3.4 Decimale getallen en breuken

Wiskunde
3.4 Breuken en decimalen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wiskunde
3.4 Breuken en decimalen

Slide 1 - Slide

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk
2.Terugblik 3.3
3. Uitleg hoofdstuk 3.4
4. aan de slag met hoofdstuk 3.4
5. afsluiten
Doel: aan het einde van de les kan ik een decimaal getal is als breuk schrijf en kan ik getallen vergelijken. 

Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole

Slide 3 - Slide

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk
2.Terugblik 3.3
3. Uitleg hoofdstuk 3.4
4. aan de slag met hoofdstuk 3.4
5. afsluiten
Doel: aan het einde van de les kan ik een decimaal getal is als breuk schrijf en kan ik getallen vergelijken. 

Slide 4 - Slide

Vorige lessen Terugblik
Begrippen: Som, Verschil, product en quotiënt.
Rekenvolgorde:  () dan x en : en dan pas + en -.
Breuken: teller en noemer.
Breuken: deel van een hoeveelheid
Breuken naar decimale getallen.

Slide 5 - Slide

3 x 4 + 12 - 2 =
A
42
B
34
C
22
D
48

Slide 6 - Quiz

Schrijf de breuk als
decimaal getal
A
1,9
B
0,9
C
9,1
D
0,10

Slide 7 - Quiz

Schrijf deze breuk
als decimaal getal
A
0,017
B
0,17
C
1,7
D
17,1000

Slide 8 - Quiz

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk
2.Terugblik 3.3
3. Uitleg hoofdstuk 3.4
4. aan de slag met hoofdstuk 3.4
5. afsluiten
Doel: aan het einde van de les kan ik een decimaal getal is als breuk schrijf en kan ik getallen vergelijken. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Even                                     oefenen

Slide 11 - Slide

Schrijf dit decimale getal als breuk
A
4102
B
24
C
451
D
204

Slide 12 - Quiz

Maak van het decimale getal een breuk: 1,4
A
52
B
1104
C
152
D
154

Slide 13 - Quiz

Schrijf dit decimale getal als breuk
A
57
B
43
C
75
D
34

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Even                                     oefenen

Slide 16 - Slide

Wiskundig teken voor "groter dan"
A
>
B
<
C
D

Slide 17 - Quiz

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

5,5 ........... 5,49
Groter, kleiner of gelijk
A
<
B
>
C
=

Slide 18 - Quiz

Welk teken hoort er op het
stippellijntje?

0,07 ........... 0,7
Groter, kleiner of gelijk
A
<
B
>
C
=

Slide 19 - Quiz

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk
2.Terugblik 3.3
3. Uitleg hoofdstuk 3.4
4. aan de slag met hoofdstuk 3.4
5. afsluiten
Doel: aan het einde van de les kan ik een decimaal getal is als breuk schrijf en kan ik getallen vergelijken. 

Slide 20 - Slide

Maak de volgende opdrachten
Wat? Hoofdstuk 3.4 opdracht 27 tm 35. blz. 104-106
Hoe? 10 minuten in stilte, daarna overleggen op fluistertoon
Vragen? wacht tot ik langsloop. Kijk eerst naar de voorbeelden.
Klaar? laat zien en nakijken en maak de uitdagende
              opdracht. 
Ook dat klaar? boek lezen/ huiswerk ander vak of
                              bij mij puzzel halen. 
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Dit doen wij vandaag
1. Huiswerk
2.Terugblik 3.3
3. Uitleg hoofdstuk 3.4
4. aan de slag met hoofdstuk 3.4
5. afsluiten
Doel: aan het einde van de les kan ik een decimaal getal is als breuk schrijf en kan ik getallen vergelijken. 

Slide 22 - Slide


A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Groter >, kleiner < of gelijk =
43 ...... 34
A
>
B
<
C
=

Slide 24 - Quiz

En tot de volgende les!

Slide 25 - Slide