3.1 t/m 3.3 Voortplanting (BVJ 4a)

3.1: Jongens en meisjes
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3.1: Jongens en meisjes

Slide 1 - Slide

Puberteit of Pubertijd?
A
Puberteit
B
Pubertijd

Slide 2 - Quiz

Verschillende dingen!
Puberteit: lichamelijke veranderingen bij iemand die zich van kind tot volwassene ontwikkelt.



Pubertijd: de tijd waarin iemand puber is.
tussen ca. 10 en 17 jaar

Slide 3 - Slide

Adolescentie
Geestelijke ontwikkeling. 





Einde adolescentie is als volwassenheid bereikt is.

Slide 4 - Slide

Kenmerken puberbrein?

Slide 5 - Open question

Kenmerken puberbrein
- Emotioneler, gevoeliger
- Impulsief gedrag
- Neiging risico te nemen; alles voor de 'kick'
- Gevolgen niet overzien

Slide 6 - Slide

Hormoonklier
Testosteron

Slide 7 - Slide

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?

Slide 8 - Open question

Primaire geslachtskenmerken
- Geslachtskenmerken die je bij de geboorte al hebt.

- Voorbeeld: Vagina of penis

Slide 9 - Slide

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?

Slide 10 - Open question

Secundaire geslachtskenmerken

- Geslachtskenmerken die je ontwikkelt tijdens de puberteit.

- Jongens: gezichtsbeharing, grotere zaadballen/penis, lagere stem 
- Meisjes: borsten en rondere vormen
- Beide: schaamhaar en okselhaar

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Seksueel gedrag: Balts
Handelingen die dieren uitvoeren voorafgaande aan de paring
Stekelbaarsjes
Kogelvis
Pauwspin

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

3.2 Geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Slide 15 - Slide

Mutaties
- Toevallige veranderingen in het DNA van een organisme
- Heel normaal, hele tijd door bij replicatie (kopiëren) van DNA
- Mutaties hebben bijna nooit effect op organisme, maar:
- Door mutatie op mutatie kunnen eigenschappen van organismen wel veranderen.
- Drijvende kracht achter Evolutie!

Slide 16 - Slide

Progeria: één 'letter' anders
Het gevolg van een puntmutatie: één stikstofbase is anders

Slide 17 - Slide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 18 - Slide

Ook bij sommige dieren

Slide 19 - Slide

Geslachtelijke voortplanting
twee geslachtscellen versmelten

Slide 20 - Slide

Voordeel van geslachtelijke voortplanting

- Combinatie van (één type) chromosoom van beide ouders: recombinatie

- Recombinatie leidt tot variatie onder nakomelingen

- Variatie is nodig voor overleven van de soort

Slide 21 - Slide

3.3 Geslachtscellen
- Moet de hélft van normale aantal chromosomen hebben.
- Ná versmelting moet je weer uitkomen op 'normale' aantal: ieder type chromosoom is dan dubbel.

- Hoe halveer je het aantal chromosomen?!

Slide 22 - Slide

Meiose
- Puur en alleen voor vormen van geslachtscellen.

- Normale cel is diploïd (van elk type chromosoom zijn er twee): die noem je dan '2n'. Alle cellen behalve geslachtscellen zijn 2n.

- Geslachtscel is haploïd (maar 1 chromosoom per type):
die noem je dan 'n'.

Slide 23 - Slide

Meiose schematisch

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Ontwikkeling van eicel

Slide 26 - Slide

mannelijk voortplantingsstelsel

Slide 27 - Slide

Vrouwelijk voortplantingsstelsel

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

The end!

Slide 30 - Slide