H6. Het parlement

H6. Het parlement
1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H6. Het parlement

Slide 1 - Slide

Planning
Les 1
  • 5.1 De kabinetsformatie
Les 2
  • 5.2 Taken van de regering
Les 3
  • 6 Het Parlement
Les 4
  • Herhalen en samenvattingen

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je: 

- Taken parlement benoemen
- Rechten van het parlement




Slide 3 - Slide

STAMPEN STAMPEN!!
Parlement = eerste en tweede kamer
Regering = ministers + koning
Kabinet = ministers + staatssecretarissen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vraag
Waaruit bestaat het Parlement?
en...

Hoe kom je in het parlement?


 


Slide 6 - Slide

Taken parlement..

Slide 7 - Slide

Het parlement
De eerste en tweede kamer (=parlement) hebben als belangrijkste taken:
- Wetgevende macht (=taak)
- Controlerende macht (=taak)

Slide 8 - Slide

Verschil eerste/ tweede kamer
In de Eerste kamer zitten 75 leden
In de Tweede Kamer zitten ...... leden?
Tweede Kamer; mogen wetsvoorstellen afwijzen of veranderen
Eerste Kamer; Goedkeuren of afkeuren (laatste check)


Slide 9 - Slide

Wetgevende instrumenten (rechten) die alleen de Tweede kamer heeft

  • Recht van amendement (wetsvoorstellen aanpassen)

  • Recht van initiatief (Kamerleden kunnen zelf met een wetsvoorstel komen i.p.v. de minister)

Slide 10 - Slide

Controlerende instrumenten (rechten) van de Eerste- en Tweede Kamer (1)
  • Recht van budget (goed- of afkeuren van de staatsbegroting

  • Recht van enquête (tot op de bodem uitzoeken van een bepaalde zaak)

  • Vragenrecht: recht om het kabinet vragen te stellen ('vragenuurtje') 

Slide 11 - Slide

Fractie
= de groep vertegenwoordigers van één politieke partij in een gekozen orgaan.

Elk kamerlid hoort bij een fractie. 
Het is een groep volksvertegenwoordigers van dezelfde politieke partij.

Alle leden van de PVV horen dus bij de 'FRACTIE' van de PVV.
Elke politieke partij heeft ook een fractievoorzitter. (woordvoerder)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

2 groepen
1: Partijen die in de regering zitten (coalitiepartijen/regeringspartijen)

2: de oppositie partijen (partijen die niet in de regering zitten)


Ze hebben beide dezelfde taken en rechten!!

Slide 14 - Slide

De minister-president...
A
...is de leider van het kabinet
B
...is de voorzitter als de ministers met elkaar vergaderen
C
...is het staatshoofd van Nederland
D
...beëdigt de ministers en staatssecretarissen

Slide 15 - Quiz

Wat is een coalitie?
A
Politieke partijen die samen een regering vormen
B
Politieke partijen die met wetsvoorstellen komen
C
De regering die bestaat uit koning en ministers
D
De Eerste en de Tweede Kamer samen

Slide 16 - Quiz

hoeveel leden heeft het parlement
A
225
B
75
C
200
D
150

Slide 17 - Quiz

welk recht hoort niet tot de controlerende taak van het Parlement
A
recht van interpellatie
B
vragenrecht
C
recht van initiatief
D
recht van budget

Slide 18 - Quiz

recht van amendement,
Wie heeft dit recht en wat betekent het?
A
alleen de Tweede Kamer wijziging wetsvoorstel
B
alleen de Eerste Kamer wetswijziging
C
alleen de Tweede Kamer, debatteren over een wet
D
alleen de Eerste Kamer, wetsvoorstel

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de twee belangrijkste taken van de Tweede Kamer?
A
mede wetgever Regering controleren
B
Wetgeving maken Dagelijks bestuur van het land
C
Regering controleren Dagelijks bestuur van het land
D
Wetten uitvoeren Recht spreken

Slide 20 - Quiz

Huiswerk
Opdrachten 1 t/m 8 van H6 Het Parlement
Pagina 67-69

Slide 21 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je: 

- benoemen wat de twee belangrijkste taken van het parlement zijn

- Bij de twee belangrijkste taken van het parlement minimaal twee verschillende rechten kunnen noemen van Kamerleden




Slide 22 - Slide