Yuverta

H1_Samenvatting

H1 Licht en Beeld
Samenvatting
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekHBOStudiejaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 Licht en Beeld
Samenvatting

Slide 1 - Slide

H1.1
Licht en schaduw

Slide 2 - Slide

Soorten lichtbronnen
Hoe verschillen deze lichtbronnen van elkaar? Wat voor onderscheid kan je maken?

Slide 3 - Slide

Lichtbundels
Veel lichtstralen samen noem je een lichtbundel.

Je hebt 3 soorten lichtbundels:
  • divergente lichtbundel
  • evenwijdige lichtbundel
  • convergente lichtbundel

Slide 4 - Slide

Lichtstralen tekenen

1. Lichtstralen gaan altijd in een rechte lijn

2. Lichtstralen hebben een richting (deze geef je aan met een pijltje)

3. We tekenen de lichtstralen die ons informatie geven.
Bijvoorbeeld: Randstralen, spiegelbeeld

Slide 5 - Slide

Gezichtsveld
Gezichtsveld
Het gebied dat je kunt zien vanaf de plek waar je staat
Kijklijnen

Slide 6 - Slide

H1.2
Spiegels

Slide 7 - Slide

Spiegelbeeld
Voorwerp = object voor spiegel
Beeld = object achter de spiegel

Voorwerpafstand = Beeldafstand

Teken beeld loodrecht (90°) over de spiegel

Slide 8 - Slide

Spiegelwet
Formule --> ∠i = ∠t

Bereken in 4 stappen:
1. Bepaal kruispunt van lichstraal en spiegel
2. Teken de normaal-lijn 90° op de spiegel
3. Meet de hoek van inval: ∠i 
4. Teken de hoek v. terugkaatsing: ∠t

Slide 9 - Slide

H1.3
Lenzen

Slide 10 - Slide

Positieve en negatieve lenzen

Slide 11 - Slide

Brandpunt


lichtstralen komen samen in het brandpunt

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bolle lens
Niet alle lenzen zijn even sterk. 

Een sterke lens is erg bol en heeft
een kleine brandpuntsafstand.

Een zwakke(re) lens is platter en heeft
een grote brandpuntsafstand.








Slide 14 - Slide

Type hier een titel
Beeld tekenen met constructiestralen
We kunnen 3 stralen door een lens tekenen:
1. Door het midden van de les, Deze buigt niet
2. Evenwijdig aan de hoofdas, en door het brandpunt F achter de lens
3. Door het brandpunt F voor de lens, en evenwijdig aan de hoofas

Het beeld wordt gevormd daar waar de lichtstralen bij elkaar komen!

Slide 15 - Slide

H1.4
Het oog

Slide 16 - Slide

'Normaal' oog
De lens in een oog werkt als een gewone lens. 
Het beeld wordt omgedraaid, je ziet de wereld op zijn kop. De hersenen draaien dat beeld om.

Slide 17 - Slide

Bijziend oog
Ziet dichtbij goed. Ver weg is wazig.
Lens is zo sterk geaccommodeerd dat het brandpunt in het oog valt

Slide 18 - Slide

Verziend oog
Ziet ver weg goed. Dichtbij is wazig.
Lens kan niet sterk accommoderen. Brandpunt valt achter het oog.

Slide 19 - Slide

H1.5
Kleuren zien

Slide 20 - Slide

Wit licht
Waaruit bestaat wit licht?
  • Rood
  • Oranje
  • Geel
  • Groen
  • Blauw
  • Violet

Slide 21 - Slide

Type hier een titel
Zichtbaar en niet-zichtbaar licht
Zichtbaar licht zijn de kleuren die wij zien

Niet-zichtbaar licht zijn de kleuren
  • Infrarood
  • Ultraviolet

Warmtestraling is infrarood licht
Je kunt infraroodlicht dus wel voelen!

Slide 22 - Slide

Kleuren zien
Voorwerpen kaatsen licht terug

Een voorwerp kan alleen licht terug kaatsen en zijn eigen kleur.

Licht dat niet wordt teruggekaatst wordt geabsorbeerd en omgezet in warmte  

Slide 23 - Slide

Kleuren mengen

Slide 24 - Slide