Rampen

1 / 18
next
Slide 1: Video
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Hoe ontstaan vulkanen?
A
door aardbevingen
B
door breuken in de aardkorst en platen die bewegen
C
door tsunami's
D
door trillingen in de aarde

Slide 2 - Quiz

De magmakamer van een vulkaan zit buiten de vulkaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

hoe ontstaat een tsunami
A
als er een astroïde in de oceaan valt
B
als god en bommetje doet
C
door een aardbeving onder de oceaan
D
als er een gebouw in stort

Slide 5 - Quiz

De tsunami .... Japan trof in 2011 was enorm
A
dat
B
wat
C
die

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

De plaats waar een aardbeving begint. Hier is de aardbeving het hevigst.
A
De tsunami
B
Het epicentrum
C
De natuurramp
D
De aardverschuiving

Slide 8 - Quiz

Hoe ontstaan een aardbevingen?
A
Twee aardplaten botsen.
B
Aardgas word geboord.
C
Door goden.
D
Toeval.

Slide 9 - Quiz

Er komt een auto op je afrijden.
A
Instinctief
B
Weloverwogen

Slide 10 - Quiz

Je doet een grote aankoop.
A
Instinctief
B
Weloverwogen

Slide 11 - Quiz

Je schrijft een email.
A
Instinctief
B
Weloverwogen

Slide 12 - Quiz

Je probeert iets wat valt te pakken.
A
Instinctief
B
Weloverwogen

Slide 13 - Quiz

Vanuit je gevoel, zonder na te denken.
A
instinctief
B
weloverwogen
C
het onraad
D
gebiologeerd

Slide 14 - Quiz

Omkomen betekent:
A
Als de buren op bezoek komen
B
Doodgaan, sterven

Slide 15 - Quiz

Wat is evacueren?
A
Geen idee?
B
Mensen vertellen dat ze in huis moeten blijven.
C
Mensen vertellen dat ze moeten vluchten
D
Mensen die in gevaar zijn naar een veilige plek brengen.

Slide 16 - Quiz

Een voorteken is:
A
Iets wat je als eerste tekent
B
iets waaruit je kan aflezen dat er wat gaat gebeuren

Slide 17 - Quiz

Rampen

Slide 18 - Mind map