Inspirerend, verbindend en nieuwsgierig
Een leven lang leren

BBL GHZ les 6

GHZ week 3






de oudere zorgvrager met een verstandelijke beperking 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

GHZ week 3






de oudere zorgvrager met een verstandelijke beperking 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

leerdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Er is GEEN verschil tussen het verouderinsproces
bij een zorgvrager met of zonder een
verstandelijke beperking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz


In het algemeen worden zorgvragers met een verstandelijke beperking op jongere leeftijd bejaard dan zorgvragers zonder verstandelijke beperking. Daarom worden zorgvragers met een verstandelijke beperking vanaf 55 jaar bejaard genoemd.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom hebben zorgvragers met een verstandelijke beperking vaker gezondheidsproblemen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Oorzaken
  • De gezondheidsproblemen hangen samen met de oorzaak van de verstandelijke beperking. Denk bijvoorbeeld aan neurologische problemen zoals epilepsie.
  • Signalen van gezondheidsproblemen worden later opgemerkt en minder goed behandeld.
  • Een gezonde leefstijl is vaak moeilijker voor zorgvragers met een verstandelijke beperking.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De (on)gezondheid van oudere zorgvragers
  • Depressie en angst
  • Slaapproblemen
  • Eten ongezond
  • Hart- en vaatziekten
  • Slikproblemen
  • Lage botkwaliteit
  • Inactieve levensstijl
  • Ondergewicht komt bijna niet voor, vaak wel overgewicht

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gezonde leefstijl
Over het algemeen, wat gezond is voor iemand zonder verstandelijke beperking is ook gezond voor iemand met een verstandelijke beperking.
  • Gezonde omgeving
  • Lichaamsverzorging en hygiëne
  • Bewegen, spierkracht en sterke botten
  • Gezonde voeding en vocht
  • Stress, ontspanning en slaap
  • Emotioneel welbevinden
  • Roken, alcohol en drugs
  • Medicatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gezondheidsvaardigheden
Voor succesvol zelfmanagement moet de zorgvrager in staat zijn om informatie over zijn aandoening en over gezond leven:
  • Te vinden
  • Te lezen of te verstaan
  • Te begrijpen
  • In de praktijk toe te passen

De vaardigheden die hiervoor nodig zijn, noemen we gezondheidsvaardigheden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zet het gezondheidsproblemen en de gevolgen bij elkaar
Depressie en angst
Slaapproblemen
Ongezond eten
Overgewicht
Slikproblemen
Lage botkwaliteit
Verminderde fitheid
Grotere kans op hart en vaatziekten
verminderde alertheid overdag
Risico op longontsteking
Geen plezier beleven aan activiteiten
Functieverlies na een val
Problemen met de spijsvertering
Te weinig energie om voor jezelf te zorgen

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een goede beschrijving van de term 'zelfmanagement'?
A
De zorgvrager bepaalt zelf hoe hij zijn leven organiseert
B
De zorgvrager voert zo veel mogelijk zelfzorgtaken zelf uit
C
De verzorgende laat zo veel mogelijk zorgtaken aan de zorgvrager over

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Zelfmanagement ondersteunen past bij persoonsgerichte zorg. Je stelt samen met de zorgvrager een ondersteuningsplan op.
Welk uitgangspunt geldt voor het kiezen van ondersteuningsdoelen?
A
De zorgvrager bepaalt welke ondersteuningsdoelen het belangrijkst voor hem zijn
B
Je kiest ondersteuningsdoelen voor de zorgvrager die gericht zijn op zelfredzaamheid
C
Je helpt de zorgvrager om de verstandigste ondersteuningsdoelen te kiezen
D
Als zorgverlener kies je de ondersteuningsdoelen uit die passend zijn bij de zorgvrager

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voorlichting geven of motiveren?
Vaak kiezen zorgverleners voor voorlichting, advies en instructie als ze een gezonde leefstijl willen bevorderen.

Maar veel vaker is het een kwestie van motivatie. Motiverende gespreksvoering kan dan de zorgvrager helpen om te kiezen voor gezond gedrag.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gesprekstechnieken
  1. Toon empathie. Laat merken dat je de zorgvrager serieus neemt en dat je hem begrijpt. Luister actief naar de zorgvrager. Actief luisteren betekent: herhaal wat de zorgvrager zegt en vat samen. Vraag door.
  2. Ga op zoek naar discrepantie. Dat betekent dat je zoekt naar de verschillen tussen het huidige gedrag van de zorgvrager en zijn behoeften en waarden.
  3. Veer mee met weerstand. Ga niet in discussie met de zorgvrager. Zie weerstand als een teken dat de zorgvrager nog niet klaar is om te veranderen.
  4. Stimuleer verandertaal. Geef de zorgvrager de kans om te vertellen wat hij graag wil, waar hij van droomt en wat hij graag zou willen bereiken.
  5. Versterk het vertrouwen van de zorgvrager in zijn eigen kunnen. Dit vertrouwen wordt ‘zelfeffectiviteit' genoemd. Zelfeffectiviteit wordt groter door succeservaringen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bij het ondersteunen van zorgvragers kun je motiverende gespreksvoering gebruiken. Motiverende gespreksvoering is een manier om gezond gedrag te bevorderen.
Kies de juiste toelichting bij het principe van motiverende gespreksvoering.
Verdiep je in de gevoelens van de zorgvrager

Spreek de argumenten van de zorgvrager om niet te veranderen, niet tegen
Laat de zorgvrager weten dat je gelooft in zijn vermogen tot veranderen
Wees empatisch
Veer mee met de weerstand
Ondersteun zelfeffectiviteit

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Julia begeleidt Mohamed, een zorgvrager met een spieraandoening. Mohamed wil oefenen met lopen. 'Ik wil 5 kilometer lopen zonder rollator,' zegt hij. Op dit moment loopt Mohamed maximaal 100 meter met de rollator.

Met welke reactie vergroot Julia zelfeffectiviteit bij Mohamed?
A
Dat is een heel mooi doel. Wat is de eerste stap op weg naar dit doel?
B
Dat is een heel mooi doel, dat ga je vast halen. Hoe lang wil je erover doen?
C
Dat is een heel mooi doel, maar dat haal je voorlopig niet. Wat vind je van 200 meter?
D
Dat is geen realistisch doel. Zullen we anders beginnen met 200 meter lopen?

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

VR BRILLEN 
Rest van de groep, learnbeat & canvas 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

voor volgende week 
gastles Jeroen Hoitink 13:30 - 14:30

vrijdag anatomisch/pahologisch centrum, rondleiding 
Nijmegen 

 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions