Engels toets: Schrijfopdrachten, word order, theme words Chapter 2 + theme words Chapter 5
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
This week
You have learned what a good e-mail looks like.
You know when and how to use formal and informal language in an e-mail.
You have written an e-mail explaining a problem.
Slide 5 - Slide
Formeel (formal)
Aanhef
Dear .....
Afsluiting:
Kind regards
Informeel (informal)
Aanhef
Hi ...., Hello ....
Afsluiting:
Regards, All the best, with love
Slide 6 - Slide
Example - formal e-mail
Dear Professor Hart,
I'm writing to let you know that I can't attend class for two weeks as I've had an accident and hurt my back. I'm afraid I also need to ask for an extension for next week's essay.
I have medicine for the pain but I can't get up or walk around much, and the doctor said I should stay in bed and rest as much as possible. This makes reading and studying very difficult for me at the moment. I've attached a copy of the doctor's certificate and I hope to be back in class from 12 May.
Until then, my friend is going to record the lectures so I can listen to them at home. I will try to catch up with all the reading too. However, I don't think I can submit the essay next week. Is it possible to have an extension?
Thank you for your understanding.
Kind regards,
Jameela James
(ENG101 class)
Slide 7 - Slide
Tips
1. Start met Dear en dan de naam van die persoon.
2. Geef in de eerste alinea aan wat het probleem is/waarom je schrijft. In het middenstuk geef je daarover meer informatie en stel je vragen. In de laatste alinea geef je aan wat je hoopt dat er gebeurt.
3. Zorg dat het kort en duidelijk is. Geef de belangrijkste informatie door.
4. Zeg "Thank you for your understanding" aan het einde. Dit laat zien dat je hoopt dat die lezer jouw problemen begrijpt.
5. Eindig de brief met "Kind regards, jouw naam". Deze afsluiting gebruik je bij een formele e-mail als je de lezer niet kent. Gebruik GEEN: Greetings
Slide 8 - Slide
Assignment (60 words min.)
Je schrijft een brief aan de eigenaar van de bar (Mr. Jones) waar je vorige week bent geweest. Je jas is kwijt geraakt en je wil deze graag terug.
Denk aan de goede aanhef en afsluiting.
Het volgende moet er in:
Wat er kwijt is en hoe het eruit ziet.
Wanneer en waar je jas is kwijt geraakt (tijden en plaats).