What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹
Return to search
pvvt
Persoonsvorm verleden tijd
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 1 - Slide
persoonsvorm
verleden
tijd
Slide 2 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 3 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 5 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd zwak
Persoonsvorm verleden tijd sterk
Maarten van der Weijden
zwom
met moeite de Elfstedentocht.
Vannacht pleegde een tiener een overval op de Spar.
Ik moet moeite doen om op te letten.
Slide 6 - Drag question
Persoonsvorm
Tegenwoordige tijd
Persoonsvorm
Verleden tijd
stam
hele werkwoord
stam + t
stam + te
stam + ten
stam + den
stam + de
Slide 7 - Drag question
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord
Infinitief
deletete
gebeurd
gebeurt
appen
shinet
verwaarloosd
waren
leerden
herhaald
herhaalt
verkennen
Slide 8 - Drag question
voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt
Slide 9 - Drag question
De persoonsvorm verleden tijd (enkelvoud) van wachten is:
A
wachte
B
wachtte
C
wachten
D
wachtten
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Ik ______________ (pakken)
A
pakde
B
pakte
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Zij ______________ (rusten)
A
ruste
B
rustte
Slide 12 - Quiz
Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar VERHUISDEN we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar VERHUISTEN we naar de Reeshof.
Slide 13 - Quiz
De persoonsvorm verleden tijd (meervoud) van lunchen is:
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchten
D
lunchden
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Ik ______________ (bestellen)
A
bestelde
B
besteldde
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Hij ______________ (luisteren)
A
luisterde
B
luisterdde
Slide 16 - Quiz
Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.
Slide 17 - Quiz
Wat is de persoonsvorm verleden tijd van 'triggeren'?
A
triggerte
B
getriggert
C
triggerde
D
triggert
Slide 18 - Quiz
De persoonsvorm verleden tijd (enkelvoud) van leven is:
A
leefte
B
leefde
C
leeften
D
leefden
Slide 19 - Quiz