Hoofdstuk 1 woordenschat

Hoofdstuk 1 woordenschat
Stijlfiguren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 1 woordenschat
Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

10 minuten lezen.

Slide 2 - Slide

Beeldspraak
Vergelijking: Hij ging er als een haas vandoor.
Metafoor: Bram is de wandelende encyclopedie van de klas.
Personificatie: De wind fluistert in mijn oor.

Slide 3 - Slide

(rijmende) uitdrukking
met raad en daad.
met huid en haar.

Slide 4 - Slide

Stijlfiguren
Gebruik je om iets te benadrukken. 

Slide 5 - Slide

Voorbeelden van Stijlfiguren
herhaling: Ja, ja, je kunt me nog meer vertellen.
tegenstelling: 'Lands grootste kruidenier gaat op de kleintjes letten
opsomming:  De les was sloom, saai en slaapverwekkend.

Slide 6 - Slide

Bijzondere opsomming
Drieslag
Climax
Omgekeerde climax

Slide 7 - Slide

Drieslag
Opsomming van 3 woorden, zinnen of zinsdelen:

Bloed, zweet en tranen heeft het me gekost om dit te bereiken.

Slide 8 - Slide

Climax
Een reeks die steeds sterker wordt:

Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.

Slide 9 - Slide

Omgekeerde climax
Een reeks die steeds zwakker wordt:
Hij dacht een auto te hebben gewonnen, maar het was zelfs geen fiets. Zijn prijs was een zakradiootje.



Slide 10 - Slide

Van welk stijlfiguur is dit een voorbeeld?

A
Herhaling
B
Tegenstelling
C
Opsomming

Slide 11 - Quiz

Van welk stijlfiguur is dit een voorbeeld?

A
Herhaling
B
Tegenstelling
C
Opsomming

Slide 12 - Quiz

Van welk stijlfiguur is dit een voorbeeld?

A
Herhaling
B
Tegenstelling
C
Opsomming

Slide 13 - Quiz

Welk stijlfiguur
zie je hier?
A
climax
B
herhaling
C
enumeratie
D
anticlimax

Slide 14 - Quiz