Hun hebben

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

HUN/HEN/ZIJ

Leerdoel en programma

Vandaag leren we het verschil tussen hun, hen en zij. Daarnaast leren we wanneer we welk woord gebruiken volgens de taalnorm.

• Wat voelt goed, hun, hen of zij?
• Uitleg theorie en het verschil tussen de taalnorm en taalwerkelijkheid.
• Differentiatie: Verlengde instructie of zelfstandig in stilte aan het werk (5 minuten)
• Zelfstandig aan het werk met verschillende opdrachten (10 minuten
• Terug kijken en vooruitblik.

... hebben gisteren gevoetbald.

1. Hun
2. Hen
3. Zij

Voorkennis activeren

Hier geef je nog niet het goede antwoord.

Je onderzoekt alleen met de leerlingen wat zij denken.

Ik heb het boek aan ... gegeven.

1. Hun
2. Zij
3. Hen

Voorkennis activeren

Ik geef ... het boek.

1. hun
2. zij
3. hen

Op basis waarvan maak je de keuze tussen hun/hen/zij?

Theorie (taalnorm)

HUN als het meewerkend voorwerp is zonder voorzetsel

Ik geef hun het boek

HUN als het een bezittelijk voornaamwoord is

Het is hun boek

HEN als het meewerkend voorwerp is met voorzetsel

Ik geef aan hen het boek

HEN als het lijdend voorwerp is

De directeur ontslaat hen

ZIJ/ZE als het onderwerp is of lijdend voorwerp

Zij/Ze hebben het boek gegeven -  Ik heb ze daar neergelegd

Groep 1

• Luisteren naar de instructie
• Gezamenlijk maken we oefening 1.
• De tweede opdracht maak je zelfstandig.
• Bij oefening 2 80% score > oefening 3

Groep 2

• Luisteren naar de instructie
• Ga naar cambiumned.nl en maak   oefening  1 + oefening 2.
  
• Bij oefening 2 80% > oefening 3

Groep 3

• Zonder instructie, direct aan de slag
• Maak oefening 1, 
• Bij minder dan 80% >  oefening 2
• Bij 80% score > oefening 3
• Onderzoek door wie vaak 'hun hebben'   wordt gezegd en waarom het afgekeurd   wordt.

Differentiatie

Wat heb je vandaag geleerd?

De volgende les werk ik aan samengestelde zinnen en dat doe ik ...

volledig zelfstandig.

met een korte instructie.

samen met de docent.