What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
2.4 Vegetatieve vermeerderingstechnieken
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Groen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3,4
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Weet jij waar het oog van een plant zit?
Slide 2 - Mind map
Afleggen
Een tak van een plant net op de grond leggen en bedekken met grond.
Aan bedekte tak groeien wortels.
Voordeel
: eenvoudig
Nadeel
: kost veel ruimte, lage productie
Toegepast bij:
klimop, klimhortensia, toverhazelaar, kornoelje
Slide 3 - Slide
https:
Slide 4 - Link
Scheuren
Planten doormidden scheuren, breken of snijden.
Elk deel moet wortel- en groeipunten hebben.
Veel toegepast bij:
geranium, hosta, lelie en siergrassen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Enten
Bij enten zet je verschillende delen van een plant op elkaar.
Ent
: deel dat later stam en kroon vormt.
Onderstam
: deel dat de wortels van de plant vormt.
Doel
: plant verbeteren en sterker maken.
Veel toegepast bij
fruitbomen
.
Slide 7 - Slide
Oculeren
Alleen voor houtachtige planten.
Manier van enten.
Je gebruikt een stukje bast met oog van 1-jarige tak.
Oog wordt kroon.
Onderstam snijd je boven de oculatie af.
Veel toegepast bij
rozen.
Slide 8 - Slide
Wat is afleggen?
A
een gedeelte van de plant op de grond leggen
B
twee delen van een plant aan elkaar leggen
C
een afgesneden gedeelte van de plant in een pot leggen
D
een afgesneden tak op de grond leggen
Slide 9 - Quiz
Wat is belangrijk wanneer je planten scheurt?
A
Je mes moet goed scherp zijn
B
Er moet genoeg blad aan de plant blijven
C
Er moeten wortelpunten en blad aan de plant zitten
D
Er moeten wortel- en groeipunten aan de plant zitten
Slide 10 - Quiz
Wat is enten?
A
Een onderstam en een ent naast elkaar zetten
B
Een onderstam en een ent op elkaar zetten
C
Twee enten op elkaar zetten
D
Twee onderstammen naast elkaar zetten
Slide 11 - Quiz
Wat is oculeren?
A
een stukje bast met een oog gebruiken voor vermeerdering
B
ogen tellen aan een tak
C
op een tak met veel ogen vermeerdering toepassen
Slide 12 - Quiz