Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Werkwoordspelling les 3 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

3 mavo
1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling les 3 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

3 mavo

Slide 1 - Slide

Terugblik
In de vorige les zijn we bezig geweest met het oefenen van:  
  1. voltooid deelwoord  
  2. onvoltooid deelwoord

Slide 2 - Slide

vooruitblik
Vandaag gaan we oefenen met het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hetzelfde geldt voor de werkwoorden taxiën en wifiën.

Ik taxi / wifi
Hij taxiet /wifiet (i.v.m. de uitspraak)
Ik taxiede / wifiede  (i.v.m. het achtervoegsel –de)
Wij taxieden / wifieden (i.v.m. het achtervoegsel –de)

Slide 7 - Slide

De hele buurt rook naar de verbrande/verbrandde autobanden.
A
verbrande
B
verbrandde

Slide 8 - Quiz

Gisteravond verwachte/verwachtte ik een mailtje van mijn nichtje uit Aruba.
A
verwachte
B
verwachtte

Slide 9 - Quiz

Het op de flyer vermelde/vermeldde mailadres was helaas niet correct.
A
vermelde
B
vermeldde

Slide 10 - Quiz

Aan de slag!
Log in bij LessonUp.

Ga naar: Werkwoordspelling les 3

Maak deze les.

Slide 11 - Slide

Oefenen met het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Maak slide 14 t/m 20

Slide 13 - Slide

de ______________________ wedstrijd (winnen)

Slide 14 - Open question

de ______________________ weg (verbreden)

Slide 15 - Open question

het ______________________ huis (schilderen)

Slide 16 - Open question

het ______________________ werk (verrichten)

Slide 17 - Open question

het ______________________ proefwerk (nakijken)

Slide 18 - Open question

de ______________________ tegenstanders (haten)

Slide 19 - Open question

de ______________________ ramen (wassen)

Slide 20 - Open question

verder oefenen
Maak slide 22 t/m 29

Slide 21 - Slide

De geluidsoverlast is ... (verergeren) nu de buurman de kwaliteit van zijn stereo-
installatie .. . (verbeteren) heeft.

Slide 22 - Open question

Wie wat .. . (bewaren), die heeft wat!

Slide 23 - Open question

Olga was als laatste ... (finishen) en .. . (knarsen) daarom met haar tanden.

Slide 24 - Open question

Dat jij je mening zo snel ... (veranderen), heeft mij wel wat ... (verbazen).

Slide 25 - Open question

De jarige ... (wachten) niet tot alle kaarsjes waren ... (doven) voor hij een hapje nam.

Slide 26 - Open question

Stefan heeft veel tijd ... (besparen), doordat hij zijn aandacht ... (richten) op wat echt
belangrijk is.

Slide 27 - Open question

Het briefje ... (melden) gistermorgen dat er een bijeenkomst zou worden
... (organiseren).

Slide 28 - Open question

Het aantal plaatsen is .. . (begrenzen), dus als het je echt ... (interesseren), moet je snel zijn.

Slide 29 - Open question

Oefenen

Op de volgende slides volgt een aantal opdrachten, die bedoeld zijn om het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te onderscheiden van de persoonsvorm verleden tijd.

Dus: 
Je leert wat het verschil is tussen het vdw als bn en de pv vt.

Slide 30 - Slide

Kies de juiste vorm en leg uit.

1. De begeleide/begeleidde man was blij met Antons hulp.

Slide 31 - Open question

Kies de juiste vorm en leg uit.

2. De verwoeste/verwoestte kerktoren wordt weer snel gerepareerd.

Slide 32 - Open question

Kies de juiste vorm en leg uit

3. De storm verwoestte/verwoeste onlangs de kerktoren.

Slide 33 - Open question

Kies het juiste antwoord

4. Het (typen) adres
A
getypete
B
getypte

Slide 34 - Quiz

Kies het juiste antwoord

5. Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten

Slide 35 - Quiz

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in

6. In de door de storm (vellen) boom staan de namen (kerven) van vele verliefden.

Slide 36 - Open question

Ik weet hoe ik een werkwoord moet vervoegen.
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz