Zoekend lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Welkom!

Doe je telefoon weg,

doe je jas en oortjes uit,

pak je spullen op tafel....

Dan kunnen we beginnen.

Wat gaan we doen deze les?

Leesvaardigheid - Zoekend lezen

• Voorkennis ophalen + nieuw stukje theorie
• Zelfstandig aan de slag met de opdrachten in je boek

Aan het einde van de les: 

weet je wat zoekend lezen is en kun je zelf zoekend lezen.

Weet je nog?

Verkennend lezen

Nauwkeurig lezen

Weet je nog?

Verkennend lezen	Nauwkeurig lezen
Voordat je de hele tekst gaat lezen.

Weet je nog?

Verkennend lezen	Nauwkeurig lezen
Voordat je de hele tekst gaat lezen.
- Je leest de titel en de tussenkopjes. - Je leest de inleiding en het slot. - Je leest de woorden die schuin- of dikgedrukt zijn. - Je bekijkt de plaatjes en leest de tekst bij de plaatjes. - Je bekijkt de bron.

Weet je nog?

Verkennend lezen	Nauwkeurig lezen
Voordat je de hele tekst gaat lezen.	Als je precies wilt weten wat er in de tekst staat.
- Je leest de titel en de tussenkopjes. - Je leest de inleiding en het slot. - Je leest de woorden die schuin- of dikgedrukt zijn. - Je bekijkt de plaatjes en leest de tekst bij de plaatjes. - Je bekijkt de bron.

Weet je nog?

Verkennend lezen	Nauwkeurig lezen
Voordat je de hele tekst gaat lezen.	Als je precies wilt weten wat er in de tekst staat.
- Je leest de titel en de tussenkopjes. - Je leest de inleiding en het slot. - Je leest de woorden die schuin- of dikgedrukt zijn. - Je bekijkt de plaatjes en leest de tekst bij de plaatjes. - Je bekijkt de bron.	- Je leest de tekst zin voor zin. - Je probeert zo goed mogelijk te begrijpen wat er staat.

Zoekend lezen

Zoekend lezen

Bij zoekend lezen ben je op zoek naar het antwoord op een vraag.

Zoekend lezen

Bij zoekend lezen ben je op zoek naar het antwoord op een vraag.

Je bepaalt van tevoren nauwkeurig wat je wilt weten. Daarna kijk je naar:

- de tussenkopjes;

- de plaatjes;

- de schema's, grafieken,  

   tabellen;

- opvallende woorden.

Zelfstandig aan de slag

Paragraaf 4.3 Lezen

Blz. 24 t/m 26

Opdracht 9, 11 en 12