Horizon College
Word de beste versie van jezelf

2023-06-26 Huidaandoeningen

Huidaandoeningen
1 / 83
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 2

This lesson contains 83 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Huidaandoeningen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma & Lesdoelen
Lesdoelen
  • Je kunt een verschillende huidaandoeningen noemen.
  • Je weet op welke wijze huidaandoeningen behandeld worden.
  • Je weet welke zorgadviezen je dient te geven bij huidaandoeningen
- Vragen van jullie
- Casus uit de praktijk
- Uitleg huidaandoeningen
- Evaluaren
- Farmaceutisch rekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat hoop jij te leren deze les?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

De huid
Welke functie heeft de huid?

Slide 4 - Slide

Barrièrefunctie, niet specifieke afweer.
Temperatuurregulatie
Productie vit. D
Zintuig tast
Sociale functie zie filmpje

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Welke huidaandoeningen ken je?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Huidaandoeningen

  • Huidinfecties
  • Eczeem
  • Psoriasis
  • Decubitus
  • Acne 
  • Luieruitslag 
  • Rosacea

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Noem een bacteriele, een virale en een schimmel huidinfectie.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Lokale behandeling: 
- fusidinezuur in crème /zalf
- mupirocinezalf

Steenpuisten niet behandeld met gnm , povionjood om omringende huid te beschermen.

Slide 11 - Slide

Door op de puist een warm kompres te leggen wordt het rijpingsproces versnelt en daarmee de genezing. Wanneer de puist opengebarsten is , kunt u deze het beste desinfecteren met jodium of chloorhexidine en afdekken met een steriel gaasje. Douchen met een desinfecterende zeep kan verdere uitbreiding van een steenpuist doen voorkomen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welk gnm adviseer je een zwangere vrouw met voetschimmel ?
A
Benzoëzuur-salicylzuur
B
Imidazoolderivaat
C
Miconazol
D
Terbinafine

Slide 13 - Quiz

Bezoëzuur-salicylzuur is een afgeraden middel. Maakt de huid zuur en remt schimmelgroei, salicylzuur hoornlaag dunner. Ze zijn zwakwerkzaam. Tea tree niet aangetoond. 
Zwangere en kinderen onder 12 jaar geen terbinafine= breedspectrum antimycoticum. Doodt schimmels en remt de groei van gisten. 

Slide 14 - Slide

Even effectief maar dient 2x per dag aangebracht te worden, in combinatie met strooipoeder 1x per dag. In sokken, schoenen en aangedane huid. 

IA met Vit-K antagonist= acenocoumarol en fenprocoumon. 

Bij DM mag zelfzorgproduct meegegeven worden, maar attenderen op noodzaak geode voetverzorging. Alert op complicaties. Gevoelig voor secundaire infecties. 



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

VD
ND
Max
conclusie 
pk
fr
pe
Doserings controle

Werk de doseringscontrole uit.
- Welke farmacotherapeutische groep?  
- Bij welke aandoening wordt dit voorgeschreven?  
- Controleer de dosering.
 
 

Wat dien je na te vragen 
bij de aanname van dit recept?
  • indicatie (gewicht is niet nodig)

Slide 16 - Slide

Dosering kinderformularium
Kinderform.
VD
ND
Max
conclusie 
pk
Conc
20 mg/g
2%
2% 
-
volgens 
norm
fr
3-4x
3x
-
volgens norm
pe
-
-
-
Doserings controle

Werk de doseringscontrole uit.
- Welke farmacotherapeutische groep?  
- Bij welke aandoening wordt dit voorgeschreven?  
- Controleer de dosering.
 Antibioticum > bacteriocide = doodt bacteriën 
 

Aanbrengen op aangedane huid.
Wanneer afgedekt wordt, kan het 
minder frequent aangebracht worden.
Wel (eiland)pleisters meegeven dan.


Slide 17 - Slide

Dosering kinderformularium

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat is de oorzaak van eczeem?

Slide 19 - Open question

Eczeem zelf is geen allergische aandoening maar een chronische ontstekingsreactie op een genetisch bepaalde te droog aangelegde huid. Mensen met contacteczeem krijgen uitslag als gevolg van overbelasting van de huid, vooral door water en zeep. Eczeem kan ook ontstaan als de huid in contact komt met irriterende stoffen.

