This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
- Je legt uit waar een goede reflectie uit moet bestaan
- Je herkent succescriteria waar een goede
reflectie aan moet voldoen
- Je beschrijft de criteria van een STARR-reflectie
- Je oefent met het schrijven van een STARR-reflectie
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
voorbeeld
Wat was de situatie (wat gebeurde er, wat is het probleem)
Wat was je rol, wat was je taak
Wat deed je, wat voelde je
Wat ging er niet goed (of wel)
Hoe zou je het anders doen de volgende keer
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Voorbeeld
Voorbeeld 1
Ik heb een onvoldoende voor mijn toets, simpelweg omdat ik niet heb geleerd. Om geen gezeik met mijn ouders te krijgen voor het weekend (huisarrest) heb ik gezegd dat ik deze heb behaald. Op maandag heeft mijn moeder in Magister gezien dat ik deze niet heb behaald......Nu zijn ze boos en heb ik huisarrest......
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
Situatie:
Wie: Mijn ouders en ik
Wat: gelogen over een resultaat van een toets
Waarom: Geen zin in huisarrest in het weekend
Slide 7 - Slide
Jouw acties
Wat deed je: liegen over een resultaat
Waarom: Geen zin ingezeik
Gevolg: Ouders heel boos na het zien van het resultaat in magister. En boos over het liegen. Dubbelop
Slide 8 - Slide
Voorbeeld
Wat heb je geleerd? Eerlijk zijn, ouders kunnen in magister kijken.
Wat ga je anders doen?
Beter leren de volgende keer
Of zeggen op vrijdag dat ik het resultaat nog niet terug hebt.....
Slide 9 - Slide
Voorbeeld
Uitgewerkte Starr
Slide 10 - Slide
Reflecteren
Reflecteren is het terugblikken op je eigen handelen, daarover nadenken en van daaruit nieuwe keuzes maken.
Waarom is reflecteren zo belangrijk? Wanneer heb jij wel eens teruggekeken naar een situatie?
Wat en hoe doe je dat dan?
Slide 11 - Slide
STARR- reflectie
Slide 12 - Slide
Opdracht
Bladzijde 78
Neem de 2 voorbeelden door
Bepaal welke je een keer meegemaakt hebt (of soort van).
Schrijf de situatie kort uit
Wat gebeurde er, Wie was erbij en waarom heb je op deze manier gehandeld
Eigen voorbeeld mag, even overleggen
Slide 13 - Slide
STARR
situatie
Je beschrijft de context waarin de gebeurtenis plaatsvond.
Wat gebeurde er? Wie waren erbij betrokken? Waar en wanneer speelde het zich af?
Beschrijf puur de feiten en omstandigheden, alsof je vertelt wat er in een film te zien was.
Slide 14 - Slide
STARR
taak
Hierbij gaat het om jouw rol in de situatie.
Wat was jouw opdracht? Wat werd er van je verwacht? Dit kan de taak zijn die je van school of van je stagebegeleider kreeg, maar maak het ook persoonlijk. Vraag je bijvoorbeeld af wat jij wilde bereiken en van jezelf verwachtte.
Slide 15 - Slide
STARR
actie/ aanpak
Vervolgens beschrijf je jouw daadwerkelijke handelingen.
Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Probeer ook te onderbouwen waarom je het op die manier hebt aangepakt. Als je een opleiding doet, kun je hiervoor gebruikmaken van theoretische concepten die je hebt geleerd.
Slide 16 - Slide
STARR
resultaat
Stel jezelf de volgende vragen:
Wat waren de gevolgen van jouw actie?
Hoe reageerden de betrokken personen op wat jij deed?
Het gaat er nog niet om of je hiermee tevreden bent, maar alleen om wat er gebeurde na jouw actie.
Slide 17 - Slide
STARR
reflectie
Hoe vond je dat jij het deed?
Ben je tevreden over de uitkomst of het resultaat van je handelen?
Wat heb je geleerd?
Kun je dit ook toepassen in andere situaties? Wat zou je volgende keer anders doen? Probeer je voor een diepgaande reflectie ook te verplaatsen in de mensen die betrokken waren bij de situatie en je af te vragen wat zij over jouw actie zouden zeggen.