Een stroomkring maken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

H5  ELEKTRICITEIT

practicum

proef 1 blz 157: geleiders en isolatoren

proef 2 blz 158: stroomsterkte meten

proef 3 blz 158: serieschakeling en parallelschakeling, met 2

                                   lampjes

Klaar?  Maak van 5.1  opdr. 1 t/m 10

Voorkennis

Heb jij al eens een (elektrische) schok gekregen ?

5.1 Een stroomkring maken

Lesdoelen:

1. Je kunt aangeven wat er nodig is voor een stroomkring.
2. Je kunt uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn.
3. Je kunt een ampèremeter juist aflezen.

Voor een stroomkring heb je nodig:

- een spanningsbron (hier de batterij)

- verbindingen (hier de snoeren)

- een apparaat (hier het lampje)

Functie onderdelen stroomkring

Batterij: levert  de elektrische energie

Snoeren: vervoeren de energie naar het lampje

Lampje: zet elektrische energie om in licht en warmte

Schakelaar

Gesloten stroomkring

Geleiders en isolatoren

Geleiders geleiden elektrische stroom (en warmte) goed:

Isolatoren laten haast geen elektrische (stroom) en warmte door. 

 wat is elektriciteit ?

In een stof zitten elektrische deeltjes.

Die willen altijd van de positieve pool naar de negatieve pool

Het aantal deeltjes dat voorbij komt in een bepaalde tijd noemen we stroomsterkte.

De stroomsterkte meten

De stroomsterkte meet je met een ampèremeter.

Hoe ga je die aansluiten:

* grootste bereik eerst (anders kan het stuk gaan)

* de plus van de spanningsbron op de plus van de  

  ampèremeter.

Kijk goed op welk bereik je hebt aangesloten, dan aflezen.

Omreken ampère/milliampère

Het symbool van stroomsterkte: I 

De eenheid: A 

1 A = 1000 mA

1 m A = 0,001 A

V.b Reken om      a) 3 A = .....mA         b) 200 mA =....A

Stroommeter (Amperemeter)

 Lees de ampèremeter af