2.2 Alkenen

2.2 Alkenen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

2.2 Alkenen

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Uitleg kraken
  • Maken vragen 20, 21, 23
  • Uitleg IUPAC naamgeving alkenen
  • Maken vragen 19, 25, 27 t/m 29
  • Uitleg chemische industrie 
  • Maken vraag 31

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet wat bedoeld wordt met kraken en je kunt hiervan een reactievergelijking opstellen, zowel in molecuul- als structuurformules.
  • Je kunt de systematische IUPAC naamgeving toepassen: naamgeving bij gegeven structuurformules en andersom van alkenen.
  • Je kunt een chemisch proces weergeven in een blokschema.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Kraken
  • Ontledingsreactie van koolwaterstoffen.
  • Thermisch of katalystisch kraken.
  • Lange koolstofketens worden in kleinere fragmenten 'geknipt'.
  • Uit een alkaan ontstaat altijd minimaal een alkaan en een alkeen.
  • Alkeen = onverzadigde koolstofverbinding (dubbele C=C aanwezig).

Voorbeeld: kraken van hexaan
C6H14 -> C4H8 + C2H6

Slide 6 - Slide

Heptaan wordt gekraakt in propaan en nog 1 andere stof. Welke stof kan dat zijn?
A
C3H6
B
C3H8
C
C4H8
D
C4H10

Slide 7 - Quiz

Uitleg quizvraag
  • Heptaan -> propaan + ?
  • Bepaal de formules en maak de reactie kloppend.
  • C7H16 -> C3H8 + C4H8 

Slide 8 - Slide

Aan de slag
  • Maken vragen 20, 21, 23


Slide 9 - Slide

Naamgeving alkenen
  • Naam = stam + een
  • Koolstofketen met een dubbele binding tussen C-atomen.
  • Voorbeeld: but-1-een (but = 4C, 1-een = dubbele binding op C1).
  • Tel de C-atomen vanaf links: C1 komt eerder dan C3.

Slide 10 - Slide

Geef de naam van het molecuul.
A
Penteen
B
Pent-1-een
C
Pent-2-een
D
Pent-3-een

Slide 11 - Quiz

Aan de slag
  • Maken vragen 19, 25, 27 t/m 29


Slide 12 - Slide

Chemische industrie

Slide 13 - Slide

Chemische industrie in NL

Slide 14 - Slide

Laboratorium
  • Onderzoek naar nieuwe producten op kleine schaal (max. een paar liter of kg).
  • R&D afdeling (research & development).

Slide 15 - Slide

Proeffabriek
  • Opschalen van lab richting fabriek.
  • Testen van variabelen, zoals temperatuur, druk, energieverbruik, rendement etc.
  • Reactoren van 100-1000 liter.

Slide 16 - Slide

De fabriek
  • Grootschalige productie.
  • Batch- en continuproces.

Slide 17 - Slide

Batch proces
  • Aanvoer beginstoffen -> proces -> uitvoer producten.
  • Product van elke 'batch' kan iets verschillen.
  • Proces wordt steeds opnieuw uitgevoerd.
  • Toegepast in fijnchemie, zoals medicijnen of laboratoriumbenodigdheden.
  • Kleine hoeveelheden met hoge nauwkeurigheid.
  • Geschikt voor langzame reacties.

Slide 18 - Slide

Continuproces
  • Continue aanvoer beginstoffen en afvoer producten.
  • Toegepast in bulkchemie, zoals polymeerchemie en productie van veel gebruikte grondstoffen (bijv. aceton).
  • Grote hoeveelheden met minder nauwkeurigheid.

Slide 19 - Slide

Gefractioneerde destillatie is een voorbeeld van een:
A
Batchproces
B
Continuproces

Slide 20 - Quiz

Het bakken van een cake is een voorbeeld van een:
A
Batchproces
B
Continuproces

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Blokschema's

Slide 23 - Slide

Blokschema's
  • Schematische weergave van industrieel proces.
  • Blok = proces (reactie, menging, scheiding)
  • Pijl = stofstroom

Slide 24 - Slide

Vragen bij blokschema's
  • Vaak lange stukken tekst met veel informatie.
  • Typen vragen:
- reactievergelijking opstellen a.d.h.v. gegeven blokschema;
- scheidingsmethoden noemen a.d.h.v. gegeven blokschema;
- pijlen/blokken/processen/stofnamen toevoegen aan incompleet blokschema;
  • Elk eindexamen bevat een blokschema opgave.

Slide 25 - Slide

Ammoniak wordt geproduceerd door stikstof en waterstof met elkaar te laten reageren in een reactor. Niet alle stikstof en waterstof wordt omgezet. Het gasmengsel wordt gescheiden door het door een condensor te leiden. De waterstof en stikstof kunnen vervolgens worden gerecycled. Teken het bijbehorende blokschema.

Slide 26 - Open question

Aan de slag
Maak vraag 31

Slide 27 - Slide