This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leg je boek klaar (dicht!).
Pak je schrift.
Voordat we beginnen:
Nederlands
CURSUS 7
SPELLING
Slide 1 - Slide
Je kunt de persoonsvormen in een samengesteldegoed spellen.
Lesdoelen
Slide 2 - Slide
§12 Werkwoordalarm
Werkwoorden kun je in drie werkwoordsvormen schrijven: de tegenwoordige tijd (tt), de verleden tijd (vt) en het voltooid deelwoord (vd). Bij sommige werkwoorden moet je extra goed opletten. De tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord klinken dan hetzelfde, maar je schrijft ze anders. Het is dus belangrijk dat je kunt bepalen of een werkwoord persoonsvorm tt of voltooid deelwoord is.
Slide 3 - Slide
Tegenwoordige tijd
Voltooid deelwoord
Deze trui verkleurt nu al.
Sam verstuikt zijn enkel.
Micky verkleedt zich.
In de film gebeurt wel.
Jij belooft altijd van alles.
Deze trui is verkleurd.
Sam heeft zijn enkel verstuikt.
Micky heeft zich verkleed.
In de film is veel gebeurd.
Jij hebt alles beloofd.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
De Oscaruitreiking is voor de 96ste keer ... (organiseren).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 6 - Quiz
De Oscaruitreiking is voor de 96ste keer ... (organiseren).
Slide 7 - Open question
Voor verschillende onderdelen worden prijzen ... (uitreiken).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 8 - Quiz
De Oscaruitreiking is voor de 96ste keer ... (uitreiken).
Slide 9 - Open question
Billie Eilish ... (winnen, v.t.) een prijs voor haar liedje in de film Barbie.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 10 - Quiz
Billie Eilish ... (winnen, v.t.) een prijs voor haar liedje in de film Barbie.
Slide 11 - Open question
'The Boy and the Heron' heeft het als animatiefilm het verste ... (schoppen).
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 12 - Quiz
'The Boy and the Heron' heeft het als animatiefilm het verste ... (schoppen).
Slide 13 - Open question
§13 De persoonsvorm in samengestelde zinnen
blz. 246-247
Slide 14 - Slide
Samengestelde zinnen
Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meerdere persoonsvormen (samengestelde zinnen).
Terwijl ik op de bus wachtte, luisterde ik naar muziek op mijn telefoon.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Samengestelde zinnen
Stap 1: Stel vast hoe veel werkwoorden er in de zin staan.
Stap 2: Verander de zin van tijd.
Stap 3: De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, zijn de persoonsvormen. De andere werkwoorden zijn inf, od of vd.
De Big-Bazar heeft besloten de strijdoptegeven, omdat de winkelketen geen extra tijdkrijgt.
De Big-Bazar had besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijdkreeg.
Zo vind je de persoonsvorm in
Slide 17 - Slide
Noteer de persoonsvormen.
Wij werden alvast de bus ingelaten, terwijl de chauffeur de koffers inlaadde.
Slide 18 - Open question
Je ... (raden, pv tt)) nooit hoeveel doelpunten Donny vanmiddag heeft ... (scoren, vd).
Slide 19 - Open question
Terwijl Hannah haar brood ... (smeren pv vt), ... (luisteren pv vt) ze naar muziek.
Slide 20 - Open question
In welke gevallen krijg je in de verleden tijd een dubbele t of dubbele d?
Slide 21 - Open question
Wat is de spellingsregel bij voltooid deelwoorden die bijvoeglijk zijn gebruikt? Bijvoorbeeld: de gehechte wond, de verdiende medaille, de aangeklede etalagepop.
Slide 22 - Open question
Mijn buurvrouw ... (switchen, pv vt) vorige week naar een een andere internetprovider.
Slide 23 - Open question
Zij ... (upgrade, pv tt) haar huis door nieuwe deuren te plaatsen.
Slide 24 - Open question
Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht 1 tot en 4 op bladzijde 246-247.
Ben je klaar?
Ga naar cursus 7 Spelling in de online omgeving.
Ga naar paragraaf 13.
Maak de trainer 'persoonsvorm in samen-
gestelde zinnen 1, 2 en 3'
Slide 25 - Slide
Je kunt pv en vd die hetzelfde klinken correct spellen.
Je kunt de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.
Je kunt de persoonsvormen in een samengestelde bewust goed spellen.
Lesdoelen
Slide 26 - Slide
'Ik weet hoe ik Engelse werkwoorden in het Nederlands spel.' 0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
Slide 27 - Poll
'Ik weet het verschil tussen een persoonsvorm en een voltooid deelwoord.' 0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
Slide 28 - Poll
'Ik kan de persoonsvormen in samengestelde zinnen vinden.' 0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel