Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren
Visit the website
‹Return to search

Gezondheid

Gezondheid
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Gezondheid

Slide 1 - Slide

Het lichaam

Slide 2 - Mind map

Wie is dit? Wat is dit?

Slide 3 - Slide

Wie is dit?
A
dokter
B
tandarts
C
assistent
D
docent

Slide 4 - Quiz

Wat is dit?
A
ziekenhuis
B
apotheek
C
school
D
huisarts

Slide 5 - Quiz

Dit is...
A
het kruidvat
B
de action
C
de apotheek
D
de dokter

Slide 6 - Quiz

Wat is dit?
A
tablet
B
pil
C
drankje
D
zalf

Slide 7 - Quiz

Wat is dit?
A
zalf
B
pillen
C
tabletten
D
drankje

Slide 8 - Quiz

Wat is dit?
A
drankje
B
olie
C
pil
D
zalf

Slide 9 - Quiz

Ziek

Slide 10 - Mind map

Waar heeft Mirka pijn?
A
Hoofd
B
Voet
C
Rug
D
Koorts

Slide 11 - Quiz

Waar heb je last van?
Praat met elkaar (werkblad)
Welke zinnen kun je gebruiken?

Slide 12 - Slide

Je bent ziek er komt een vriend bij je op bezoek. Geef antwoord op de vragen.
Hoe gaat het? Wat heb je dan?

Slide 13 - Open question

Voer het gesprek
Je kind is ziek.  Je belt de school om te vertellen dat je kind ziek is.

Slide 14 - Slide

Wat is de klacht van mevrouw Winter?
A
Hoofdpijn
B
Jeuk
C
Koorts
D
Armpijn

Slide 15 - Quiz

Hoelang heeft mevrouw Winter al last van de klacht?

Slide 16 - Open question

Wat geeft de dokter aan mevrouw Winter?

Slide 17 - Open question

Bedenk zoveel mogelijk woorden met de
a

Slide 18 - Mind map

Bedenk zoveel mogelijk woorden met de eu

Slide 19 - Mind map

Jij of u?

Slide 20 - Slide

taalsterk.anewspring.nl

Slide 21 - Link

Jij, jou of u?
Werkblad

Slide 22 - Slide

Bedenk zoveel mogelijk woorden met de
oo

Slide 23 - Mind map

Bedenk zoveel mogelijk woorden met de
ui

Slide 24 - Mind map

taalsterk.anewspring.nl

Slide 25 - Link

Tom heeft pijn in zijn keel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Tom heeft last van zijn hoofd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Tom heeft koorts?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Tom krijgt twee recepten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Medicijnen maken Tom beter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Je bent al een paar dagen ziek. Je hebt hoofdpijn en koorts (39˚C).
Je neus zit dicht en je hoest veel. Je gaat naar de huisarts.
Vertel wat je klachten zijn.

Slide 31 - Open question

Werkblad

Slide 32 - Slide

leren.kleurrijker.nl

Slide 33 - Link

Kijkvragen
Wat is er gebeurd?
Waar heeft Julan pijn?
Wie belt de buurvrouw?

Slide 34 - Slide

Spoed? Ja of nee?
Werkblad

Slide 35 - Slide

Spoed?
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Spoed?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

Spoed?
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

Spoed?
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Waar is de mevrouw?
A
Bij de huisarts
B
In de apotheek
C
Bij de tandarts
D
Bij de supermarkt

Slide 41 - Quiz

Wie is er ziek?
A
Zij is zelf ziek
B
Haar moeder
C
Haar dochter
D
Zijn zoon

Slide 42 - Quiz

Wat zijn de klachten?

Slide 43 - Open question

Wat koopt de mevrouw?

Slide 44 - Open question

app.diglinplus.nl

Slide 45 - Link