This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Introduction
Welkom bij deze les over kinderrechten, die ingezet kan worden voor een bezoek aan de Kinderrechtendag van Movies that Matter & IDFA of als voorbereidende les passende bij verschillende films in het aanbod van Movies that Matter of IDFA. Deze les kan in 1 lesuur behandeld worden en duurt ongeveer 30-45 minuten, afhankelijk van hoe lang de klas met elkaar in gesprek kan. Tijdens de les maken de leerling kennis met kinderrechten.
Movies that Matter
De missie van Movies that Matter is om mensenrechten onder de aandacht te brengen en te houden. We gebruiken film als middel om het gesprek over een rechtvaardige wereld op gang te brengen en leerlingen en studenten bewust te maken van mensenrechten en maatschappelijke vraagstukken. Naast dat zij leren wat mensenrechten zijn, proberen wij ze ook bewust te maken van manieren waarop zij zelf kunnen bijdragen aan de bescherming daarvan. Daarbij is het belangrijk om zich bewust te worden van hun eigen perspectief – en van het feit dat er meerdere perspectieven naast elkaar bestaan. Het doel is dat de leerlingen leren een genuanceerde te mening vormen. Op langere termijn hopen we dat dit leidt tot een ruimer wereldbeeld en tot het besef dat diversiteit vanzelfsprekend is.
De les kan geprint worden, inclusief de notities per slide. In deze notities vind je nog algemene, uitgebreide informatie die je helpt door deze les te navigeren;
Deze les kan gegeven worden met de inzet van mobiele telefoons, maar ook zonder. Je kunt dit aan- of uitzetten door het vinkje onder in het scherm van de lespresentatie te deactiveren.
Leerdoelen
Leerlingen of studenten kunnen na deze les:
Uitleggen wat kinderrechten zijn en voorbeelden geven van kinderrechten in jouw eigen leven;
Een mening geven over het belang van kinderrechten;
Herkennen wat kinderrechten zijn in voorbeelden.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 1 - Introductie
Welkom bij deze les over kinderrechten, die ingezet kan worden voor een bezoek aan de Kinderrechtendag van Movies that Matter & IDFA of als voorbereidende les passende bij verschillende films in het aanbod van Movies that Matter of IDFA. Deze les kan in 1 lesuur behandeld worden en duurt ongeveer 30-45 minuten, afhankelijk van hoe lang de klas met elkaar in gesprek kan. Tijdens de les maken de leerling kennis met kinderrechten.
Movies that Matter De missie van Movies that Matter is om mensenrechten onder de aandacht te brengen en te houden. We gebruiken film als middel om het gesprek over een rechtvaardige wereld op gang te brengen en leerlingen en studenten bewust te maken van mensenrechten en maatschappelijke vraagstukken. Naast dat zij leren wat mensenrechten zijn, proberen wij ze ook bewust te maken van manieren waarop zij zelf kunnen bijdragen aan de bescherming daarvan. Daarbij is het belangrijk om zich bewust te worden van hun eigen perspectief – en van het feit dat er meerdere perspectieven naast elkaar bestaan. Het doel is dat de leerlingen leren een genuanceerde te mening vormen. Op langere termijn hopen we dat dit leidt tot een ruimer wereldbeeld en tot het besef dat diversiteit vanzelfsprekend is.
De les kan geprint worden, inclusief de notities per slide. In deze notities vind je nog algemene, uitgebreide informatie die je helpt door deze les te navigeren; Deze les kan gegeven worden met de inzet van mobiele telefoons, maar ook zonder. Je kunt dit aan- of uitzetten door het vinkje onder in het scherm van de lespresentatie te deactiveren;
Leerdoelen
Leerlingen of studenten kunnen na deze les:
Uitleggen wat kinderrechten zijn en voorbeelden geven van kinderrechten in jouw eigen leven;
Een mening geven over het belang van kinderrechten;
Herkennen wat kinderrechten zijn in voorbeelden.
