What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
Yuverta
‹
Return to search
a2b + h2c week 24 vraagwoorden
1 / 17
next
Slide 1:
Video
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Video
De 3 categorieën vraagwoorden
Slide 2 - Slide
Categorie 1: eenvoudig
¿ Dónde? Waar
¿A dónde? Waarheen
¿De dónde? Waar vandaan
¿ Cuándo? Wanneer
¿ Cómo? Hoe
¿ Por qué? Waarom
Slide 3 - Slide
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(waar)………….. está la tienda?
Slide 4 - Open question
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(wanneer)……..… es tu cumpleaños?
Slide 5 - Open question
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(hoe)…………estás?
Slide 6 - Open question
Vertaal het woord tussen haakjes.
¿(waarom)……… estás triste?
Slide 7 - Open question
Categorie 2
Deze vraagwoorden nemen het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen over.
¿Quién? ¿Quiénes? 🡪 Wie?
¿Cuánto/a? ¿Cuántos/as? 🡪 Hoeveel?
LET OP!!
Als
Cuánto
met het werkwoord
COSTAR
(kosten)
wordt gebruikt verandert
cuánto
niet!!!
Slide 8 - Slide
Welke woord is correct?
¿ (hoeveel) cuesta el pan?
A
cuánto
B
cuanto
C
cuánta
D
cuanta
Slide 9 - Quiz
Welke woord is correct?
¿(hoeveel) niños hay?
A
cuánto
B
cuántos
C
cuánta
D
cuántas
Slide 10 - Quiz
Welke woord is correct?
¿(hoeveel) hermanas tienes?
A
cuánto
B
cuánta
C
cuántos
D
cuántas
Slide 11 - Quiz
Welke woord is correct?
¿(wie) es tu amigo?
A
quién
B
quiénes
Slide 12 - Quiz
Welke woord is correct?
¿(wie) son ellos?
A
quién
B
quiénes
Slide 13 - Quiz
Categorie 3:
qué - wat
,
cuál(es) - wat/welke (alleen achter ww SER)
Qué
en
cuál
= WAT en WELKE
Slide 14 - Slide
Welke woord is correct?
¿(wat) es tu color favorito?
A
qué
B
cuál
Slide 15 - Quiz
Welke woord is correct?
¿(wat) haces?
A
qué
B
cuál
Slide 16 - Quiz
Welke woord is correct?
¿(welke) de los libros necesitas?
A
qué
B
cuál
Slide 17 - Quiz