Unit 1- History - Reading 2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

mavo 3 G - English

Welcome

Today's program

Homework check

Vocabulary

Grammar

Writing

Lesson objectives

At the end of the lesson students can:

Make sentences using the past simple tense

Learn new vocabulary

Translate English words to Dutch

Homework check

Exercise 6

1- werkwoord

-short

-kort/afgekort

-afgekort

2- in een goudmijn werkt / mijnwerker die goud zoekt

3- rond 1850

-toen/in het verleden

4- problem

-hij loste het op

-oplossen/aanparkken

5- op de zakken van de broeken

-spijker(tje)s

6- werkwoord

-populair

-populair maken

Exercise 8

3- war

4- pocket

6- stand out

9- soldier

10- jeans

11- before

13- brief

14- designer

15- sales

1- last

2- copy

5- century

7- does not matter

8- hole

12- originally 

Vocabulary

Exercise 7

p. 13

Grammar- Past simple / verleden tijd

Wanneer gebruik je de past simple?

-Je gebruikt de past simple als iets in het verleden is gebeurd en het belangrijk is wanner het is gebeurd.

Rules for writing a verb in the Past simple

For regular verbs

-For verbs ending in "e," simply add "-d" (dance = danced)

-For one-syllable verb with a single vowel followed by a consonant, doble the final consonant before adding "-ed" (stop = stopped)

-For some verbs ending in "y," change the "y" to "i" before adding "-ed" (carry = carried) 

Irregular verbs

Onregelmatige werkwoorden volgen niet het normale "-ed" patroon voor het vormen van de verleden tijd, ze hebben unieke vormen die gemummorialiseerd moeten worden.

swim = swam

eat = ate

write = wrote

drink = drank

drive = drove

Grammar - Present perfect

Wanneer gebruik je de Present perfect?

-Als je wilt zeggen dat iets is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer. 

we have finished all our work

she had given me a really good idea

-Als je wilt zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nog steeds doorgaat.

In de zin staat dan vaak since, for of in

I have been here since ten o'clock

Dominic has waited for hours

-Je gebruikt de present perfect ook met woorden zoals ever, never en always

How to make the Present perfect

-Je maakt de present perfect met - have / has + voltooid deelwoord.

het voltooid deelwoord eindigt op -ed bij regelmatig werkwoorden.

-Onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm

Practice

Exercise 10

p. 14

Practice

Exercise 9

p. 14