Les SE2 15 januari CH

Startopdracht
Lees basisstof 3.5, 3.6 en 3.7

Schrijf op waar je extra uitleg over wil deze les!
timer
10:00
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Startopdracht
Lees basisstof 3.5, 3.6 en 3.7

Schrijf op waar je extra uitleg over wil deze les!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Planning
15 januari (vandaag):
Herhaling, jullie bepalen zelf de onderwerpen dus kom goed voorbereid naar de les

17 januari (woensdag): SE2!
Leerstof SE2
Thema 2: 2.3, 2.4 en 2.5
Thema 3: 3.5, 3.6 en 3.7

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Bespreken startopdracht
  • Herhaling, wat willen jullie?
  • Oefenen
  • Samen afsluiten

Tussendoor korte pauze
Maak aantekeningen
Stel vragen
Doe actief mee! 

Slide 3 - Slide

2.3 Reductiedeling
Mitose = gewone celdeling




Meiose = reductiedeling

Slide 4 - Slide

2.3 Reductiedeling

Slide 5 - Slide

2.4 Geslachtskenmerken


Primaire geslachtskenmerken = 
al bij de geboorte aanwezig

Secundaire geslachtskenmerken = 
ontstaan tijdens de pubertijd

Slide 6 - Slide

2.4 Hormonen
Stoffen die allerlei processen in het lichaam regelen, waaronder voortplanting

Worden geproduceerd in hormoonklieren

Slide 7 - Slide

2.4 Menstruatiecyclus
Dag 1 t/m14: hypofysehormonen zorgen voor het rijpen van de follikels in de eierstok. Follikels produceren oestrogeen -> baarmoederslijmvlies dikker 

Dag 14: follikel barst open,
eicel komt vrij (=ovulatie)

Dag 14 t/m 28: gele lichaam 
sterft af -> minder oestrogeen, baarmoederslijmvlies sterft deels af (=menstruatie)

Slide 8 - Slide

2.5 Bevruchting
Gele lichaam blijft in stand > produceert oestrogeen 
waardoor baarmoederslijmvlies dik en doorbloed blijft

Slide 9 - Slide

2.5 Bevruchting

Slide 10 - Slide

2.5 Embryonale ontwikkeling

Slide 11 - Slide

2.5 Placenta en navelstreng

Slide 12 - Slide

2.5 Foetus
Vanaf 3 maanden wordt de embryo een foetus genoemd

Slide 13 - Slide

2.5 Tweelingen

Slide 14 - Slide

3.5 Stambomen

Slide 15 - Slide

3.5 Genotype

Slide 16 - Slide

3.5 Begrippen

Genotype
Fenotype
Dominant
Recessief
Homozygoot
Heterozygoot

Slide 17 - Slide

3.5 Stambomen opdracht
Welk genotype hebben de gezinsleden voor de eigenschap haarkleur?

- Stel fenotype vast
- Stel genotype vast van het 'afwijkende' kind
- Schijf op wat je weet over het genotype
   van de overige gezinsleden



Slide 18 - Slide

Wat weet je over het genotype?

Slide 19 - Slide

Wat weet je over het genotype?
Bruin is dominant (komt tot uiting)
Blauw is recessief (komt alleen tot uiting als het dominante gen niet aanwezig is)

Blauw = homozygoot (aa)
Bruin = in dit geval beide heterozygoot (Aa)



Slide 20 - Slide

3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Geslachtelijke voortplanting = twee geslachtscellen versmelten met elkaar
    > Er ontstaan verschillende genotypes

Ongeslachtelijke voorplanting = delen van een plant groeien tot nieuwe plant
     > Er ontstaat hetzelfde genotype

Slide 21 - Slide

3.6 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Slide 22 - Slide

3.7 Mutaties
Mutatie = plotselinge verandering van genotype
De veranderde genen zijn dan gemuteerd

Individu waarbij het gemuteerde gen tot uiting
komt in het fenotype = mutant

Slide 23 - Slide

3.7 Mutagene invloeden
= Stoffen die mutaties kunnen veroorzaken

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van onderstaande basisstoffen in je werkboek:

2.3
2.4 
2.5
3.5
3.6
3.7
Je mag samenwerken met je schoudermaatje op fluisterniveau

Schrijf op het memo blaadje:

  • Een tip en een top over deze les

timer
10:00

Slide 25 - Slide

Oefenen

Lees de vraag op de dia in stilte
Schrijf je antwoord op in je schrift/wisbordje
Probeer je antwoord zo duidelijk mogelijk uit te leggen
We bespreken de antwoorden klassikaal na iedere vraag

Slide 26 - Slide

Tijdens de reductiedeling worden er cellen gevormd die 46 chromosomen bevatten in de celkern
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Mannen groeien tijdens de pubertijd borsthaar, dit is een primair geslachtskenmerk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Bekijk de afbeelding, wat kun je zeggen over deze vrouw?
A
Ze is zwanger
B
Ze is niet zwanger

Slide 29 - Quiz

De bevruchting vind plaats in de baarmoeder
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

De eerste dagen haalt het embryo zuurstof en voedingsstoffen uit het baarmoederslijmvlies, daarna worden deze functies overgenomen door ....................................
A
Placenta
B
Vruchtwater
C
Baarmoederhals
D
Vruchtvlies

Slide 31 - Quiz

Hoe veel zaadcellen zijn er betrokken bij een twee-eiige tweeling?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 32 - Quiz

Hoe zou je de volgende genetische eigenschap noemen:
AA
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot dominant
C
Homozygoot recessief
D
Heterozygoot recessief

Slide 33 - Quiz

Leg in eigen woorden uit wat een mutatie is
A

Slide 34 - Quiz

Aan de slag!
Maak de opdrachten van onderstaande basisstoffen in je werkboek:

2.3
2.4 
2.5
3.5
3.6
3.7
Je mag samenwerken met je schoudermaatje op fluisterniveau

Schrijf op het memo blaadje:

  • Een tip en een top over deze les

timer
10:00

Slide 35 - Slide

Planning
15 januari (vandaag):
Herhaling, jullie bepalen zelf de onderwerpen dus kom goed voorbereid naar de les

17 januari (woensdag): SE2!
Leerstof SE2
Thema 2: 2.3, 2.4 en 2.5
Thema 3: 3.5, 3.6 en 3.7

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video