Taalverzorging samengestelde zinnen

Taalverzorging week 41
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Taalverzorging week 41

Slide 1 - Slide

Korte herhaling 
PV - onderwerp - gezegde

Maar eerst.....Lezen

En dan leer je over samengestelde zinnen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Noteer de persoonsvorm:
Op de A32 is een vrachtauto zijn lading aardappelen verloren.

Slide 3 - Open question

Noteer de persoonsvorm:

Weggebruikers moeten deze ochtend rekening houden met dichte mist.

Slide 4 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin?
Door het regenachtige weer waren de wegen spekglad geworden op het parcours.
A
het regenachtige weer
B
de wegen
C
de wegen op het parcours
D
spekglad

Slide 5 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin?
In het centrum van Steenwijk werd zaterdagmiddag een wielerwedstrijd gereden.
A
In het centrum
B
zaterdagmiddag
C
In het centrum van Steenwijk
D
een wielerwedstrijd

Slide 6 - Quiz

Samengestelde zinnen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

SAMENGESTELDE ZINNEN

Wanneer je van twee korte zinnen één lang zin maakt,

dan noem je die zin een samengestelde zin.


VOORBEELD:

Ik loop naar de bakker.       Ik koop een brood.


Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.

Slide 9 - Slide

Welke bewering is waar?
A
Een samengestelde zin heeft een of twee persoonsvormen.
B
In een samengestelde zin staat het voegwoord altijd vooraan in de zin.
C
Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: en, omdat, nadat, als en want.
D
In een samengestelde zin staat altijd een komma.

Slide 10 - Quiz

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Als je een plastic tasje wilt gebruiken, moet je daarvoor betalen.
B
Na het kampioensfeest hebben alle spelers van het team de volgende dag de troep opgeruimd.
C
Jarno heeft een afspraak met de orthodontist gemaakt, omdat zijn beugel los zit.
D
In China gebruiken steeds meer mensen de fiets.

Slide 11 - Quiz

Noteer de twee persoonsvorm (pv) en de twee onderwerpen (ow) van de volgende zin:
Toen de prijs van de theatervoorstellingen omhoog ging, werden er minder kaartjes verkocht.

Slide 12 - Open question

PV tt + vt

Slide 13 - Slide