Pathologie p1 week 8 deel 2 vd les - circulatiestelsel

Vervolg les pathologie week 8
Aandoeningen circulatiestelsel
1 / 29
next
Slide 1: Slide
pathologieMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vervolg les pathologie week 8
Aandoeningen circulatiestelsel

Slide 1 - Slide

Hoe heet decompensatio cordis in de volksmond?
A
beroerte
B
hartaanval
C
trombosebeen
D
hartfalen

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bij decompensatio in de linker harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 6 - Quiz

Belangrijkste oorzaak van decompensatio cordis links is
A
Ritmestoornissen
B
Linkerventrikel hypertrofie
C
Rechterventrikel hypertrofie
D
Atherosclerose kransslagader

Slide 7 - Quiz

Bij decompensatio in de rechter harthelft, blijft er vocht zitten in:
A
De longen
B
Het hele lichaam behalve de longen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

een shock is levensbedreigend
A
soms
B
is alleen een schrikreactie
C
ja
D
nee

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bij een anafylactische shock wordt de shock veroorzaakt doordat er veel bloed uit het lichaam komt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat zijn symptomen van shock
A
Tachycardie
B
Verwardheid
C
Klamme huid
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

Welke van de onderstaande vormen van shock valt onder een distributieve shock?
A
hypovolemische shock
B
Anafylactische shock
C
cardiogene shock

Slide 16 - Quiz

Wat heb je onthouden van deze week?

Slide 17 - Slide

Angina Pectoris en een hartinfarct geven deels dezelfde klachten

A
Waar
B
Niet Waar

Slide 18 - Quiz

Bij ischemie is er een tekort aan:
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Stikstof
D
Water

Slide 19 - Quiz

Wat is veneuze trombose?
A
trombose ontstaat in een ader. Bijvoorbeeld in een ader in je been, we spreken dan van een trombosebeen.
B
trombose ontstaat in een slagader. Bijvoorbeeld in een ader in je been, we spreken dan van een trombosebeen.
C
trombose ontstaat in een ader. Dit kan leiden tot een herseninfarct of hartinfarct.
D
trombose ontstaat in een slagader. Dit kan leiden tot een herseninfarct of hartinfarct.

Slide 20 - Quiz

Bij een bradycardie is er sprake van een te snelle polsslag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

wat is trombose?
A
een tekort aan bloedplaatjes
B
een tekort aan witte bloedcellen
C
een stolsel buiten het bloedvat
D
een stolsel binnen het bloedvat

Slide 22 - Quiz

Een ander woord voor decompensatio cordis is hartfalen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Bij een shock is de bloeddruk veel te hoog
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Wat is geen gevolg van trombose?
A
Herseninfart
B
Longembolie
C
Versnelde hartslag
D
allen zijn gevolgen van trombose

Slide 25 - Quiz

trombose komt het vaakst voor in
A
de armen
B
de benen
C
de hersenen
D
de buik

Slide 26 - Quiz

Oefen met socrative
We gaan een oefentoets van alle leerstof van pathologie p1 maken in socrative...

Ga naar www.socrative.com
Vul de roomname in die de docent geeft

Slide 27 - Slide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

timer
1:00
Wat heb je geleerd deze les?

Slide 29 - Mind map