Lestip bij het bespreken van maatschappelijke onderwerpen Om een veilige setting te bevorderen, kan het helpen om met leerlingen afspraken te maken over: Hoe willen we gesprekken met elkaar voeren? Een werkvorm die ingezet kan worden is het samen opstellen van gespreksregels. Laat ze met elkaar praten tot er consensus is bereikt over alle regels. Zorg ervoor dat je de regels visualiseert op het bord of op een groot vel papier. Enkele voorbeelden van regels waar je op zou willen uitkomen zijn:
Vegas regel – wat er hier besproken wordt, blijft hier;
Luister actief en laat elkaar uitpraten;
Probeer niet meteen te oordelen;
Ruimte innemen versus ruimte geven (geef ze mee dat iedereen spreektijd krijgt);
Respecteer andere meningen;
Enzovoorts.
Na deze les kun je:
• uitleggen wat mensenrechten zijn en waarom mensenrechten belangrijk zijn;
• uitleggen dat er verschillende redenen zijn om te migreren;
• uitleggen wat het voordeel is van je paspoort;
• een mening vormen over de asielprocedure in Nederland
Slide 2 - Slide
Slide 2 - Leerdoelen
Na deze les kun je:
Uitleggen wat kinderrechten zijn en voorbeelden geven van kinderrechten in jouw eigen leven;
Een mening geven over het belang van kinderrechten;
Herkennen wat kinderrechten zijn
Slide 3 - Mind map
Slide 3 - Woordweb
Waar denk je aan bij het woord kinderrechten?
Bespreek met de klas enkele minuten welke kennis is aanwezig bij de leerlingen over kinderrechten? Maak samen een woordenwolk of mindmap en ga hier samen over in gesprek. Gebruik deze voorkennis om het gesprek aan te gaan in de klas.
Toelichting: Voor alle kinderen zijn er rechten. Deze rechten staan in een document dat het 'Kinderrechtenverdrag' heet. Deze rechten zijn in 1989 vastgelegd. Er staan 54 regels in, die allemaal verschillende kinderrechten uitleggen. Deze regels gelden voor allerlei situaties waar kinderen mee te maken kunnen krijgen, zoals een fijne plek om te wonen, goed onderwijs, en bescherming tegen gevaarlijke dingen.
Slide 4 - Video
Slide 4 – Video (1:44 min)
Deze video van Amnesty legt uit wat kinderrechten zijn, aan de hand van voorbeelden. In de video komen enkele woorden voor die op slide 6 worden uitgelegd (woorden zoals recht, verdrag en kinder- en mensenrechten).
Instructie Laat leerlingen notities maken van de video.
Slide 5 - Slide
Slide 5 – Tekstslide Kijkvragen (3 min)
Vragen ter nabespreking
Na welke belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens getekend en waarom?
Antwoord: Een paar jaar na de Tweede Wereldoorlog om te voorkomen dat er ooit nog eens zoiets zou gebeuren. “Dit nooit meer”, zeiden ze. En dit werd dus de basis voor velen andere mensenrechtenverdragen, zoals dus ook het Kinderrechtenverdrag.
Voor wie zijn mensenrechten? En kinderrechten? Antwoord: voor iedereen. En kinderrechten voor iedereen tot 18 jaar.
Gelden kinderrechten in elk land? Antwoord: alle landen behalve Somalië en de Verenigde Staten.
Kan je je nog een paar rechten uit het filmpje herinneren?
Belang van het kind is het belangrijkst;
Discrimineren is verboden;
Recht op leven en ontwikkeling;
Afspraken over kinderen worden gemaakt met kinderen.
Dit is belangrijk om de veiligheid van kinderen te garanderen en zodat kinderen beter voor zichzelf kunnen opkomen.
Opmerking
Dit is een oud filmpje waarin het taalgebruik hier en daar verouderd is. Waar wij nu zouden spreken van 'mensen met een handicap/beperking', wordt er in de video gebruik gemaakt van de term 'gehandicapten'. Probeer in de klas zoveel mogelijk inclusieve taal te gebruiken, waarbij fysieke/mentale klachten als bijvoeglijk naamwoord gebruikt kunnen worden. Zo kun je voorkomen wordt dat mensen gereduceerd worden tot hun mentale/fysieke klachten (bijvoorbeeld: 'een persoon met ADHD' i.p.v. 'een ADHD'er').
