procesmatig: tijdens het uitvoeren van het plan, werk je met een doel. Je houdt in de gaten of je nog op de goede weg zit en stelt je plan bij als dat nodig blijkt te zijn.
  • Bewust: bij het plannen en uitvoeren van een plan, ben je bewust bezig. Je denkt na over de doelen die je wilt bereiken, je houdt het proces in de gaten tijdens de uitvoering van het plan, je bent je bewust van de situatie van je patiënt/cliënt, maar ook van je eigen gevoelens en invloed hiervan op je patiënt/cliënt.




Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Het zorgleefplan, of ook wel ondersteuningsplan,
 - Helpt de cliënt zo te ondersteunen dat hij zijn leven (ondanks ziekte of beperking) zoveel mogelijk kan voortzetten zoals hij dat wil.
- De voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt zijn het uitgangspunt van het zorgleefplan. 
- De zorgverlener denkt mee met de cliënt over hoe hij zijn doelen kan bereiken en doet voorstellen. 
- De cliënt beslist welke ondersteuning hij wil. 
- De afspraken die de zorgverlener maakt met de cliënt wordt vastgelegd in het zorgleefplan.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

4 zorgleefdomeinen van zorg

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Opdracht; stap 1 gegevens verzamelen
Rapporteren is een veel voorkomende taak van verzorgenden.
Velen malen per dag ben je met rapporteren bezig. Lezen, schrijven, opzoeken, overleggen, afspraken, observaties, continuïteit, coördinatie, evaluatie, het heeft allemaal met rapporteren te maken.
Onderstaande opdracht heeft te maken met de start van het verpleegkundig proces, een proces dat uit verschillende fases bestaat en cyclisch verloopt;

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord de onderstaande vragen, behorende bij de eerste fase van het verpleegkundig proces, gegevens verzamelen;
 Beschrijf een casus vanuit je dagelijkse werk, een cliënt waar jij verantwoordelijk voor bent.
 Hoe verzamel je gegevens voor de te verlenen zorg?
 Berust dit op een visie van verplegen / zorg?
 Wanneer verzamel je gegevens?  Wie verzamelt deze gegevens?
 Van wie krijg je deze gegevens?  Waar bewaar je deze gegevens?
 Wat gebruik je van deze gegevens?
 Wordt dit gebruikt als onderdeel van het zorgproces? Hoe?
 Wat vind je hiervan?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

De probleemstelling 
De probleemstelling is het punt waar het hele plan om draait. 
De oplossing en aanpak voor het geformuleerde probleem zijn het doel van je plan en geven richting aan de uitvoering ervan.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Analyse van gegevens
zorg-, verpleegproblemen
POV;

Probleem Subjectief en objectief
Oorzaak Objectief, analyse
Verschijnselen objectief

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Opdracht; formuleren van zorgproblemen
Beschrijf twee zorgproblemen vanuit je beschreven casus
Waar let je op als je verpleegproblemen formuleert?
Wie en voor wie schrijf je zorgproblemen op?
Waarom schrijf je verpleegproblemen op?
Wanneer schrijf je verpleegproblemen op?
Hoe schrijf je verpleegproblemen op?
Wat doe je vervolgens met deze problemen?
Wat vind je hiervan?

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

2e fase methodisch handelen formuleren van zorgproblemen
Wat deed/kon de zorgvrager zelf?
Wat kan de zorgvager nu?
Bepaal het probleem door stap 1 en 2 te vergelijken
Wat is de oorzaak van dit probleem?
Is het voor de zorgvrager ook een probleem?
Is het van belang om met dit probleem te gaan werken?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Beschrijf het zorgprobleem;
met woorden die over het gedrag van de zorgvrager gaan
vanuit de zorgvrager, zoals die het heeft beleeft
duidelijk zodat er een doelstelling uit af te leiden valt
de mogelijke feitelijke /objectieve oorzaken

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Doelstelling
Na het formuleren van je probleemstelling, formuleer je de doelstelling. 
Dit is wat je wil bereiken. 
Doelen zorgen ervoor dat je handelt op een manier die zinvol is. Doelen voorkomen dat je je met de verkeerde zaken bezig houdt.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

De doelstelling is wat je wilt bereiken.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

planning maken en uitvoeren
interventies nav  je ps en ds

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Rapporteren 
Afwijkingen: zaken die anders lopen dan in het plan is afgesproken
Observaties en signalen: ander gedrag, bijwerkingen van medicijnen, meer of minder eetlust, meer of minder activiteit, fysieke veranderingen, etc. Deze en andere observaties moeten duidelijk genoteerd worden in de rapportage.
Veranderingen in de situatie van de patiënt/cliënt.
Voortgang: hoe verloopt het zorg- of begeleidingsproces?
Resultaten van de acties die je uitvoert.








Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Functie rapporteren
Je rapporteert om:
Te informeren
Te evalueren
Advies te geven
Dingen te verantwoorden
Continuïteit in zorg en begeleiding te kunnen bieden
Te signaleren

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

schriftelijk of mondeling

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten
Bedenk: voor wie ga ik rapporteren? Wie kan het lezen?
Bedenk ook: is dat wat je wilt opschrijven wel echt belangrijk voor de begeleiding van de cliënt
Houd je aan afspraken over wat en hoe gerapporteerd wordt
Schrijf leesbaar en met correct taalgebruik
Rapporteer objectief en specifiek

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten vervolg
Maak onderscheid tussen jouw observaties en interpretaties
Vermijd subjectieve woorden (weer, steeds, altijd, nogal wat, voortdurend, behoorlijk)
Houd het overzichtelijk
Werk mee aan inzage- en correctierecht

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Rapporteren soap
s= subjectief
o=objectief
a= analyse
p=planning 

Slide 52 - Slide

Door SOAP te rapporteren werk je systematisch en observeer je beter en kun je datgene wát je observeert beter analyseren.
Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals de jij dit waarneemt.
Plan: Plan wat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de client hierop? Hoe moet verder worden gehandeld?
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens.
Evaluatie: gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat eraan de hand is?
Voorbeelden soap
S: Mevrouw verteld me dat haar vinger tussen de deur heeft gezeten.
O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd.
A/E: vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de deur gezeten, ze heeft pijnklachten.
P: ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de kraan latenhouden. Dokter gebeld voor overleg. Hij komt vanmiddag naar de vinger kijken

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld Soap rapportage
S: Mevrouw verteld me dat haar vinger tussen de deur heeft gezeten.
O: De vinger van mevrouw is dik en blauw, paars verkleurd.
A/E: vermoedelijk heeft mevrouw met haar vinger tussen de deur gezeten, ze heeft pijnklachten.
P: ik heb mevrouw gerustgesteld en haar vinger onder de kraan latenhouden. Dokter gebeld voor overleg. Hij komt vanmiddag naar de vinger kijken

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Waar moet je op letten bij het rapporteren?


  • Rapporteer in chronologische volgorde.
  • Schrijf de datum op van je rapportage.
  • Schrijf je naam en functie op, zodat iedereen weet wie wat heeft gerapporteerd.
  • Rapporteer overzichtelijk, duidelijk en beknopt. Vermeld alleen de zaken die er toe doen.
  • Maak duidelijk of het gaat om een objectieve waarneming (een feit zoals bijvoorbeeld een temperatuur of een bloeddruk) of om een subjectieve waarneming (een vermoeden of indruk zoals bijvoorbeeld een vermoeide indruk of een lusteloze houding).
  • Geef duidelijk aan als je een actie verwacht van iemand.
  • Leg een relatie met de doelen en acties in je plan. Leg uit waarom je iets doet of gedaan wilt hebben.












Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Slide 56 - Link

This item has no instructions

Tips
Schrijf respectvol, Vermeld afspraken
Beschrijf alleen feiten, vermeld het als jij je mening geeft
Rapporteer niet vanuit emotie
Stel geen diagnoses als je niet bevoegd bent
Reageer op eerdere rapportages
Vermijd vaktaal en afkortingen (die andere niet begrijpen
Let op taal,-schrijf en typefouten
Schrijf kort, krachtig en volledig

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden hoe niet
"Mevrouw moest vaak naar het toilet".

Slide 58 - Slide

This item has no instructions

‘vaak’ is niet objectief

S: mevrouw vertelde dat zij steeds moet plassen
O: mevrouw ging tijdens de dagdienst 6x naar het toilet
A/E: Normaal gaat mevrouw 2x per dienst naar het toilet
P: in overleg met arts urine opvangen en eerste contactpersoon bellen

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

soap?
"Meneer is er zwaar aan het worden in de zorg".

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

soap
zwaar’ heeft meerdere betekenissen; meneer is flink aangekomen of is de zorgvraag groter dan voorheen?
of psychische belasting?
 




Slide 61 - Slide

This item has no instructions

soap
S: meneer riep tijdens de zorg ‘laat mij met rust’
O: meneer duwde tijdens de verzorging mijn handen weg
A/E: meneer was moeilijk te helpen en daardoor duurde de verzorging langer
P: Observeren hoe de verzorging morgen gaat en rapporteren

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

soap?
Mevrouw is depressief

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

soap
Depressief is een diagnose, welke je als vp’er niet mag stellen.

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

soap

S: Mevrouw gaf aan niet deel te willen nemen aan activiteiten vandaag. Mevrouw wil ook niet uit bed komen.
O: Mevrouw trekt de dekens over haar gezicht en stuurt mij de kamer uit.
A/E: Uit de rapportages blijkt dat mevrouw deze week vaker niet naar activiteiten wil en in bed blijft liggen.
P: overleggen met arts/psycholoog.

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

soap?
De wond is verzorgd volgens afspraak

Slide 66 - Slide

This item has no instructions

soap
Dit zegt niets over de wond zelf.

