De geluidsoverlast is ... (verergeren) nu de buurman de kwaliteit van zijn stereo- installatie .. . (verbeteren) heeft.
Slide 22 - Open question
Wie wat .. . (bewaren), die heeft wat!
Slide 23 - Open question
Olga was als laatste ... (finishen) en .. . (knarsen) daarom met haar tanden.
Slide 24 - Open question
Dat jij je mening zo snel ... (veranderen), heeft mij wel wat ... (verbazen).
Slide 25 - Open question
De jarige ... (wachten) niet tot alle kaarsjes waren ... (doven) voor hij een hapje nam.
Slide 26 - Open question
Stefan heeft veel tijd ... (besparen), doordat hij zijn aandacht ... (richten) op wat echt belangrijk is.
Slide 27 - Open question
Het briefje ... (melden) gistermorgen dat er een bijeenkomst zou worden ... (organiseren).
Slide 28 - Open question
Het aantal plaatsen is .. . (begrenzen), dus als het je echt ... (interesseren), moet je snel zijn.
Slide 29 - Open question
Oefenen
Op de volgende slides volgt een aantal opdrachten, die bedoeld zijn om het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te onderscheiden van de persoonsvorm verleden tijd.
Dus:
Je leert wat het verschil is tussen het vdw als bn en de pv vt.
Slide 30 - Slide
Kies de juiste vorm en leg uit.
1. De begeleide/begeleidde man was blij met Antons hulp.
Slide 31 - Open question
Kies de juiste vorm en leg uit.
2. De verwoeste/verwoestte kerktoren wordt weer snel gerepareerd.
Slide 32 - Open question
Kies de juiste vorm en leg uit
3. De storm verwoestte/verwoeste onlangs de kerktoren.
Slide 33 - Open question
Kies het juiste antwoord
4. Het (typen) adres
A
getypete
B
getypte
Slide 34 - Quiz
Kies het juiste antwoord
5. Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten
Slide 35 - Quiz
Vul de juiste vorm van de werkwoorden in
6. In de door de storm (vellen) boom staan de namen (kerven) van vele verliefden.