Slide 6 - Slide
Slide 6 – Tekstslide Uitleg termen (3 min)
Op deze slide staan verschillende termen, die in de video aan bod zijn gekomen, uitgelegd.
Context Er is niet alleen een verdrag voor kinderen, maar ook bijvoorbeeld voor mensen; De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (VN, 1948). Deze is ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog als reactie op de verschrikkelijke gebeurtenissen en is een fundamenteel document dat de basis vormt voor de rechten en vrijheden die elk mens toekomen, ongeacht afkomst, religie, geslacht of andere status. Hoewel het officieel geen juridisch bindend verdrag is, heeft het een enorme invloed gehad op latere mensenrechtenverdragen en wetgeving wereldwijd.
Meer informatie over kinderrechten:
Kinderrechten.nl: alle informatie over kinderrechten op één website
Kinderrechten - UNICEF
Kinderrechten: waar heb ik recht op? | De Kinderombudsman
Slide 7 - Slide
Slide 7 – Tekstslide Instructie aan de leerlingen van de docent voor de volgende video (2 min)
Instructie
Deel de uitgeprinte lijst met alle kinderrechten uit aan de leerlingen en vraag ze om deze kort door te nemen ter voorbereiding voor de video;
Leerlingen kijken een video en een casus (tekst) en gebruiken de lijst om kinderrechten te herkennen en op te schrijven;
Na de video en na de casus kun je met de klas in gesprek over wat ze hebben opgeschreven.
Summer de Snoo is 9 jaar, zit in groep 6 en wordt nu al de nieuwe Doutzen Kroes genoemd. Binnenkort verhuist ze met haar familie naar New York. Daar krijgt ze een modellencontract.
Filmpje kijken (3 min)
Doel
Laat de leerlingen nadenken over wanneer werk voor een kind zoals Summer te ver gaat, en hoe kinderrechten hierbij kunnen helpen. Zo leren ze de balans tussen kansen en bescherming begrijpen.
Instructie docent Deel werkblad ‘kinderrechten’ uit waar alle artikelen op staan
Welke kinderrechten komen aan bod in het voorbeeld van Summer de Snoo? Bespreek met de klas (4 min)
Recht op Vrije tijd, Spel en Recreatie (Artikel 31) Summer begon op jonge leeftijd met modellenwerk. Bespreek met de leerlingen of dit invloed kan hebben op haar tijd voor spel, ontspanning en sociale contacten.
Recht op Onderwijs (Artikel 28) Hoe kan haar werk als model haar schoolprestaties beïnvloeden? Vraag de leerlingen of zij denken dat een balans mogelijk is tussen werken en naar school gaan.
Bescherming tegen Economische Uitbuiting en Schadelijke Arbeid (Artikel 32) Praat over de rol van ouders in het beschermen van hun kind tegen te veel werken. Wanneer is iets nog een hobby en wanneer wordt het werk
Belang van het Kind (Artikel 3) Bespreek de verantwoordelijkheid van ouders om te zorgen dat hun kind plezier heeft in wat ze doet, zonder te veel druk of verwachtingen.
Bespreek met de klas: 'Is dit kinderarbeid?' (3 min)
Toelichting De casus van Summer de Snoo, een jonge Nederlandse kindmodel, is een interessante manier om met leerlingen in gesprek te gaan over kinderrechten en kinderarbeid. Er is geen eenduidig antwoord, en de bedoeling van de vraag is om leerlingen te activeren om zelf hun kennis van kinderrechten te kunnen toepassen.
Mogelijke antwoorden
Ja, het is kinderarbeid: Men kan zich afvragen wiens belang hier voorop wordt gesteld, die van de ouders of van Summer zelf? Ook al geeft Summer aan dat model zijn haar passie is, kunnen er vraagtekens gesteld worden bij de keuze van de ouders om haar al zo jong te laten trainen en werken. Het is moeilijk te zeggen wat de gevolgen hiervan zijn op Summer's mentale gezondheid, aangezien de modellenwereld bekend staat om de rigiditeit rondom schoonheidsidealen en harde werkmentaliteit.
Nee, het is geen kinderarbeid: Summer gaat naast haar modellenwerk naar school en heeft naar eigen zeggen genoeg vrije tijd. Zij kan zich dus nog steeds op een gezonde manier ontwikkelen als kind. Er is pas sprake van kinderarbeid wanneer een kind te jong voor een slechte baas werkt die hen slecht betaalt en behandelt, en dat lijkt in Summers geval niet zo te zijn.
Slide 9 - Slide
Slide 9 – Tekstslide Sabah casus bespreken (4 min)
Op de website kinderrechten.nl staat veel informatie en educatief lesmateriaal waaronder ook voorbeeld verhalen waarbij de leerlingen kunnen nadenken over welke kinderrechten er aan bod komen. Bijvoorbeeld dus ook dit verhaal over veertienjarige Sabah.
De veertienjarige Sabah is in een pleeggezin geplaatst. Haar ouders kunnen niet meer voor haar zorgen. Sabah mag van haar geloof geen varkensvlees eten. Haar pleeggezin eet wel regelmatig varkensvlees. Sabah vraagt zich af of zij tegen haar pleegouders kan zeggen dat zij geen varkensvlees wil en of haar pleegouders hier voortaan rekening mee willen houden.
Welk kinderrecht komt hier aan bod? Bespreek met de klas (2 min)
Antwoord: Recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst (artikel 14, lees hier meer over). De kern van dit kinderrecht is dat kinderen vrij zijn om te denken en geloven wat ze willen. Ouders begeleiden hun kinderen hierin, maar kinderen hebben vrijheid van godsdienst en mogen dus hun eigen geloof kiezen.
Vraag: 'Moet Sabah nu varkensvlees eten?' Antwoord: nee. De pleegouders van Sabah moeten er dus rekening mee houden dat Sabah geen varkensvlees eet vanwege haar geloof. Ze mogen haar niet verplichten dit te eten.
Slide 10 - Slide
Slide 10 – Tekstslide Terugblik op video en uitleg (2 min)
Eventueel inhoudelijke vragen als terugkoppeling op het filmpje:
Mogelijke vragen:
Na welke belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis werd de universele verklaring van de rechten van de mens getekend en waarom?
Antwoord: een paar jaar na de tweede wereldoorlog om te voorkomen dat er ooit nog eens zoiets zou gebeuren. “Dit nooit meer”, zeiden ze. En dit werd dus de basis voor velen andere mensenrechtenverdragen, zoals dus ook het kinderrechtenverdrag.
Voor wie zijn mensenrechten? Antwoord: voor iedereen.
En kinderrechten? Antwoord: iedereen tot 18 jaar.
Gelden kinderrechten in elk land? Antwoord: alle landen behalve Somalië en de Verenigde Staten.
Slide 11 - Slide
Slide 11 – Quizvragen Stelling bespreken (2 min)
Antwoord: b
Uitleg
Een recht beschermt je. Denk bijvoorbeeld aan het recht op onderdak. Dit betekent dat de overheid van het land waar je woont ervoor moet zorgen dat kinderen niet op straat slapen. Het beschermt kinderen hier dus voor. Of bijvoorbeeld dat het recht om naar school te gaan. Je kunt je dan ontwikkelen en dingen leren. Dit is goed voor je. Zo wordt je beschermd dat je later alles zelf kan.
Bespreken of de leerlingen vinden dat kinderrechten belangrijk zijn of niet.
Slide 12 - Slide
Slide 12 – Tekstslide Verdieping (3 min)
Vraag: Wat denk je dat het verschil is tussen mensenrechten en kinderrechten? Antwoord: D
Uitleg Mensenrechten gelden voor iedereen en beschermen basisvrijheden, zoals het recht op leven en veiligheid. Kinderrechten zijn speciaal voor kinderen, omdat zij extra bescherming nodig hebben om veilig op te groeien, naar school te gaan en beschermd te worden tegen geweld bijvoorbeeld.
Toelichting Het artikel biedt een relevante casus voor het onderwerp kinderrechten. Het laat zien dat zelfs in Nederland kinderrechten niet altijd gerespecteerd worden door de overheid, en dat verschillende belangenorganisaties zich hiervoor inzetten en Nederland zelfs aanklagen. Hierna volgen twee stellingen die, op basis van het artikel en de eerder opgedane kennis, behandeld kunnen worden.
