Werkwoorden 1 BiZ-BiW les 39-40-41-42-43

Werkwoorden 39-40-41-42-43
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoorden 39-40-41-42-43

Slide 1 - Slide

Wat weet
 je nog van scheidbare werkwoorden ?

1. Wat zijn scheidbare werkwoorden?
2. Wie kent een scheidbaar werkwoord?
3. Uit hoeveel delen bestaan een scheidbaar werkwoord?
4. Welk deel is een werkwoord?
5. Komt het werkwoord achteraan of vooraan in de zin?


Slide 2 - Slide

 les 35-36-37-38( toets)

Slide 3 - Slide

Wat ga je vandaag leren?
Les 39-40-41-42-43 scheidbare werkwoorden  schrijven
in de tegenwoordige tijd.

Ik kan scheidbare werkwoorden die in het hele werkwoord een a,e,o of u hebben goed schrijven in de tegenwoordige tijd.

Ik kan scheidbare werkwoorden met een dubbele  aa,ee,oo of uu met daarachter een -t hebben goed schrijven in de tegenwoordige tijd.





Slide 4 - Slide

 Scheidbare werkwoorden met een a, e, o, u of dubbele aa, oo, ee, uu
Je vervoegt alleen het werkwoord ( denk aan de spellingregels):
                          ik                                   stam               haal  af            ( aa)
                          hij/zij/het/jij/u         stam+t           haal af
                         wij /jullie/zij               stam+ en      halen af           (a)

ik maak af
jij/u/hij/zij/het maakt af
wij/jullie/zij maken af

                                                    
                 

Slide 5 - Slide

SAMEN OEFENEN   
Wat is goed? zin 1, 2 of 3 

Slide 6 - Slide

( afhalen)
wij................een pakket ..............
A
Wij haalen een pakket af.
B
Wij afhalen een pakket.
C
Wij halen een pakket af

Slide 7 - Quiz

(losmaken)
Jij......... jouw veters.........
A
Jij maakt jouw veters los.
B
Jij makt jouw veters los.
C
Jij losmaakt jouw veters.

Slide 8 - Quiz

(meenemen)
ik....... bloemen .......

A
ik meenem bloemen.
B
ik nem bloemen mee.
C
Ik neem bloemen mee.

Slide 9 - Quiz

Oefenen                   

Werken in werkboek?
Les 39-40-41-42-43  alle zinnen maken ( 10 minuten).
Daarna zelf corrigeren ( antwoordenboek) ( 5  minuten)


Slide 10 - Slide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 11 - Slide

Papierballen gooien
1. Bedenk een vraag/ zin over de lesstof.
2. schrijf de vraag op.

3. Maak een propje en gooi  dat naar een klasgenoot die de vraag mag beantwoorden.
4. Heeft iedereen een propje van een ander in handen?
5. Vouw het propje open.
6. Lees de vraag en geef antwoord.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide