Kijkvragen
Bespreek de film aan de hand van onderstaande vragen.
Kijkvraag (klik op het rondje met het vraagteken): Over wie ging deze film?
Antwoord: over een jongetje in Afrika en de dieren
Kijkvraag (klik op het rondje met het vraagteken): Welke dieren zagen jullie langskomen?
Antwoord: Luipaard, zebra, olifant, apen, vogel, slang, giraffe, krokodil, nijlpaard.
Kijkvraag: (klik op het rondje met het vraagteken): Wat gebeurde er?
Antwoord: Het jongetje krijgt een brief met een papieren sneeuwvlok er in. Hij legt hem onder zijn kussen. De volgende dag is de savanne ondergesneeuwd. De dieren hebben het erg koud en mogen in de hut van het jongetje schuilen.
Kijkvraag (klik op het rondje met het vraagteken): Waar leefden deze dieren? En hoe zag het er daar uit?
Antwoord: Ze leven in een warm land, maar nu ligt er sneeuw. Alles is wit.
Vat de antwoorden samen na de bespreking. In film gebeuren soms dingen die in het echt niet kunnen, zoals sneeuw in een heel warm land. Dat zorgt er vaak voor dat een film leuk, bijzonder of spannend is. Er wordt vaak fantasie gebruikt bij het maken van een film, maar ook als je zelf een film kijkt gebruik je je fantasie.