3.1 De regels voor experimenteel onderzoek.
1. Je beschrijft het verloop van een experimenteel onderzoek.
2. Je verwerkt je experiment tot een onderzoeksverslag.
3.2 Gegevens verzamelen en vastleggen.
3. Je legt het verschil uit tussen experimenteel en beschrijvend onderzoek.
4. Je herkent verschillende manieren om gegevens vast te leggen.
3.3 Gegevens presenteren in diagrammen
5. Je verwerkt de meetgegevens van een onderzoek tot het juiste diagram.
6. Je interpreteert gegevens uit een diagram.
3.4 Wetenschappelijk onderzoek
7. Je beschrijft hoe een onderzoek verloopt volgens de natuurwetenschappelijke methode.
8. Je beschrijft de validiteit en betrouwbaarheid van een onderzoek.
9. Je geeft een beargumenteerde mening over ethische dilemma’s van onderzoek.