Schrijf steeds achter elke nummer of het verandering of continuïteit door een V of C te zetten. beargumenteer daarna waarom je de keuze hebt gemaakt. 1. De hervormers bleven vasthouden aan de kernprincipes van het christelijk geloof, ondanks de vele veranderingen die ze introduceerden.
2. De traditie van het vieren van christelijke feestdagen bleef bestaan, hoewel sommige rituelen werden aangepast.
3. De rol van de kerk in de samenleving veranderde drastisch, met een verschuiving van kerkelijke naar wereldlijke autoriteit.
4. De Bijbel bleef een centrale rol spelen in het leven van de gelovigen, zowel voor als na de
5. De vertaling van de Bijbel in de volkstaal maakte het mogelijk voor gewone mensen om de heilige teksten zelf te lezen en interpreteren.
hervormingen.