microscopie

microscopie
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

microscopie

Slide 1 - Slide

- Je kent de onderdelen van de microscoop
- Je weet hoe je volgens de regels met een microscoop moet werken 
- Je kent de verschillende cellen en kan deze op een afbeelding herkennen






Slide 2 - Slide

aan welke onderdelen kan ik een plantaardige cel herkennen?

Slide 3 - Mind map

aan welke onderdelen kan ik een bacterie cel herkennen?

Slide 4 - Mind map

verzin 2 regels bij het werken met de microscoop. een van wat je juist wel moet doen en een van wat juist niet mag.

Slide 5 - Mind map

nu een video
over het werken met de microscoop
goed opletten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

nu een aantal vragen

Slide 8 - Slide

Objectief
Oculair
Diafragma
Sleep de uitleg achter het juiste onderdeel
Een van de onderste lenzen aan een microscoop
Bovenste lens op een microscoop
Hiermee regel je de hoeveelheid licht door de tafel

Slide 9 - Drag question

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief

Slide 10 - Drag question

Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveel licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid

Slide 11 - Quiz

Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x

Slide 12 - Quiz


Voordat je met de microscoop gaat werken, controleer je altijd eerst de beginstand. Wat is de beginstand van de microscoop?
A
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
B
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.
C
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
D
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.

Slide 13 - Quiz

Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver

Slide 14 - Quiz

Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht te regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten

Slide 15 - Quiz

Wat mag je ABSOLUUT NIET doen wanneer de microscoop op een grote vergroting staat?
A
Aan de grote schroef draaien
B
Door de microscoop heen kijken
C
Een preparaat maken
D
Een tekening maken

Slide 16 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

In de afbeelding zijn vier foto's weergegeven van het maken van een preparaat.

Wat is de juiste volgorde van de foto’s?

A
2 – 1 – 4 – 3
B
3 – 4 – 1 – 2
C
4 – 3 – 2 – 1
D
4 – 1 – 2 – 3

Slide 17 - Quiz

Hoe heet het grote glaasje? Hoe heet het kleine glaasje?
A
Groot = Objectglas Klein = Preparaatglaasje
B
Groot = Preparaatglas Klein = Objectglaasje
C
Groot = Objectglas Klein = Dekglaasje
D
Groot = Dekglas Klein = Objectglaasje

Slide 18 - Quiz

Waarom is het belangrijk om het dekglaasje zo schuin op het voorwerpglas te laten zakken?
A
Dan gaat het glas niet stuk
B
Zo zie je het voorwerp beter
C
Zo komen er geen luchtbellen
D
Dan doe je jezelf minder snel pijn

Slide 19 - Quiz

Een preparaat moet dun zijn, waarom?
A
Anders past het dekglaasje niet
B
Anders zie je teveel cellen tegelijk
C
Het licht moet er doorheen kunnen vallen
D
Anders kun je de objectieven er niet boven draaien

Slide 20 - Quiz

In welke volgorde ruim je de microscoop op?
  1. .
  2. .
  3. .
  4. .
  5. .
revolver draaien tot het kleinste objectief
preparaat weghalen
lampje uit
tafel omlaag draaien
microscoop oppaken en wegbrengen

Slide 21 - Drag question

Welke tekening stelt bacteriën voor?
Welke tekening cellen van een spinazieplant?
En welke tekening cellen van een mens?
A
1 = mens / 2 = bacterie / 3 = spinazie
B
1 = bacterie / 2 = spinazie / 3 = mens
C
1 = spinazie / 2 = mens / 3 = bacterie
D
1 = mens / 2 = spinazie / 3 = bacterie

Slide 22 - Quiz

microscoop + tekenen

Slide 23 - Slide

Tekenregels

Slide 24 - Slide

1. Teken altijd met (een niet te zacht) potlood.
2. Werk en schrijf netjes. Kleine foutjes kun je uitgummen, begin anders opnieuw.
3. Zet linksboven in de hoek, de volgende informatie onder elkaar:
- Naam en klas;
- Titel (en opdrachtnummer);
- Gebruikte vergroting;
- (Dwarsdoorsnede / lengtedoorsnede of buitenaanzicht).
- Schrijf er ook bij of je tekening natuurgetrouw of schematisch is.
- Welke kleurmiddelen je eventueel hebt gebruikt.
4. Trek met een liniaal een horizontale lijn onder deze tekst.
5. Trek met liniaal een verticale lijn; zodat je links kunt tekenen en rechts de onderdelen kunt benoemen.
6. Teken groot (bladvullend en hooguit een paar cellen).
7. Teken met strakke lijnen (schets niet en teken niet te vet).
8. Kleuren, arceren of schaduw aanbrengen is niet nodig.
9. Teken wat je werkelijk ziet, niet wat je graag zou willen zien.
10. Cellen (of onderdelen daarvan) zijn gesloten, teken ze dus ook zo.
11. Schrijf de namen van de onderdelen in het rechtervlak, recht onder elkaar.
12. Maak horizontale verbindingslijntjes met een liniaal. Laat de lijntjes beginnen in het onderdeel dat je benoemd.

Tekenregels

Slide 25 - Slide

vragen
VRAGEN? 

Slide 26 - Slide

Voor deze vergroting: je hebt een oculair van 10X. Welke objectief en oculair zou jij gebruiken om deze vergroting te krijgen? Schuif het vizier naar de juiste plek. 

Slide 27 - Drag question

Voor deze vergroting: je hebt een oculair van 10X. Welke objectief en oculair zou jij gebruiken om deze vergroting te krijgen? Schuif het vizier naar de juiste plek. 

Slide 28 - Drag question

Voor deze vergroting: je hebt een oculair van 10X. Welke objectief en oculair zou jij gebruiken om deze vergroting te krijgen? Schuif het vizier naar de juiste plek. 

Slide 29 - Drag question

revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
vergroot bij ons is altijd 10x
lenzen vergroten 4x, 10x en 40x

Slide 30 - Drag question

Oculair
Tubus
Statief
Grote schroef
Kleine schroef
Revolver
Objectief
Diafragma
Lamp
Voet

Slide 31 - Drag question

Objectglas
Dekglas
Object
Preparaat

Slide 32 - Drag question

plantencel
één plantencel tekenen volgens tekenregels
telt mee met vaardigheid op magister

vb. plantencel 

Slide 33 - Slide

Aan de slag
1. Maak een tekening van één plantencel volgens de tekenregels.
(geef zoveel mogelijk onderdelen aan)
2. Laat controleren door docent en verbeter


Eerder klaar?
Oefen op www.biologiepagina.nl

timer
0:45

Slide 34 - Slide