Hoofdstuk 2.4: Voor alle zekerheid

Welkom  
economen!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom  
economen!

Slide 1 - Slide

Check van 2.3 
  • Welke 2 redenen kan je hebben om geld te lenen?
  • Het bedrag dat je elke maand terug betaald noem je?
  • Deze bestaat uit ?
  • Bij sparen ....... je rente
  • Bij lenen ........... je rente

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 2:
Hoe ga je met geld om?

2.1 Jouw inkomsten / uitgaven
2.2 Met geld kun je meer
2.3 Geld te kort?
2.4 Voor alle zekerheid

Slide 3 - Slide

Lesdoel van vandaag
Na deze les weet/kan je...:
  • Waarom je een verzekering zou afsluiten
  • Welke verzekeringen er zijn
  • Wat de premie en de polis van een verzekering zijn
  • Wat het gevolg is van een eigen risico voor de schadevergoeding







    Slide 4 - Slide

    Wat vond jij van de lesstof?
    <- lastig 
     of 
    makkelijk ->
    Aan de slag!
    Iedereen: Maken samenvattende vragen par 2.4 --> opdracht 21 t/m 28
    timer
    5:00

    Slide 5 - Slide

    Leerdoel 1
    Wat is een verzekering?

    Slide 6 - Slide

    Verzekering
    Met een verzekering krijg je de financiële gevolgen van schade vergoed.

    Wel of niet verzekeren?
     
    • Hoe groot is het risico? Wat is de kans dat je schade oploopt.
    • Hoe hoog is het bedrag waar het om gaat?
    • Kun je de eventuele schade zelf betalen?

    Slide 7 - Slide

    Leerdoel 2
    Welke verzekeringen kennen jullie?

    Slide 8 - Slide

    Welke verzekering herken jij?

    Slide 9 - Slide

    Verschillende verzekeringen
    Verplichte verzekeringen:
    • een zorgverzekering
    • een WA-verzekering voor een brommer, scooter of auto
    • verzekert de schade die je met je voertuig aan iemand anders toebrengt


    Vrijwillige verzekeringen:
    • een fietsverzekering
    • een reisverzekering
    • een inboedelverzekering: voor schade aan spullen in huis door brand of diefstal

    Slide 10 - Slide

    Wie doet wat?
    Verzekerde: degene die een verzekering afsluit.

    Verzekeraar: de verzekeringsmaatschappij. Die vergoedt jou de schade als je een verzekering hebt afgesloten.

    Slide 11 - Slide

    Leerdoel 3
    premie & polis

    Slide 12 - Slide

    Verzekering betalen

    Premie: bedrag dat je als verzekerde betaalt voor een verzekering.
    Polis: het bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten (verzekringscontrat)
    Hierin staan:
    - jouw gegevens
    - de soort verzekering
    - de premie
    --> Bij de polis horen de polisvoorwaarden.
    Hierin staat waar je wel of geen recht op hebt bij je verzekering.

    Slide 13 - Slide

    Leerdoel 4
    eigen risico

    Slide 14 - Slide

    Eigen risico
    Bij sommige verzekeringen moet je zelf een deel van de schade betalen. Dit noem je eigen risico.

    Met een eigen risico betaal je minder premie dan bij een verzekering zonder eigen risico.

    Slide 15 - Slide

    Eigen risico

    Slide 16 - Slide

    1. Maak vanaf blz. 60    opdr. 2-4-5-7-9-11-13
    Wat vond jij van de lesstof?
    <- lastig 
     of 
    makkelijk ->
    1. Maak vanaf blz. 60 opdr. 2-4-5-7-10-14
    Aan het (huis)werk!!
    Iedereen: Maken samenvattende vragen par 2.4 --> opdracht 21 t/m 28
    timer
    5:00

    Slide 17 - Slide

    Check
    • Wat is een verzekering?
    • Hoe noem je het bedrag dat betaalt voor een verzekering?
    • Ander woord voor verzekeringscontract? 
    • verzekerde VS verzekeraar
    • Wat staat er in de polisvoorwaarden?
    • Hoe noem je het deel dat je zelf betaald bij de schade?

    Slide 18 - Slide

    Extra oefenen
    Pak je boek erbij als je een vraag in Lesson Up niet weet, check dan de theorie van de paragraaf 2.4. Lees de tekst achter de blauwe streep in je boek

    Slide 19 - Slide

    Premie is de vergoeding die de verzekeraar betaald om verzekerd te zijn.
    A
    Ja
    B
    Nee

    Slide 20 - Quiz

    Waar vind je de rechten en plichten van de verzekeraar en de verzekerde?
    A
    Polisvoorwaarden
    B
    Polis
    C
    Premie
    D
    Risico

    Slide 21 - Quiz

    Waar of NIET waar:
    als je een verzekering afsluit ben je de verzekeraar.
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 22 - Quiz

    Het bedrag dat de verzekeraar aan de verzekerde betaalt bij schade
    noem je...
    A
    Premie
    B
    Claim
    C
    Schadevergoeding
    D
    Geldsom

    Slide 23 - Quiz

    De premie is vergoeding die de verzekeraar betaald om verzekerd te zijn.
    A
    Ja
    B
    Nee

    Slide 24 - Quiz

    Bij schade betaalt de verzekeraar je een schadevergoeding als je verzekerd bent.
    A
    waar
    B
    niet waar

    Slide 25 - Quiz

    Wanneer je een verzekering afsluit betaal je als verzekeraar premie aan de verzekerde.
    A
    Onjuist
    B
    Juist

    Slide 26 - Quiz

    Hoe noemen we het overnemen van de financiële gevolgen van een verzekerde door een verzekeraar?
    A
    Verzekeren
    B
    Premie
    C
    Polisvoorwaarden
    D
    Assurantiebelasting

    Slide 27 - Quiz

    Je sluit zelf een verzekering af bij een verzekeringsmaatschappij. Die noem je ook wel een
    A
    Verzekerde
    B
    Verzekeraar
    C
    Polis
    D
    Premie

    Slide 28 - Quiz

    Een verzekering sluit je af bij een verzekeringsmaatschappij. Dat is de
    A
    Verzekeraar
    B
    Verzekerde

    Slide 29 - Quiz

    Louise sluit een verzekering af bij de verzekeringsmaatschappij VGZ. Wie is de verzekeraar?
    A
    Louise
    B
    VGZ
    C
    Allebei
    D
    Geen van beide

    Slide 30 - Quiz

    Ben jij de verzekeraar of verzekerde?
    A
    Verzekeraar
    B
    Verzekerde

    Slide 31 - Quiz

    Een schriftelijk bewijs van de verzekeraar waarin staat dat je verzekert bent, heet een ....
    A
    Premie
    B
    Casco
    C
    Eigen risico
    D
    Polis

    Slide 32 - Quiz

    A) Bij eigen risico is de premie lager
    B) Een onzeker voorval kun je niet verzekeren
    C) Een verzekeraar noem je ook wel
    verzekeringsmaatschappij
    Leerdoel 24
    A
    A en B zijn juist
    B
    B en C zijn juist
    C
    A en C zijn juist
    D
    A, B en C zijn juist

    Slide 33 - Quiz

    Wat is een eigen risico?
    A
    deel van de schade die je zelf moet betalen
    B
    deel van de schade die de verzekeraar betaalt
    C
    toeslag op de premie
    D
    eigen schuld-dikke- bult premie

    Slide 34 - Quiz

    Wat is het gevolg van een (hoge) eigen risico?
    A
    Hogere premie
    B
    Lagere premie
    C
    Meer polisvoorwaarden
    D
    Minder polisvoorwaarden

    Slide 35 - Quiz

    Thijmen heeft een verzekering afgesloten met een 'eigen risico'.
    Wat is een 'eigen risico'?
    A
    Dat je niet weet wanneer er iets gebeurd
    B
    Dat je een eigen risico neemt
    C
    Dat deel moet je zelf betalen bij schade
    D
    Een deel van de schade wordt niet vergoed door de verzekeraar

    Slide 36 - Quiz

    Wie betaalt het "eigen risico"?
    A
    De verzekeraar
    B
    De verzekerde
    C
    Derden
    D
    Niemand

    Slide 37 - Quiz

    Eigen risico is:
    A
    Het bedrag dat je elke maand betaald
    B
    De schadevergoeding die je krijgt
    C
    Het bedrag dat je zelf moet betalen als je schade hebt

    Slide 38 - Quiz

    Bij een laag eigen risico betaal je meer premie dan bij een hoog eigen risico.
    A
    Juist
    B
    Onjuist

    Slide 39 - Quiz