Paragraaf 3.1

Paragraaf 3.1
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten, 
pak je laptop en ga naar LessonUp
1 / 35
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 3.1
Doe je telefoon in het hotel, ga zitten, 
pak je laptop en ga naar LessonUp

Slide 1 - Slide

Planning

Uitleg paragraaf 3.1

Aan de slag
Leerdoel:

Ik kan een assenstelsel tekenen.
Ik kan punten in een assenstelsel tekenen.
Ik kan punten aflezen uit een assenstelsel. 

Slide 2 - Slide

Paragraaf 3.1
Assenstelsel.

Slide 3 - Slide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as

Slide 4 - Slide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as
De verticale as heet de y-as.

Slide 5 - Slide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as
De verticale as heet de y-as.
Waar de x-as en y-as elkaar snijden is de oorsprong.

Slide 6 - Slide

Assenstelsel
De horizontale as heet de x-as
De verticale as heet de y-as.
Waar de x-as en y-as elkaar snijden is de oorsprong.
Zet de getallen altijd links van de y-as en altijd onder de x-as.

Slide 7 - Slide

Regels bij het maken van een assenstelsel.

Teken een assenstelsel altijd op roosterpapier (ruitjes).
Teken een assenstelsel ook altijd met een liniaal of geodriehoek.
Teken altijd met potlood. 
Zet altijd bij de assen om welke as het gaat. (x-as of y-as)

Slide 8 - Slide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 


Slide 9 - Slide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 
Stap 2: Teken de x-as en de y-as. 


Slide 10 - Slide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 
Stap 2: Teken de x-as en de y-as. 
Stap 3: zet te letters O (oorsprong), x en y op de juiste plek. 


Slide 11 - Slide

Werkschema: tekenen assenstelsel.
Stap 1: Kies een plaats waar je de oorsprong gaat tekenen.
Zorg ervoor dat je genoeg ruimte hebt in je schrift. 
Stap 2: Teken de x-as en de y-as. 
Stap 3: zet te letters O (oorsprong), x en y op de juiste plek. 
Stap 4: zet de getallen bij de assen.
Bij de x-as onder de lijn en bij de y-as links van de lijn. 

Slide 12 - Slide

Sleep de goede naam naar het onderdeel van het assenstelsel.
x-as
y-as
Oorsprong

Slide 13 - Drag question

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Zet er getallen bij.
Teken de x-as en y-as.
Kies de plaats van de oorsprong
Zet de letters O, x en y erbij.

Slide 14 - Drag question

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.

Slide 15 - Slide

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.
Punt R heeft als coördinaat: (3,1)


Slide 16 - Slide

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.
Punt R heeft als coördinaat: (3,1)

Eerste getal is het x-coördinaat.
Het tweede getal is het y-coördinaat.

Slide 17 - Slide

Coördinaten
Hiernaast zijn de punten R, S en T getekend.
Punt R heeft als coördinaat: (3,1)

Eerste getal is het x-coördinaat.
Het tweede getal is het y-coördinaat.

Punt R en S zijn roosterpunten, want deze bestaan uit gehele getallen.

Slide 18 - Slide

Coördinaten.
Voorbeelden van coördinaten:
S (-1 , 2) , R (3 , 1) en T ( 1,5 ; 2)

Slide 19 - Slide

Coördinaten.
Voorbeelden van coördinaten:
S (-1 , 2) , R (3 , 1) en T ( 1,5 ; 2)
Het eerste getal tussen de haakjes geeft aan hoeveel je op de x-as naar links of rechts gaat vanuit de O.

Slide 20 - Slide

Coördinaten.
Voorbeelden van coördinaten:
S (-1 , 2) , R (3 , 1) en T ( 1,5 ; 2)
Het eerste getal tussen de haakjes geeft aan hoeveel je op de x-as naar links of rechts gaat vanuit de O.
Het tweede getal tussen de haakjes geeft aan hoeveel je op de y-as omhoog of omlaag gaat vanuit de O.

Slide 21 - Slide

Coördinaten
Punt A (2 , 3)
Punt B (-3 , 1)
Punt C ( 3 , -2)
Punt D (0 , 1)
Punt E (-4 , 0)
Punt F (-1 , -4)

Slide 22 - Slide

Coördinaten
A (... , ...)
B (... , ...)
C (... , ...)
D (... , ...)
E (... , ...)

Slide 23 - Slide

Wat zijn de coordinaten van punt L?
Wat zijn
de coördinaten
van M?
A
M (-2,1)
B
M (1,-2)
C
M(-2,-1)
D
M(-1,-2)

Slide 24 - Quiz

Welke punten zijn roosterpunten?
A
A en B
B
D
C
A en C
D
A, B, C en D

Slide 25 - Quiz

Kwadrant.
Door een assenstelsel te tekenen krijg je vier delen.
Elk deel van een assenstelsel in een kwadrant. 

Slide 26 - Slide

De assen kunnen we onderverdelen in kwadranten.
De x-as en y-as horen niet bij de kwadranten.

Slide 27 - Slide

Eerste kwadrant

Slide 28 - Slide

Eerste kwadrant
Tweede kwadrant

Slide 29 - Slide

Eerste kwadrant
Tweede kwadrant
Derde kwadrant

Slide 30 - Slide

Eerste kwadrant
Tweede kwadrant
Derde kwadrant
Vierde kwadrant

Slide 31 - Slide

In welk kwadrant ligt punt A (5,3)
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
D
Vierde

Slide 32 - Quiz

In welk kwadrant ligt punt C (-3, -1)
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
D
Vierde

Slide 33 - Quiz

In welk kwadrant ligt punt A (2, -4)
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
D
Vierde

Slide 34 - Quiz

Aan de slag
Maak de volgende opgaven:
3, 5, 6 en 7
blz. 104 t/m 106
werken in stilte
Zachtjes overleggen
Overleggen.

Slide 35 - Slide