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

soap

S: Wondverzorging
O: Het wondverband was verzadigd. Wond ziet rood met aan de linker kant wat geel beslag
A/E: Wond beoordeeld (minder rood) en verzorgd. Wond schoongemaakt en opnieuw verbonden volgens afspraak.
P: Wondbehandeling volgens plan blijven uitvoeren.

Slide 68 - Slide

This item has no instructions

soap?
Meneer was erg onrustig.

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

soap
Dit is niet concreet. Wat is onrustig in de situatie van meneer?

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

soap

S: Meneer was onrustig vandaag.
O: Meneer liep heen en weer. Stond tijdens de maaltijd 5x op en riep hard ‘ hallo’ door de gang. Meneer kon niet gerustgesteld worden.
A/E: De onrust bij meneer was meer dan gisteren.
P: Morgen en de komende dagen meneer blijven observeren en hierover rapporteren. Indien na 2dagen geen vermindering, overleg met arts of psycholoog.

Slide 71 - Slide

This item has no instructions

soap?
Meneer gaf aan zich niet lekker te voelen tijdens de ADL.

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

soap
‘niet lekker’ is niet concreet. Er is geen vervolg actie opgeschreven. ADL is een afkorting die niet gangbaar is binnen de NL taal.

Slide 73 - Slide

This item has no instructions

soap
S: Tijdens de verzorging zei meneer dat hij misselijk was.
O: Meneer werd tijdens de verzorging wit in het gezicht en werd wat stil. Bij het overeind gaan zitten draaide de heer met zijn ogen.
A/E: Controles gedaan. Bloeddruk en hartslag hoger dan normaal (zie metingen).
P: Arts gebeld. De arts komt voor 10.00uur bij meneer langs. Meneer in overleg in bed laten liggen.

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

soap?
De dochter van mevrouw wil niet meer gebeld worden voor onzinnige dingen. Ze schrikt als de telefoon gaat en denkt dat er iets ergs aan de hand is.

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

soap
Het is niet duidelijk wat ‘onzinnige dingen’ zijn. Deze formulering wekt daarnaast de indruk dat de dochter niet serieus genomen wordt.

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

soap
S: Dochter gaf aan dat zij te veel gebeld wordt en zegt dat ze hier last van heeft.
O: ik heb dochter gebeld om een afspraak rondom de verzorging van mevrouw na te gaan.
A/E: Er is onduidelijkheid ontstaan rond de verzorging van mevrouw en de afspraken die gemaakt zijn met haar dochter.
P: Afspraken uit het zorgleefplan en de verzorgingskaart nakomen. Bij onduidelijkheid over afspraken neemt de woonzorgbegeleider senior contact op met dochter en worden de afspraken zo nodig aangepast.

Slide 77 - Slide

This item has no instructions

soap?
G.B.

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

soap
Wat betekent deze afkorting? Geen Benen, Geen Belangstelling, Grote Broek, Grote boodschap, Geen Bijzonderheden?

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

soap
G.B. is geen gangbare afkorting in de NL taal. Probeer, ook als er geen bijzonderheden te vermelden zijn, te rapporteren over de gebeurtenissen van de dag, de verzorging.. Het mag natuurlijk ook een leuk moment of gebeurtenis zijn!

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

soap?
Mevrouw Erikson heeft van mevrouw Jansen een klap gekregen. Die twee maken altijd ruzie met elkaar.

Slide 81 - Slide

This item has no instructions

soap
Noem geen namen. Schrijf over een ‘medebewoner’. En ‘altijd’ is generaliserend.

Slide 82 - Slide

This item has no instructions

soap
S: Mevrouw loopt huilend door de gang, loopt achter de zorg aan.
O: Mevrouw heeft een blauwe plek op haar arm en zij heeft een rode wang.
A/E: Mogelijk is mevrouw geslagen door een medebewoonster, ze heeft wel vaker woordenwisselingen met een medebewoonster.
P: Mevrouw en medebewoonster voorlopig niet naast elkaar aan tafel zetten en kijken of dit helpt. Voorval bespreken met arts en psycholoog tijdens visite. Familie is ingelicht.

Slide 83 - Slide

This item has no instructions

oefenen
Mevrouw verliest gewicht. Ik heb haar daarom haar lievelingseten gegeven.
Vervoer naar ZKH is geregeld
Meneer was erg seksistisch aanwezig.
De huid van meneer ziet er een stuk beter uit.
Meneer van Poland roept dat hij aan jouw billen wil voelen.

Slide 84 - Slide

This item has no instructions

Evalueren
 Tijdens de evaluatie wordt er gekeken wat er goed is gegaan en wat er beter had gekund. 
Zijn de gestelde doelen behaald? 
Moeten de doelen bijgesteld worden? 
Is de patiënt/cliënt tevreden? 
Moet de planning worden bijgesteld? 
product en proces

Slide 85 - Slide

This item has no instructions

Slide 86 - Slide

This item has no instructions

Slide 87 - Slide

This item has no instructions