Luistervaardigheid Nicos Weg

1 / 24
next
Slide 1: Interactive video with 3 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

3

Slide 1 - Video

00:46
Waar komt Nico vandaan?
A
Italie
B
Nederland
C
Spanje
D
Portugal

Slide 2 - Quiz

01:20
Wat is Nico kwijt?

Slide 3 - Open question

01:37
Welk beroep heeft de vader van Tanja?
A
advocaat
B
politieagent
C
docent
D
hij werkt bij een callcenter

Slide 4 - Quiz

4

Slide 5 - Video

2

Slide 6 - Video

00:45
Op welke dagen traint de groep?
A
maandag of woensdag
B
dinsdag of vrijdag
C
zaterdag of zondag
D
vrijdag of zondag

Slide 7 - Quiz

00:52
Hoe lang spelen ze al samen?
A
1 jaar
B
3 jaren
C
4 jaren
D
5 jaren

Slide 8 - Quiz

00:49
Wat is Yara van Nico
A
zijn zus
B
zijn tante
C
zijn oma
D
zijn nicht

Slide 9 - Quiz

00:58
Hoe oud is Nico?
A
21
B
22
C
23

Slide 10 - Quiz

01:14
Hoe lang mag Nico er blijven wonen?

Slide 11 - Open question

01:55
Wat is de laatste vraag die ze aan Nico stellen?
A
Of hij geld bij zich heeft
B
of hij nog broers en zussen heeft
C
Of hij wat wil eten
D
of hij wat wil drinken

Slide 12 - Quiz

3

Slide 13 - Video

00:33
Waaruit kan hij kiezen met het eten?
A
patat en worst
B
sushi, pizza en salade
C
pizza en salade
D
patat en salade

Slide 14 - Quiz

01:19

Wat bestelt Nico?

Slide 15 - Open question

01:40
De jongen gaat bestellen en vraagt: Wo ist mein Handy? Wat betekent dit?
A
wie betaalt er?
B
waar is mijn mobieltje?
C
wat is het telefoonnummer?

Slide 16 - Quiz

3

Slide 17 - Video

00:26
Hoeveel gram feta gaat er op de pizza?
A
150 gram
B
200 gram
C
250 gram
D
280 gram

Slide 18 - Quiz

00:51
Hoeveel minuten moet de pizza in de oven?
A
15 min
B
20 min
C
25 min
D
30 min

Slide 19 - Quiz

00:59
Wie kan goed koken en bakken?
A
zij zelf
B
haar nicht
C
haar tante
D
haar zus

Slide 20 - Quiz

3

Slide 21 - Video

00:13
Wat kost het roggebrood?
A
3 euro
B
3,20 euro
C
4 euro
D
4,20 euro

Slide 22 - Quiz

00:39
Wat besteld ze uiteindelijk?
A
een half witbrood
B
een half witbrood en een half volkorenbrood
C
een volkorenbrood
D
een heel witbrood en een half volkorenbrood

Slide 23 - Quiz

01:16
wat besteld ze nog meer?

Slide 24 - Open question