Landstede Groep

Les 8 - Laagland + essay

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Doelen
Aan het eind van deze les:
  • kun je de historische context van de jaren 50 en 60 in grote lijnen beschrijven.
  • kun je de literaire ontwikkelingen in de jaren 50 en 60 beschrijven. 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Bespreken leerdoelen 21 t/m 28
  • Essay bekijken
  • Opdracht bekijken
  • Verder lezen in Bezonken rood

Slide 3 - Slide

Module 7
Twintigste eeuw: de jaren 50 en 60
Leerdoelen 21 t/m 28

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
21)Je weet welke schrijvers in de jaren 60 de weg insloegen van de defictionalisering en je weet  
       wat dit begrip inhoudt. 
       tendens tot realistische beschrijving van de concrete werkelijkheid = defictionalisering

22) Je kunt uitleggen waarom Nader tot U, Ik, Jan Cremer en Turks Fruit gezien werden als een aanslag op het burgerfatsoen. 
Nader tot u -> homoseksualiteit, drankproblemen, beschrijving God
Ik, Jan Cremer -> recalcitrant
Turks fruit -> beschrijving seksualiteit, terminale ziekte, afrekening met geloof








Slide 5 - Slide

Leerdoelen
23) Je weet wat de schrijvers van bovenstaande werken in de jaren 60 met elkaar verbindt.
door keuze reportagevorm of autobiografische vorm te verbinden met algemenere tendens de beschrijving van de werkelijkheid centraal te stellen

24) Hella S. Haasse was in die tijd een vertegenwoordigster van de historische roman. Je kunt uitleggen waarom ze met Oeroeg een onderwerp onder de aandacht bracht waarin niet iedereen zich kon vinden.
Dekolonisatie was in die tijd een controversieel onderwerp.










Slide 6 - Slide

Leerdoelen
25) Je weet welke kritiek de experimentele roman had op de psychologisch-realistische roman.
Geen realistische beschrijving werkelijkheid, want wat is de werkelijkheid nou echt? Die is voor iedereen anders.

26) Je weet wat ‘vervreemding’ betekent en je kunt enkele bijbehorende technieken noemen.
-Vervreemding ->je niet meer jezelf kunnen voelen/ het gevoel geen onderdeel meer te zijn binnen/van een bepaalde sociale kring (ouders, school, vriendengroep, etc)
-Loslaten van de chronologie, verspringend perspectiefperspectief en montagetechniek (fragmenten)










Slide 7 - Slide

Leerdoelen
27) Je kunt uitleggen met welke intentie de Vijftigers hun dichtkunst beoefenden en je kent enkele namen hierbij.
De Vijftigers met Campert, Kouwenaar en Lucebert wilden de dichtkunst vernieuwen: traditionele dichtvormen werden losgelaten, geen eindrijm of regelmatige versvormen. 
Het geloof in het onmogelijke, het omgekeerde van de normale, feitelijke werkelijkheid; je moest je kunnen uitdrukken zoals jij dat wilde.











Slide 8 - Slide

Leerdoelen
28) Je kunt uitleggen met welke intentie de neo- realisten hun dichtkunst uitoefenden en je kent enkele namen hierbij.
Neorealisten wilden een brug slaan tussen de hoge en de lage cultuur. De dichter beschouwde de totale werkelijkheid als materiaal, zaken die voorheen niets met poëzie te maken hadden, werden in het domein van de literatuur gehaald. Alles was geschikt voor een gedicht: kassabon, briefje, landbouwmachine, ... + gebruik literaire ready-mades










Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Verhalend essay 
Een essay is een tekst waarin het draait om analyse van je eigen gedachten. Je oordeel is niet van belang, in tegenstelling tot in een betoog of debat. In een essay analyseer je, ga je diep in op het gelezen werk en probeer je zo scherp mogelijke inzichten te geven.

Als schrijver formuleer je een vraag of een stelling en neem je de lezer mee langs verschillende mogelijke antwoorden om vervolgens te beargumenteren welk antwoord het beste is.

Je bent bij het schrijven van een essay minder gebonden aan wetenschappelijke stijlconventies, maar pas op voor een te informele schrijfstijl.

Slide 11 - Slide

Verhalend essay 
Om aan de slag te kunnen met het schrijven van je essay moet je een goede vraag of stelling
hebben. Je formulering moet zo specifiek mogelijk zijn: hoe breder de vraag of stelling, hoe
onduidelijker het antwoord. 

Je (her)leest het boek Bezonken rood zorgvuldig en maakt aantekeningen die je voor je essay kunt gebruiken. Dit zijn dus zaken die een antwoord vormen op je vraag of stelling. Noteer ook  bruikbare citaten (verplicht!) die je in je essay kunt verwerken. Een goed uitgelegd citaat is eigenlijk een soort bewijsplaats: hiermee laat je zien dat het klopt wat je beweert.



Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Wat maakt deze tekst tot een essay?

Slide 13 - Slide

Opdracht bij Bezonken rood
Zie Magister - ELO

Slide 14 - Slide

Opdracht
Uitlezen Bezonken rood
+ beantwoorden leesvragen

Slide 15 - Slide