Slide 20 - Slide

Meest voorkomende chronische huidaandoening. Huidontsteking met klachten als roodheid en jeuk. Plekken kunnen geïnfecteerd raken
Bij ernstig chronisch eczeem kan de huid blijvend veranderen door verdikking en vergroving.

Slide 21 - Slide

Atopie = neiging tot allergie reageren.
Bij aanleg; baby's vaak natte vorm in gezicht of romp= dauwworm. Bij het ouder worden verplaatst het eczeem zich naar knie- en elleboogholten, polsen, enkels. Het eczeem kan verergeren door stress, voedselallergie, inhalatie van gras- of boompollen of weersomstandigheden.
‘Over het eczeem heen groeien’ =echter nooit helemaal. Veelal last van andere vormen van allergie, zoals astma en/of hooikoorts.
Seborroïsch eczeem= een chronisch-recidiverende aandoening met roodgelige, schilferende, meestal scherp begrensde erupties, vooral op plaatsen waar veel talgklieren aanwezig zijn zoals het behaarde hoofd, het gezicht. Kan erfelijk zijn. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

Crèmes, gels, smeersels en schudsels worden meestal zonder verband gebruikt. Zalven en pasta’s vaak met verband. 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vraag 5 antwoord
alternatieve indeling cortico's
 Dermatocorticosteroïden worden in Nederland en in veel Europese landen naar sterkte ingedeeld in vier klassen. In deze indeling is de invloed van de farmaceutische vorm op de werkingssterkte niet mee genomen. In het classificatiemodel van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is deze farmaceutische vorm wel opgenomen. Het WHO-model hanteert zeven klassen, waarbij klasse I het sterkst werkend is en klasse VII het zwakst werkend. Zo heeft volgens dit model triamcinolonacetonidezalf 0,1% dezelfde werkingssterkte als betamethasonvaleraatzalf 0,1% ('sterk' werkend). Daarentegen valt betamethasonvaleraatcrème 0,1% net als triamcinolonacetonidecrème 0,1% onder de 'matig–sterk' werkende dermatocorticosteroïden.
Dermatocorticosteroïden 
Opgedeeld in verschillende klassen. 
Afhankelijk van de concentratie en toedieningsvorm
Toedieningsvorm bepaalt mate van opname.

Slide 25 - Slide

Symptomatische behandeling.
Veelal tweemaal per dag gebruikt, gedurende een aantal dagen achtereen. Daarna een paar stopdagen, waarna er weer een aantal dagen gesmeerd dient te worden. De middelen moeten kortdurend, maar consequent worden gebruikt en tussendoor worden afgewisseld met zalven of crèmes zonder werkzame stof. Anders averechts effect. Langdurig gebruik; huid dunner, gevoeliger voor infecties en verwondingen.  
FTU = finger tip unit

Slide 26 - Slide

Vorige week in de les de hoeveelheden die afgeleverd dienen te worden bij EU uitgifte. 

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions

Slide 29 - Link

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

Keratolytisch= verweking van de hoornlaag van de huid  

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

Bijwerkingen van klasse-1- of klasse-2-corticosteroïden treden zelden op;
- beperk dagelijks gebruik van klasse-3-corticosteroïden tot 2 à 3 weken; 
- overweeg bij kinderen met uitgebreid ernstig eczeem een klasse-3-preparaat met korte halfwaardetijd, zoals fluticasonpropionaat.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van psoriasis?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

Bij gevoeligheid uitgelokt door:  verwondingen, infecties, keelontsteking, psychische stress en geneesmiddelen (bijv. bètablokkers). 
Ook sommige bloeddrukverlagende middelen geven verergering van psoriasis. Dit kan voorkomen bij het
gebruik van ACE-remmers (enalapril, lisinopril, perindopril) en bètablokkers (metoprolol, propranolol, timolol). Lang niet altijd wordt de relatie tussen de
psoriasis en de bètablokker gemaakt. Zeker niet wanneer dit als oogdruppel toegepast wordt bij glaucoom.

Slide 36 - Slide

Acitretine (oraal) = Neotigason, voor erntstige vormen  → zwangerschapscategorie: X (Australië). 
Het gnm is gecontraïndiceerd tijdens de zwangerschap. Het gnm is tot 2 jaar na gebruik aantoonbaar in lichaam.

Slide 37 - Slide

De combinatie van vitamine D-analogen met lokale corticosteroïden is superieur ten opzichte van beide monotherapieën wat betreft werkzaamheid en tolerantie

Slide 38 - Slide

Zonlicht heeft gusntig effect op huidziekte.
Psoralenen; gnm die lichtgevoelig maken, 2-3 uur vooraf innemen. Behandeling 2-3 x/week. Op de belichtingsdag geen corticosteroïden, Protopic of teerzalven smeren.
Op de belichtingsdag mag er tot 3 uur voor en uiteraard na de belichting gesmeerd worden met crèmes en zalven die de huid soepel houden. Om uitdroging door therapie tegen te gaan. 

Slide 39 - Slide

Stel samen met de patiënt de behandelvoorkeur en de behandeldoelen op. Geef uitleg en schriftelijke instructie over het smeren (zie Thuisarts.nl)
Basisbehandeling
- Behandel altijd met een indifferent middel; houd rekening met de voorkeur van de patiënt.
- Breng het indifferente middel niet tegelijkertijd met een eventueel lokaal corticosteroïd of vitamine-D-analoog aan, maar bijvoorbeeld 1 uur of langer erna.
- Week een eventueel aanwezige (dikke) schilferlaag met een vette zalf en verwijder de schilfers voorzichtig.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Eczeem vs psoriasis
Bedenk met je buurvrouw wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen eczeem en psoriasis

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de overeenkomsten tussen eczeem en psoriasis

Slide 43 - Open question

chronische huidziekten. 
Kan erfelijk zijn. 
rode plekken, jeuk
Wat zijn de verschillen tussen eczeem en psoriasis

Slide 44 - Open question

eczeem: binnenkant ellenboog  + knieën 
schilfers, gebarsten huid evt. kleine rode/witte bultjes. Reactie op prikkel.

psoriasis: buitenkant ellenboog + knieën.
Zilverwitte laag van dode huidcellen, gebarsten met bloedende huid. Immuunsysteem overactief. Ook vermoeidheid en pijn komen regelmatig voor. 
Opdracht

De meerderheid van de top 10 zijn corticosteroïden.
Wat doen corticosteroïden op de huid?
Bij welke indicaties worden ze veel gebruikt?
Wat zijn de bijwerkingen van corticosteroïden op de huid?


Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Antwoord bij de opdracht
  • Dermatocorticosteroïden worden toegepast vanwege hun anti-inflammatoire, vasoconstrictieve en antimitotische werking
● Eczeem, proriasis
● Atrofie huid, striae; systemisch; botonkalking, water en zout retentie, groei achterstand, verminderde weerstand

Slide 46 - Slide

Antimitotisch= remmen de celdeling in epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten.
Atrofie= dunner worden van de huid. 
Blauwe plekken kunnen ontstaan door verzwakking van de vaatwand (Lareb).
Klasse III en IV hebben naast ontstekingsremmend effect ook invloed op celdeling in de hoornlaag.


Bij een lokale toediening is het niet van belang hoeveel geneesmiddel je precies toedient, maar gaat het om de concentratie van het geneesmiddel. Toch is de wijze van aanbrengen wel van belang. Wanneer moet je dermatica dun aanbrengen en wanneer dik?

Slide 47 - Open question

Dun met werkzame stof; dik indifferente bases.Dun aanbrengen bij dermatica die werkzame stof bevat.Let op dat het niet te dun wordt ingesmeerd ga uit van FTU’s. Indien er een indifferente dermaticum wordt aangebracht die een afdekkend of afkoelend effect heeft, moet dit dik worden ingesmeerd als een dik belegde boterham. 

Slide 48 - Link

This item has no instructions

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van decubitis?

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

Slide 51 - Slide

Genezen gaat moeizaam omdat veel ouderen in slechte conditie zijn → moeilijk bewegen.


Slide 52 - Slide

Speciale matrassen, schapenvachten en schuimrubberen hulpstukken kunnen doorliggen voorkomen of vertragen.
Voor wondbehandeling: wondvocht adsorberende verbandmiddelen.

