Afsluiting H4: Monniken en Ridders

Hoofdstuk 4: Monniken en Ridders
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Monniken en Ridders

Slide 1 - Slide

Deze Les
  • Opdracht leerdoelen  H4 uitwerken in LessonUp
  • inzien toets H3
  • Ruimte voor vragen stellen, leren, oefentoets van de methode maken.

Slide 2 - Slide

Aan het einde van deze les:
... weet je hoe goed je de stof van de verschillende paragrafen kent.
... weet je hoe goed je weet wat de kenmerkende aspecten bij dit hoofdstuk betekenen.
... weet je wat er goed en wat er minder goed ging bij de toets van H3

Slide 3 - Slide

Dit ga je doen:
 Je gaat per paragraaf de leerdoelen van de methode uitwerken. Dit doe je door het antwoord op te zoeken in je theorieoverzicht of je aantekeningen. Daarna geef je antwoord in LessonUp. Je mag deze opdracht in een tweetal maken, je hoeft de opdracht dan maar op 1 iPad in te vullen, de andere iPad kun je gebruiken voor de theorie of je aantekeningen. Na de leerdoelen (blauwe dia's) zitten groene dia's, hiermee kun je controleren of je alle stof begrijpt.


Slide 4 - Slide

4.1: Leenheren en leenmannen

Slide 5 - Slide

1. Hoe werd Karel de Grote een machtig koning en keizer over een groot rijk?

Slide 6 - Open question

2. Op welke manier bestuurde Karel zijn rijk? (Noem niet alleen de naam maar leg ook uit hoe het werkte)

Slide 7 - Open question

3. Hoe ontstond er politieke verdeeldheid en onveiligheid na Karels dood?

Slide 8 - Open question

4. Welke plaats hadden Ridders in de samenleving?

Slide 9 - Open question

5. welke 3 vragen moet je stellen om te bepalen of een bron betrouwbaar is?

Slide 10 - Open question

4.1
  • Feodalisme
  • Ridders
  • Karel de Grote
  • oorzaken en gevolgen
  • betrouwbaarheid van 
    bronnen. 

Slide 11 - Slide

Het feodalisme

Slide 12 - Slide

Het Feodalisme
  • leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman.
  • leenman: (vazal) edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer.
  • Feodalisme: bestuurssysteem waarbij een leenheer grond in leen geeft aan een leenman in ruil voor bepaalde diensten.

Slide 13 - Slide

Vaardigheid: Betrouwbaarheid van bronnen:
1. Wanneer is de bron gemaakt?
Komt het overeen met de tijd waarin het zich afspeelde?
2. Hoe is de maker van de bron aan zijn informatie gekomen?
Was hij erbij? Heeft hij het gehoord van iemand die de persoon kende?
3. Wat is de bedoeling van de maker van de bron?
Wil hij bijv. de persoon heel erg positief of negatief neerzetten?

Slide 14 - Slide

4.2: Europa wordt christelijk

Slide 15 - Slide

1. Op welke manier werd het christendom in Nederland verspreid?

Slide 16 - Open question

2. Hoe werd heel Europa christelijk? (Denk aan de volgende stammen: Franken, Saksen, Friezen, Vikingen)

Slide 17 - Open question

3. Hoe werden de christelijke en Germaanse culturen vermengd?

Slide 18 - Open question

4. Waardoor waren geestelijken belangrijk in de samenleving?

Slide 19 - Open question

5. Wat waren de 5 taken van de kloosters?

Slide 20 - Open question

4.2
  • missionarissen
  • bekeren van heidenen
  • 5 taken van het klooster 

Slide 21 - Slide

Taken van het klooster
1. onderdak bieden aan reizigers
2. zieken verzorgen
3. boeken overschrijven
4. werken in de kloostertuin
5. kinderen lesgeven.

Slide 22 - Slide

4.3: Machtige heren, halfvrije boeren

Slide 23 - Slide

1. Waardoor waren boeren in de landbouwsamenleving halfvrij?

Slide 24 - Open question

2. Hoe was de landbouw georganiseerd?

Slide 25 - Open question

3. Wat waren de sociale verhoudingen? (was iedereen gelijk?)

Slide 26 - Open question

4. Welke handel was er?

Slide 27 - Open question

4.3: Machtige heren, halfvrije boeren
  • hofstelsel
  • standen
  • begrippen 

Slide 28 - Slide

het hofstelsel

Slide 29 - Slide

Standen in de middeleeuwen:
  1. Eerste stand: de Geestelijken, de mensen die in dienst zijn van de kerk. (bidden)
  2. Tweede standEdelen: de koning, leenmannen en sommige ridders. Besturen, rechtspreken en verdedigen van het gebied. (vechten)
  3. Derde stand: de rest van de bevolking: vooral boeren, zij zorgen voor het voedsel. (werken)

Slide 30 - Slide