Yuverta

OE2 Zuivel

Welkom
Producttechnologie Zuivel
Draineren, vormen, persen en pekelen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Producttechnologie Zuivel
Draineren, vormen, persen en pekelen

Slide 1 - Slide

Na deze les kun je:
  • Uitleggen wat draineren is en wat daarbij van belang is
  • Uitleggen wat persen is en wat van invloed is op de vorming van de korst
  • Uitleggen welke procesparameters van belang zijn bij het persen
  • Uitleggen wat pekelen is en wat hierbij van belang is.

Slide 2 - Slide

Draineren
  • Wei-wrongelmassa wordt van elkaar gescheiden
  • Eerst in de goede vorm daarna pas wei verwijderen
  • Anders vorming van maakgaatjes door lucht

Kaasgebreken die kunnen ontstaan
  • Onjuiste vorm
  • Lucht onder de korst -> schimmelvorming

Slide 3 - Slide

Draineren
Casomatic
  • Van de kaasbak naar een buffertank
  • Draineerkolommen wordt het
    onderaan afgesneden
  • Wei wordt op drie punten afgezogen

Slide 4 - Slide

Vormen
  • Kaasvaten en netjes zijn van kunststof
  • Wrongel gaat in het kaasvat
  • Kaasmerk wordt erop geplaatst (tracering)
  • Volger (deksel) gaat op het vat.

Slide 5 - Slide

Persen
  • Wrongel aan elkaar 
  • Er ontstaat een droge korst welke beschermd tegen bederf door MO
  • Tijdens het persen komt er wei vrij maar niet veel
  • Veel wei: langzaam de druk verhogen
  • Weinig wei: hoge druk beginnen en snel verhogen
  • Bloemkoolkorst/open korst ontstaat wanneer er begonnen is met een te lage druk
  • Netklever ontstaat wanneer er teveel druk is in het begin van het persen

Slide 6 - Slide

Persen

  • Temperatuur 20-24°C
  1. Te hoog: netklever
  2. Te laag: open korst
  • Tijd persen: 45-90 minuten

Slide 7 - Slide

Persen

  • Na het persen worden de kazen gekeerd
  • Komen in een omloopvat
  • Tijd omlopen: 30 - 60 minuten
  • Afdruk van de rand wordt hersteld 
  • Zuursel heeft de tijd om de kaas zuurder te maken voordat deze wordt gepekeld
  • pH 5,6

Slide 8 - Slide

Pekelen
  • Doel van pekelen
  1. Kaas conserveren
  2. Smaak
  3. Stevige korst waardoor deze niet gaat uitzakken
  • Zoutgehalte in de kaas is ongeveer 2 - 2,5%
  • Zorgt voor een smeuïg gevoel in de mond en remt groei van MO's

Slide 9 - Slide

Pekelen
Pekelen gebeurd in een pekelbad 18°Baumé
  • pH 4,4: korstkwaliteit en groei MO's
  • Temp. 12-14°C: tegengaan groei MO's
  • Kalk (calcium) 0,25%: tegengaan moeilijk
    drogende korst

Pekeltijd
  • 1 kg 12 - 24 uur
  • 14 kg 5 tot 7 dagen

Slide 10 - Slide

Pekelen
Zoutopname (diffussie) is afhankelijk van:
  • Vochtgehalte van de kaas: transport
  • Vetgehalte: langzamer indien hoog
  • Temperatuur: beweging moleculen

Vochtverlies
  • Uittreden van de wei (met opgeloste bestanddelen) in het pekelbad
  • Nieuwe pekel met alleen zout zullen calciumzouten uit de kaas gaan waardoor een moeilijk drogende korst

Slide 11 - Slide

Opslaan
Tot 15 dagen vanaf de productie moet de kaas bij de fabriek blijven

2 soorten opslag
  • Foliekaas - vacuümverpakt in een doos of kist 5 - 7°C
  • Natuurkaas - natuurpakhuis waarbij temperatuur en RV wordt geregeld

Natuurkaas krijgt 2 behandelingen namelijk keren en coaten

Slide 12 - Slide

Opslaan
  • Temperatuur 12 - 14°C
  • Hoger gaat de rijping sneller en meer kans op schimmel
  • Lager rijping te traag en de kaas kan zijn vocht niet goed kwijt
  • Er moet veel water worden afgevoerd namelijk uit de kaas en de coating
  • Als de drooglucht te vochtig is zal er niet veel water verdampen en kan schimmel gaan groeien
  • Coating -> tegengaan schimmel door netamycine

Slide 13 - Slide

Opslaan
  • Coaten tweemaal en zorgt voor extra gewicht
  • Zoenplekken voorkomen
  • Tijdens de opslag rijpen de kazen

Slide 14 - Slide

Rijpen

Verandering smaak
  • Eiwitsplitsende enzymen - peptiden bittere smaak - zuursel enzymen - afbreken tot zelfs aminozuren deze zijn verantwoordelijk voor de smaak
  • Lipase breekt vetten af waardoor vetzuren ontstaan welke een specifieke smaak geven

Zout verspreidt zich over de hele kaas

Slide 15 - Slide

Rijpen 
Verandering van vochtgehalte
Lager door indrogen en verandering van de eiwitten en vet

Afhankelijk van:
  1. Vochtgehalte van de kaas: hoe hoger des te makkelijker te verdampen
  2. Oppervlakte van de kaas
  3. RV droog
  4. Luchtbeweging
  5. Temperatuur

Slide 16 - Slide

Rijpen 
Verandering pH - wordt 0,2 - 0,4 verhoogd
  • Melkzuur wordt omgezet in niet zure producten
  • Bij afbraak eiwit komen afbraakproducten vrij die melkzuur neutraliseren

Slide 17 - Slide

Kaaskwaliteit
Vorm

Korst
  • Dikke korst is niet gewenst vanwege vocht
  • Dunne korst is niet gewenst vanwege beschadigingen

Geur en smaak

Slide 18 - Slide

Kaaskwaliteit
Consistentie
  • Stevigheid (hard - zacht) en samenhang (veel - lang of taai) (weinig - kort of bros)
  • Bepalen door middel van kauwen of met je vingers
  • Afhankelijk van vochtgehalte, vetgehalte, zoutgehalte en pH
  1. pH < 5 weinig samenhang
  2. pH > 5 meer samenhang

Slide 19 - Slide

Kaaskwaliteit
Openingen in de kaas
  • Een kaas met een aantal ronde gladde openingen ter grootte van een erwt en gelijkmatig verdeeld. Gaten ontstaan door gasvorming van zuursel.

Slide 20 - Slide