Les 1, deel 1/3: Sporten maakt je blijer

SPORTEN ZONDER GRENZEN
Hardlopen, tafeltennis, voetbal, ballet, paardrijden, schaken, noem maar op! Er zijn zoveel verschillende sporten. In dit blok gaan we onder andere kijken waarom we blij worden van sporten, leren we over jonge topsporters en zien we hoe mensen met een beperking kunnen sporten.

KLAAR VOOR DE START . . . AF!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 7

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

SPORTEN ZONDER GRENZEN
Hardlopen, tafeltennis, voetbal, ballet, paardrijden, schaken, noem maar op! Er zijn zoveel verschillende sporten. In dit blok gaan we onder andere kijken waarom we blij worden van sporten, leren we over jonge topsporters en zien we hoe mensen met een beperking kunnen sporten.

KLAAR VOOR DE START . . . AF!

Slide 1 - Slide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
Les 1: Sporten maakt je blijer
DEEL 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

 
       weet je meer over sporten in de
       sportschool door kinderen;

       heb je kennisgemaakt met tien
       nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de introductie 
op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Sporten
Er zijn heel veel manieren om te sporten en ontelbaar soorten sport. Of het nu voetbal, dansen of schaken is en of je het nou binnen in een sporthal op buiten op het schoolplein doet; het kan allemaal!
de introductie
de woordenschat
Sport jij zelf ook? Vul op de volgende pagina in waaraan jij denkt bij het woord 'sport'.
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
sport
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
Gewichtheffen, bankdrukken of rennen op een loopband. Steeds meer jongeren doen aan fitness. In dit filmpje zie je dat ook kinderen naar de sportschool gaan.

Klik op de afbeelding om het filmpje te starten.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 8 - Slide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Waarom vindt kindersportarts Linda van de Berg 
dat sporten in de sportschool wel goed is voor kinderen?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open question

De kindersportarts vindt het wel goed dat kinderen in de sportschool sporten, omdat ze dan in ieder geval aan het sporten zijn! Ook zegt ze dat deskundigen nu weten dat sporten in de sportschool geen invloed (extra) heeft op de groei van kinderen.

Wat is volgens de deskundigen wel heel belangrijk
wanneer kinderen in de sportschool gaan sporten?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 10 - Open question

Volgens de deskundigen is het wel heel belangrijk dat kinderen goed begeleid worden bij het sporten in de sportschool.

Zou jij zelf ook in de sportschool willen sporten? En als je zelf al in de sportschool sport: 
wat vind jij er zo leuk aan? Leg je antwoord uit.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 11 - Open question

Bij deze eerste les van dit blok is de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' als PDF aanwezig. Print hem uit voor je leerlingen zodat ze deze altijd bij de hand hebben wanneer ze (denk)vragen gaan beantwoorden!
woordenschat
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

het hormoon
het risico
de depressie
de stress
mentaal
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: de stress
Betekenis: de spanning die je in je lichaam voelt
Voorbeeldzin: Mijn moeder is erg bang voor spinnen. Zij voelt dan ook enorm veel stress als zij ergens een spin ziet. 
4
Woord: het hormoon
Betekenis: het stofje dat je lichaam zelf aanmaakt om bepaalde dingen in je lichaam de regelen.
Voorbeeldzin: Vlak voordat ik mijn spreekbeurt moest houden was ik heel zenuwachtig. De stresshormonen vlogen door mijn lichaam.
1
Woord: het risico
Betekenis: de kans dat er iets vervelend gebeurt
Voorbeeldzin: Het is altijd een risico om in april naar het strand te gaan, want je weet nooit of het wel warm genoeg is om te zwemmen.
2
Woord: de depressie
Betekenis: de langere periode waarin je ongelukkig en verdrietig bent
Voorbeeldzin: Toen mijn vader zijn baan verloor belandde hij in een depressie. Gelukkig gaat het nu weer beter met hem!
3
Woord: mentaal
Betekenis: wat met denken en voelen te maken heeft
Voorbeeldzin: Als je lichamelijke problemen hebt ga je naar de huisarts en als je mentale problemen hebt ga je naar de psycholoog.
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 13 - Slide

Kernbegrippen:
  • het risico
  • mentaal
  • het aspect

(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

de boost
het aspect
  een stok achter de deur
functioneren
onderschatten
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: onderschatten
Betekenis: denken dat iets of iemand minder is of kan, dan dat in het echt zo is
Voorbeeldzin: Zijn meester onderschat hem altijd, want hij kan veel beter rekenen dan dat hij in de klas laat zien. 
6
Woord: functioneren
Betekenis: werken
Voorbeeldzin: De radio functioneert niet meer goed. Ik denk dat we nieuwe batterijen moeten kopen.
7
Woord: de boost
Betekenis: de extra aanmoediging
Voorbeeldzin: Het gaf mij echt een boost dat er zoveel publiek was gekomen bij het eerste optreden met mijn band.
8
Woord: het aspect
Betekenis: het onderdeel
Voorbeeldzin: Een belangrijk aspect van het behalen van je rijbewijs, is het herkennen van de verkeersborden en kennen van alle verkeersregels. 
9
Woord: een stok achter de deur
Betekenis: een goede reden om iets toch te gaan doen, terwijl je er eigenlijk geen zin in hebt
Voorbeeldzin: Ik spreek vaak af met mijn beste vriend om eerst huiswerk te maken en daarna samen te gaan voetballen. Dat is een goede stok achter de deur.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Heb je de woorden en hun betekenis goed bestudeerd?
Speel dan dit dominospel!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje
ligt er al! 
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Ja, dit woord ken ik al.
Nee, dit woord ken ik nog niet.
een stok
achter de deur
het aspect
de boost
functioneren
onderschatten
mentaal
de stress
de depressie
het risico
het hormoon

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

terugblikken & vooruitkijken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd
over dit onderwerp?
sporten in de sportschool
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

De tekst die je in deel 2 gaat 
lezen, gaat over het feit dat 
sport je blijer maakt. Dit komt 
doordat er bij bewegen 
gelukshormonen vrijkomen. 
Vertel in de volgende slide 
wat jij over hormonen weet. 
Sport maakt je blijer
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij dit onderwerp?
(geluks)hormonen
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Je bent nu klaar 
met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 21 - Slide

This item has no instructions