Horizon College
Word de beste versie van jezelf
‹Return to search

bedrijfseconomie opbrengst en kosten

onderdeel 1 van de examenmatrijs
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

onderdeel 1 van de examenmatrijs

Slide 1 - Slide

EXAMENMATRIJS EKB

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

hoe bereken je de opbrengst van een bedrijf?
A
inkoopprijs per artikel x aantal verkocht
B
verkoopwaarde - alle kosten
C
verkoopprijs per artikel x aantal verkocht
D
verkoopwaarde - inkoopwaarde

Slide 4 - Quiz

wat betekent opbrengst bij een bedrijf?
of weet je een ander woord daarvoor?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

AFSCHRIJVING MET EEN PERCENTAGE VAN DE AANSCHAFPRIJS

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide


hoeveel euro hebben wij totaal afgeschreven?
Dus aankoop: € 8000 verkoop € 0
A
4000
B
6000
C
8000
D
0

Slide 9 - Quiz

technische levensduur -> schroot


economische levensduur -> verdien nog geld met mijn auto/machine

hier ook 10 jaar

Slide 10 - Slide


hoeveel euro hebben wij afgeschreven per jaar?
Dus afschrijving is € 8.000 in 10 jaar -> economische levensduur.
A
400
B
0
C
200
D
800

Slide 11 - Quiz


wat is het afschrijvingspercentage in procenten van de aanschafprijs?
Dus aanschafprijs € 8.000 afschrijving per jaar  € 800.
A
10%
B
30%
C
20%
D
40%

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide


wat is de afschrijving per jaar?
Dus aanschafprijs € 2.500 verkoopwaarde na 4 jaar € 500 
A
500
B
350
C
250
D
1000

Slide 14 - Quiz


wat is het afschrijvingspercentage in procenten van de aanschafprijs?
Dus aanschafprijs € 2.500 afschrijving per jaar € 500 
A
10%
B
30%
C
20%
D
40%

Slide 15 - Quiz

AFSCHRIJVING MET PERCENTAGE VAN DE BOEKWAARDE

Slide 16 - Slide

WAT IS DE BOEKWAARDE VAN EEN AUTO: dit is de waarde...
A
waarvoor een auto gekocht is
B
berekend als: aanschafprijs - afschrijvingen
C
waarvoor de auto verkocht is
D
van alle afschrijvingen bij elkaar

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

maak opgave 1 en 2

zoek de opdracht op in teams

Slide 20 - Slide

opgave 1a. hoeveel euro is de eindwaarde na 4 jaar?
A
6.000
B
0
C
18.000
D
12.000

Slide 21 - Quiz

opgave 1b. met welke methode wordt er bij opgave 1 afgeschreven?
A
% van de aanschafwaarde
B
ik weet het niet
C
% van de boekwaarde
D
% van de verkoopprijs

Slide 22 - Quiz

opgave 1c. Met welk % wordt er afgeschreven?
A
10%
B
30%
C
20%
D
40%

Slide 23 - Quiz

opgave 2a. hoeveel euro is de eindwaarde na 4 jaar?
A
24.300
B
21.474
C
18.600
D
19.683

Slide 24 - Quiz

opgave 2b. met welke methode wordt er bij opgave 1 afgeschreven?
A
% van de aanschafwaarde
B
ik weet het niet
C
% van de boekwaarde
D
% van de verkoopprijs

Slide 25 - Quiz

opgave 2c. Met welk % wordt er afgeschreven?
A
10%
B
30%
C
20%
D
40%

Slide 26 - Quiz

maak opgave 3 t/m 6

zoek de opdracht op in teams

Slide 27 - Slide

opgave 3. Bij welke methode blijft het bedrag aan afschrijving hetzelfde?
A
% van de aanschafwaarde
B
ik weet het niet
C
% van de boekwaarde
D
% van de verkoopprijs

Slide 28 - Quiz

opgave 4. Hoeveel euro is de eindwaarde na 4 jaar?
A
24.300
B
7.800
C
18.600
D
19.683

Slide 29 - Quiz

opgave 5. hoeveel euro is de eindwaarde na 3 jaar?
A
300
B
240
C
600
D
160

Slide 30 - Quiz

maak opgave 6 t/m 9

zoek de opdracht op in teams

Slide 31 - Slide

opgave 6. hoeveel euro is de eindwaarde na 3 jaar?
A
24.300
B
21.474
C
8.640
D
9.683

Slide 32 - Quiz

opgave 7a.
Hoeveel euro is de eindwaarde na 4 jaar?
A
24.300
B
21.474
C
24.010
D
19.683

Slide 33 - Quiz

Hoe had je de eindwaarde na 4 jaar ook kunnen berekenen?

Slide 34 - Open question

opgave 8. hoeveel euro is de eindwaarde na 3,5 jaar?
A
9.950
B
11.474
C
4.010
D
9.683

Slide 35 - Quiz

opgave 9. hoeveel euro is de eindwaarde na 3,5 jaar?
A
39.950
B
29.155
C
24.010
D
19.683

Slide 36 - Quiz

maak opgave ...
lever de opdracht in bij teams

Slide 37 - Slide