Yuverta

Transport en afweer

Transport en afweer



Laatste uitleg plus oefenvragen

1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Transport en afweer



Laatste uitleg plus oefenvragen

Slide 1 - Slide

Lymfeklieren en -vaten

Slide 2 - Slide

Op welke plaats worden antistoffen gemaakt?
A
weefselvloeistof
B
Lymfeknopen
C
Lymfevaten
D
Borstbuis

Slide 3 - Quiz

Een lymfevat lijkt het meest op een ........ omdat deze ook ........ heeft.
A
Slagader; een dikke wand
B
ader; kleppen
C
haarvat; een hoge bloeddruk

Slide 4 - Quiz

Johan zegt dat weefselvloeistof via de lymfevaten weer terug komt in het bloed.
Maria zegt dat weefselvloeistof via de haarvaten weer terug komt in het
bloed.

Wie heeft of wie hebben gelijk?
A
Johan heeft gelijk
B
Maria heeft gelijk
C
Johan en Maria hebben gelijk
D
Geen van beiden heeft gelijk

Slide 5 - Quiz

Wat hebben een lymfevat en aders gemeen?
A
ze zijn even dik
B
Hebben allebei kleppen

Slide 6 - Quiz

Wat is de functie van weefselvloeistof?
A
Zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen brengen.
B
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen van de cellen afvoeren.
C
Zowel antwoord A als B is juist.

Slide 7 - Quiz

Wat zit er in weefselvloeistof?
A
O2 & voedingsstoffen
B
O2, voedingsstoffen & CO2
C
O2, voedingsstoffen, afvalstoffen & CO2
D
O2, voedingsstoffen & afvalstoffen

Slide 8 - Quiz

Hier zie je een afbeelding van een lymfevat.
In welke richting stroomt de lymfe?
A
Richting A
B
Richting B

Slide 9 - Quiz

Afweer

Slide 10 - Slide

Welk bestanddeel van bloed zorgt de afweer.
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatjes

Slide 11 - Quiz

Van welk type bescherming is er sprake bij bescherming door maagzuur?
A
Algemene afweer
B
Specifieke afweer
C
Natuurlijke immuniteit
D
Actieve immunisatie

Slide 12 - Quiz

Waar in het lichaam kunnen zich witte bloedcellen bevinden

Slide 13 - Open question

Bij bescherming door een vaccinatie is er GEEN sprake van bescherming door...
A
Specifieke afweer
B
Natuurlijke immuniteit
C
Kunstmatige immuniteit
D
Actieve immunisatie

Slide 14 - Quiz

Wat bedoelen we met natuurlijke immuniteit?

Slide 15 - Open question

Waarom word je toch ziek terwijl je afweer zijn werk goed doet?
A
het herkennen van de ziekteverwekker en het maken van antistoffen kost dagen tijd
B
Omdat miljoenen ziekteverwekkers binnen dringen en dan moet het lichaam heel hard werken.

Slide 16 - Quiz

Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
Witte bloedcellen maken antistoffen
Witte bloedcellen sluiten bacteriën in
Je krijgt een inenting met dode of verzwakte ziekteverwekkers 

Slide 17 - Drag question

Natuurlijk
Kunstmatig
Immuniteit
je krijgt corona en wordt beter
injectie met vaccin

Slide 18 - Drag question

Hoe werkt immunisatie

Slide 19 - Slide

bloedvaten

Slide 20 - Slide

Door de wand van welke bloedvaten kunnen witte bloedcellen heen?
A
Slagaders
B
Aders
C
Haarvaten
D
Lymfevaten

Slide 21 - Quiz

Zijn spataders aders of slagaders?
A
Slagaders
B
Aders

Slide 22 - Quiz

Wat is een oorzaak van varices (spataderen)?
A
Afsluiting in de slagader
B
Aneurysma
C
Niet goed werkende kleppen
D
Trombose

Slide 23 - Quiz

In welke vaten vindt uitwisseling van zuurstof, voedingsstoffen, koolstofdioxide en andere afvalstoffen plaats?
A
Aders
B
Slagaders
C
Haarvaten
D
Lymfevaten

Slide 24 - Quiz

Welke ader is hier de Aorta
A
Bloedvat R en S
B
Bloedvat P en Q

Slide 25 - Quiz

Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes

Slide 26 - Quiz

Hoe heet het stollingseiwit dat opgelost zit in het bloedplasma?
A
fibrine
B
fibrinogeen
C
fibrinedraad
D
fibrose

Slide 27 - Quiz

hart

Slide 28 - Slide

Trekken hier de boezems samen of de kamers?
A
Boezems
B
Kamers
C
Allebei
D
Allebei niet

Slide 29 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat je hart voorziet van zuurstof?
A
Hartslagader
B
Kransader
C
Aorta
D
Kransslagader

Slide 30 - Quiz

dikke spierwand
rechter kamer
bovenste
holle
ader
long
ader
long
slagader
linker
kamer

Slide 31 - Drag question

Aorta
Longader
Holle ader
Longslagader

Slide 32 - Drag question

Sleep de juiste namen naar hun plek.
Let op er blijven antwoorden over.
1
2
3
4
5
6
Bloedplasma
Weefselvloeistof
Wittebloedcel
bloedvat
Lymfevat
rode bloedcel
Lymfe
bloedplaatje

Slide 33 - Drag question