Herhaling Taalklas H13 Wat een mooi huis! (= Taalklas 2 les 1)

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Herhaling Taalklas H13 Wat een mooi huis! (= Taalklas 2 les 1)

Morgen toets H 13

"Wat een mooi huis"

Dus: vandaag gaan we herhalen!

Hoe gaat het met jou?

😒🙁😐🙂😃

Waarom?

We beginnen met lezen...

Lees stil voor jezelf

het adres

de afvoer

dichtbij

duur

de flat

de gegevens

goedkoop

kapot

de lift

nieuw

oud

het plafond

de plattegrond

de prijs

het raam

repareren

de tuin

ver

de verdieping

het verhuiskaartje

Zelf typen

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Wat is dit?
(ook het lidwoord)

Zoek een plattegrond op internet en plak die hier:

Wat zijn de kenmerken van een plattegrond?

Je krijgt een papier.

Teken een plattegrond

Kies uit:

- deze verdieping

- beneden met het schoolplein

- de kantine

- de route naar de Verademing (= sportveld)

Zinnen hoofdstuk 13

1. was – mijn nieuwe iPhone – heel duur

2. heel goedkoop – deze schoenen - zijn

3. met de hond – in de tuin – speelt – mijn broertje

4. ’s nachts – door het raam – de dief – klom

5. wit – schildert – mijn moeder – het plafond

6. helemaal kapot – zijn – beide auto’s

7. vandaag – mijn fiets – repareert – de fietsenmaker

8. 1,299 euro de prijs van diesel – is – per liter

9. heel ver weg – is – deze stad

10. wonen – al drie jaar – wij – van een flat – op de achtste verdieping

11. ga – naar de achtste verdieping – ik – met de lift – van onze flat

12. repareert – de loodgieter – onze verstopte afvoer

13. een straat – zoekt – met een plattegrond – de jongen

14. het verhuiskaartje – ik – in de brievenbus – doe

15. op de bovenste verdieping – brand – is – Er

16. moet – invullen – zijn gegevens – hij

17. is – het pakje – op mijn thuisadres – bezorgd

18. wil – mijn broer – kopen – deze nieuwe auto

19. is – 30 jaar oud – mijn fiets