Yuverta

Thema Gezondheid over: Roken, Alcohol & Drug

Alcohol

- Wat weet je er al van?
- Wat zijn de effecten? 
- Ken je een verhaal?


1 / 34
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Alcohol

- Wat weet je er al van?
- Wat zijn de effecten? 
- Ken je een verhaal?


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Effecten van Alcohol

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
A
Geestelijk afhankelijk van alcohol: je lichaam vraagt erom
B
Lichamelijk afhankelijk van alcohol: je lichaam kan niet zonder functioneren
C
Lichamelijk afhankelijk van alcohol: je moet er steeds aan denken

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt de meeste alcohol opgenomen in je bloed?
A
mond
B
dunne darm
C
dikke darm
D
maag

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Val te veel alcohol kan je in coma raken.
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is bingedrinken?
A
Samen met vrienden veel drinken op een avond
B
Als je op een avond meer dan 10 glazen drinkt
C
Als je binnen 10 min. 4 tot 6 drankjes drinkt
D
Als je binnen 10 min. 2 tot 4 drankjes drinkt

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoelang duurt het ongeveer voordat een glas alcohol is afgebroken?
A
een half uur
B
1 uur
C
anderhalf uur
D
een kwartier

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Alcohol wordt door het bloed vervoerd, door:
A
De rode bloedcellen
B
Door de witte bloedcellen
C
Door de bloedplaatjes
D
Door het bloedplasma

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de ziekte van Korsakow?
A
een soort dementie als gevolg van te veel alcoholgebruik
B
Een griepsoort afkomstig uit Rusland
C
Een virusinfectie aan de lever
D
een bacteriële infectie aan de slokdarm

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
A
Alcohol versterkt je gevoelens
B
De hoeveelheid alcohol in je bloed wordt uitgedrukt in procenten
C
Veel alcohol drinken veroorzaakt schade aan de longen
D
Zuivere alcohol heeft een heldere lichtgele kleur

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke voordelen van alcohol zou je kunnen noemen?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Groepsdruk komt veel voor bij het drinken van alcohol. Lichte groepsdruk is b.v. als iemand je vraagt of je ook een biertje wil. Kun je een voorbeeld noemen van zware druk?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Roken
  • Roken wat is het?
  • Gevolgen van roken
  • Waarom roken jongeren?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Rook je?
A
Ja
B
Wel eens geprobeerd
C
Nee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Roken is
A
goed
B
slecht
C
lekker
D
vies

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Mensen die roken leven korter dan niet-rokers?
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Kinderen van rokende ouders roken vaker dan kinderen van niet-rokende ouders.

Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Rokers mogen niet binnen in een restaurant roken
A
Wel discriminatie
B
Geen discriminatie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Als iedereen van mijn vrienden zou roken, zou ik ook roken
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is drugs?
Wat is drugs?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen soft drugs
A
hasj
B
wiet
C
LSD
D
paddo's

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen drugs
A
Koffie
B
Wiet
C
Hasj
D
HIV

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welke drug is dit?
A
Wiet
B
Hasj
C
XTC
D
GHB

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke drug wordt ook wel 'date rape drug' genoemd?
A
GHB
B
Cocaïne
C
LSD
D
MDMA

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen drugs
A
Koffie
B
Wiet
C
Hasj
D
GBH

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Ik kan het verschil tussen soft-drugs en hard-drugs benoemen.
A
Waar
B
Niet waar
C
Niet helemaal

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Drugs kunnen verschillende werkingen hebben.
Welk type drugs vertraagt je reactievermogen? (kies er 2)
A
Verdovende middelen
B
Stimulerende middelen
C
Bewustzijnveranderende middelen

Slide 31 - Quiz

Controlevraag over de uitleg die ik net gegeven heb: snapt de leerling het / heeft de leerling opgelet? Timer zodat leerlingen niet op elkaar aan het wachten zijn.
Straffen voor drugsdealen staat in de
A
Wegenverkeerswet
B
Wetboek van strafrecht
C
Opiumwet

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Welke van deze drugs valt er onder soft drugs?
A
Heroine
B
Hasj
C
Cocaine
D
Speed

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Expirimenteren met drugs moet kunnen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions