Horizon College
Word de beste versie van jezelf

les 8 polstellen

les 8 polstellen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
MTHMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

les 8 polstellen

Slide 1 - Slide

Planning
-wat hebben we gedaan vorige keer?
-Pols tellen theorie
-Oefening
-Opdracht

Slide 2 - Slide

Wat hebben we de laatste les gedaan?

Slide 3 - Slide

welke methodes ken je om de lichaamstemperatuur te meten?

Slide 4 - Open question

wat is de meest betrouwbare methode om de lichaamstemperatuur te meten en waarom?

Slide 5 - Open question

Welke methode zou je gebruiken om bij een kind met middenoorontsteking de temperatuur te meten. Waarom?

Slide 6 - Open question

Welke methode voor temperatuurmeting wordt het meeste gebruikt in het ziekenhuis?
Waarom?

Slide 7 - Open question

Bij welke temperatuur spreken wij van koorts?

Slide 8 - Open question

Jonge kinderen hebben gauw hoge koorts. Ouders bellen dan de HA. Waar zijn de ouders bang voor?

Slide 9 - Mind map

les 8 polstellen

Slide 10 - Slide

Hartslag meten in rust.
Arteria radialis palperen (voelen)

Bij inspanning neemt de frequentie toe (hartslag wordt hoger).
Hoe hoger de hartslag, hoe zwaarder de training.

Slide 11 - Slide

methodes:
Horloge met secondewijzer
Zandloper
Bloeddrukmeter met hartslagmeter
Sporthorloge
Saturatiemeter.

Slide 12 - Slide

Waarom hartslag meten?
ritmestoornissen
bij sporten, kijken of het hart niet te snel gaat.

Slide 13 - Slide

Normale hartslag
Bij volwassenen 60-100 bpm
bpm= beats per minute = slagen per minuut

Slide 14 - Slide

Bij gebruik zandloper of horloge:
Tel de hartslagen 15 of 30 seconden, noteer dit en vermenigvuldig  x 4 of x2
Dan heb je de hartslag per minuut geteld.

Slide 15 - Slide

regulair of irregulair?
Als de hartslag regelmatig slaat noteer je (b.v.):
80 bpm/reg.
Als de hartslag onregelmatig slaat noteer je (b.v.):
75 bpm/irreg.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Opdracht 1:
klas wordt verdeeld in duo's.
Was je handen.
Meet bij elkaar de polsslag.
Noteer dit zoals aangegeven.

Slide 18 - Slide

Opdracht 2
Loop de trap af naar beneden.
Loop daarna in vlot tempo de trap weer op.
Ga bij dezelfde persoon als bij opdracht 1 de polsslag voelen.
Noteer dit. Wat is het verschil?

Slide 19 - Slide

Afsluiten
Wat heb je geleerd?
Wat ging goed?
Wat moet de volgende keer anders?

Slide 20 - Slide