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Slide 55 - Slide

Stel samen met de patiënt de behandelvoorkeur en de behandeldoelen op. Geef uitleg en schriftelijke instructie over het smeren (zie Thuisarts.nl)
Basisbehandeling
- Behandel altijd met een indifferent middel; houd rekening met de voorkeur van de patiënt.
- Breng het indifferente middel niet tegelijkertijd met een eventueel lokaal corticosteroïd of vitamine-D-analoog aan, maar bijvoorbeeld 1 uur of langer erna.
- Week een eventueel aanwezige (dikke) schilferlaag met een vette zalf en verwijder de schilfers voorzichtig.

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

Krijg je puistjes van chocolade?
A
Ja zeker
B
Echt niet
C
Soms wel en soms niet

Slide 57 - Quiz

Dus gewoon lekker cholade eten.
Zeepvrij!

Slide 58 - Slide

Verhoogde talgproductie→ verstopping van talgklieren→ leidt tot ontstekingen en bacteriële infecties.
Verschil met furunkel=steenpuist → is grote, roder en pijnlijker. Ontsteking van haarzakje, veroorzaakt door stafylokokken=huidbacterie.

 

Slide 59 - Slide

This item has no instructions

Slide 60 - Slide

Bij ernstige vormen worden antibacteriële middelen ingezet. 

Slide 61 - Slide

Bij zeer ernstige therapieresistente vorm→ isotretinoïne = teratogeen
Remt de overmatige verhoorning van het epitheel van de talgklieruitvoergang. Hierdoor vermindert de uitstoting van hoorncellen in deze gang en verstopping door keratine en overmatige talg;
remt de proliferatie=woekering van talgproducerende cellen;
werkt anti-inflammatoir in de dermis.

Slide 62 - Slide

Teratogeen → Grieks teras = monster, gennan = voortbrengen.

Slide 63 - Slide

Stel samen met de patiënt de behandelvoorkeur en de behandeldoelen op. Geef uitleg en schriftelijke instructie over het smeren (zie Thuisarts.nl)
Basisbehandeling
- Behandel altijd met een indifferent middel; houd rekening met de voorkeur van de patiënt.
- Breng het indifferente middel niet tegelijkertijd met een eventueel lokaal corticosteroïd of vitamine-D-analoog aan, maar bijvoorbeeld 1 uur of langer erna.
- Week een eventueel aanwezige (dikke) schilferlaag met een vette zalf en verwijder de schilfers voorzichtig.

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

Slide 65 - Slide

1e graads: huid rood, warm evt gezwollen
2e graads: naast roodheid ook blaren
3e graads: delen operhuid verdwenen, huid ziet vuilwit, grijd of zwart. Geen pijn. 

Slide 66 - Slide

Kleren weghalen, bijna nooit aan de wond verkleven. Beter koelen is dan mogelijk. 

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

Slide 68 - Slide

Symptomen: roodheid en pijn. 

Slide 69 - Slide

Insmeren met dikke laag afdekkende zalf. 

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

Slide 71 - Slide

chronische huidaandoening in het gezicht, die evenveel bij mannen en vrouwen kan voorkomen en heel soms bij kinderen. Rosacea ontstaat meestal rond het 30ste levensjaar. 
Rode vlekken met name op wangen, neus en voorhoofd. Flushing =overmatig blozen met warmte gevoel. Bultjes en puistjes komen in later stadium. Ook kunnen oogklachten ontstaan.
Uitlokkende factoren: zonlicht, warmte, kruiden, hete dranken, alcohol en gnm

Slide 72 - Slide

This item has no instructions

Huidaandoeningen
in de zelfzorg?

Slide 73 - Mind map

This item has no instructions

Slide 74 - Slide

This item has no instructions

Slide 75 - Slide

This item has no instructions

Slide 76 - Slide

This item has no instructions

Waarom adviseer je geen aciclovircrème bij een koortslip?
A
Het virus kan worden verspreid bij uitsmeren
B
Het heeft geen jeukstillend en indrogend effect.
C
Het kan niet door het virusenzym worden geactiveerd
D
Het werkt alleen wanneer er direct wordt gestart bij tintelingen

Slide 77 - Quiz

This item has no instructions

Slide 78 - Slide

This item has no instructions

Slide 79 - Slide

This item has no instructions

Slide 80 - Slide

This item has no instructions

Slide 81 - Link

This item has no instructions

Heb jij jouw leerdoel behaald?
Ja
Nog niet helemaal
Nee

Slide 82 - Poll

This item has no instructions

Hoe vond je de les vandaag ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 83 - Poll

This item has no instructions