Instructie
Deel het uitgeprinte artikel uit of laat de leerlingen het artikel online lezen ter voorbereiding op de stellingen op de vervolgslides.
Na het lezen van het artikel kun je een eerste reactie ophalen uit de klas: Wat vind je ervan dat de Nederlandse overheid kinderrechten niet naleeft?
Moedig leerlingen aan verschillende perspectieven te delen en eventueel daarop in te zoomen
Slide 14 - Slide
Slide 14 – Stelling
Verdiepende discussie (3 min)
Stelling: "De Nederlandse overheid is verantwoordelijk voor het naleven van kinderrechten."
Mogelijke redeneringen: Eens
Wettelijke verplichting: De Nederlandse overheid heeft internationaal erkende verdragen, zoals het VN-Kinderrechtenverdrag, ondertekend en is daarmee verplicht om de rechten van kinderen te waarborgen.
Verantwoordelijkheid kwetsbare groepen: Kinderen zijn kwetsbaar en hebben speciale bescherming nodig. De overheid moet ervoor zorgen dat hun rechten worden gerespecteerd en dat ze veilig opgroeien.
Toezicht en controle: De overheid kan toezicht houden op opvanglocaties en scholen, zodat de rechten van kinderen daadwerkelijk worden nageleefd.
Mogelijke redeneringen: Oneens
Beperkte middelen: De overheid kan te maken hebben met beperkte budgetten en middelen, waardoor het moeilijk is om aan alle eisen voor kinderrechten te voldoen. Daarnaast kan de naleving van kinderrechten belemmerd worden door bureaucratische processen, waardoor acties vaak traag of inefficiënt zijn.
Verantwoordelijkheid van de ouders: Sommige mensen geloven dat ouders de primaire verantwoordelijkheid hebben voor de zorg en bescherming van hun kinderen, niet de overheid.
Prioriteiten: De overheid moet vaak prioriteiten stellen tussen verschillende maatschappelijke kwesties. Kinderrechten kunnen soms minder urgent lijken in vergelijking met andere problemen.
Slide 15 - Slide
Slide 15 – Stelling
Verdiepende discussie (7 min)
Stelling: "Het is belangrijk om internationale verdragen te hebben, omdat dit landen verplicht om kinder- en mensenrechten te respecteren en beschermen."
Mogelijke redeneringen: Eens
Bescherming van kinderrechten wereldwijd: Door een verdrag zoals het Verdrag inzake de Rechten van het Kind worden landen verplicht om kinderrechten te erkennen en te respecteren. Dit zorgt ervoor dat er wereldwijd dezelfde basisregels gelden, wat helpt om kinderen overal beter te beschermen.
Aanspreekbaarheid van landen: Met een verdrag kunnen landen ter verantwoording worden geroepen als zij kinderrechten schenden. Dit geeft internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, een middel om in te grijpen of druk uit te oefenen op landen die niet aan de afspraken voldoen.
Bewustwording creëren: Het verdrag helpt bij het creëren van bewustwording over kinderrechten, zowel bij regeringen als bij burgers. Het geeft duidelijkheid over wat de rechten van kinderen zijn en waarom ze belangrijk zijn, wat kan leiden tot meer respect en zorg voor kinderen.
Mogelijke redeneringen: Oneens
Verdrag is niet altijd afdwingbaar: Sommige mensen vinden dat een internationaal verdrag niet veel uitmaakt als het niet goed wordt gehandhaafd. Landen die de regels niet naleven, krijgen vaak geen echte straf, waardoor het verdrag in de praktijk weinig effect kan hebben.
Verschillen tussen landen: Het argument kan zijn dat niet alle landen hetzelfde zijn en dat het moeilijk is om universele regels te maken die voor alle culturen en omstandigheden werken. Wat in het ene land werkt, is misschien minder geschikt voor een ander land met een andere cultuur of andere uitdagingen.
Afhankelijk van politieke wil: Het nut van een verdrag hangt sterk af van de bereidheid van overheden om zich eraan te houden. Als de politieke wil ontbreekt, kan een verdrag op papier mooi zijn, maar in de praktijk weinig verbeteren aan de situatie van kinderen in een land.